Stadler Form Paul Black Инструкция по эксплуатации онлайн [18/33] 280632

Ingebruikname / bediening
Instructie: Let erop dat tussen de verwarming en de muur of andere ob-
jecten altijd voldoende ruimte zit (> 50 cm). De luchtverplaatsing mag niet
door eventuele objecten worden gehinderd. Als Paul in een badkamer wordt
geplaatst, moet een veiligheidsafstand van ten minste 100 cm tot douches,
badkuipen, waterkranen, wasbakken enz. worden aangehouden.
1. Nadat Paul op de gewenste plek is gezet, sluit u de kabel (1) aan op het
stopcontact.
2. Druk eerst op de hoofdschakelaar voor de voeding (4) op de achterkant
van het apparaat.
3. Schakel het apparaat in door op de aan-uitknop (6) te drukken. De doel-
temperatuur wordt op de display weergegeven.
4. De doeltemperatuur kan worden gewijzigd van 0 °C (koelmodus) tot 26 °C
of maximaal «Hi» met behulp van een verticale veegbeweging over het
rechtse bedieningspaneel voor temperatuurselectie (8) «Temperature».
Tussen 1 ° – 26 °C en bij «Hi» is de verwarmingsmodus actief. In de con-
figuratiemodus knippert het getal. Door een veegbeweging naar boven
te maken of op «+» bovenaan te tikken verhoogt u de doeltemperatuur.
Door een veegbeweging naar beneden te maken of op «» onderaan te
tikken verlaagt u de doeltemperatuur. De instelling wordt opgeslagen
als er gedurende drie seconden geen wijziging op het bedieningspaneel
voor temperatuurselectie plaatsvindt. Op de display wordt vervolgens
de huidige kamertemperatuur weergegeven.
Info: Zodra de doeltemperatuur is bereikt, wordt het verwarmingsele-
ment van het apparaat uitgeschakeld en knippert de temperatuurindica-
tor op de display. De ventilator blijft in de laagste stand ingeschakeld om
de kamertemperatuur te bewaken. Het apparaat wordt weer ingescha-
keld wanneer de geregistreerde kamertemperatuur onder de ingestelde
doeltemperatuur komt.
5. Koelmodus: als de temperatuur op 0 °C wordt ingesteld, wordt het ver-
warmingselement uitgeschakeld en blaast de ventilator koude lucht uit
het apparaat. De LED Statusindicator (7) verandert van rood in blauw.
Op het scherm verschijnt in de koelmodus geen weergave van de tem-
peratuur.
6. Het verwarmingsvermogen kan worden gewijzigd van laag tot hoog met
behulp van een verticale veegbeweging over het linkse bedieningspaneel
voor selectie van het verwarmingsvermogen (9) «Power Level». Tijdens
het invoeren knippert de display. Door een veegbeweging naar boven te
maken of op «+» bovenaan te tikken verhoogt u het vermogensniveau.
Door een veegbeweging naar beneden te maken of op «» onderaan te
tikken verlaagt u het vermogensniveau. De instelling wordt opgeslagen
als er gedurende drie seconden geen wijziging op het bedieningspaneel
voor selectie van het verwarmingsvermogen plaatsvindt. Op de display
wordt vervolgens de huidige kamertemperatuur weergegeven.
7. De automodus activeert u door op de knop «Auto Mode» (10) te drukken.
Op de display wordt «Auto Mode» weergegeven. De vooraf ingestelde
doeltemperatuur van 22 °C kan worden gewijzigd met behulp van het
rechtse bedieningspaneel voor temperatuurselectie (8). Het verwar-
mingsvermogen wordt in de automodus automatisch geselecteerd,
afhankelijk van de kamertemperatuur. Hoe kleiner het verschil tussen
de kamertemperatuur en de doeltemperatuur, hoe lager het geselec-
teerde verwarmingsvermogen. We hebben deze technologie «Adaptive
Heat
TM
» genoemd en hierop internationaal octrooi aangevraagd. Hier-
mee kan Paul ervoor zorgen dat de doeltemperatuur snel en efficiënt
wordt bereikt en wordt gehandhaafd. Paul voorkomt zo sterke tempe-
ratuurdalingen en voortdurend in- en uitschakelen van het apparaat. De
automodus wordt gedeactiveerd als het verwarmingsvermogen hand-
matig wordt gewijzigd (9).
Info: Zodra de doeltemperatuur is bereikt, wordt het verwarmingsele-
ment van het apparaat uitgeschakeld en knippert de temperatuurindi-
cator op de display.
8. De zwenkfunctie kunt u activeren door op een van de knoppen «Swing
Mode» (11) op de linker- en rechterkant van de behuizing te drukken.
Het apparaat draait nu onder een hoek van ongeveer 90° om voor een
brede verspreiding van de warmte te zorgen. Druk nogmaals op de knop
«Swing Mode» als u het apparaat onder een bepaalde hoek stil wilt zet-
ten. Wanneer de doeltemperatuur is bereikt, blijft het apparaat staan
onder de hoek die het op dat moment maakt, totdat de kamertempera-
tuur onder de doeltemperatuur daalt en het apparaat weer wordt inge-
schakeld.
9. Schakel het apparaat uit door op de aan-uitknop (6) te drukken. De ven-
tilator blijft nog drie minuten ingeschakeld op het laagste niveau om het
verwarmingselement af te koelen. Het apparaat bewaart de ingevoerde
temperatuur en het verwarmingsvermogen, ook wanneer het apparaat
wordt uitgeschakeld.
10. De afstandsbediening (13) bevindt zich in het vakje voor de afstands-
bediening (12) aan de achterkant van het apparaat. U kunt de tempera-
tuur en het verwarmingsvermogen wijzigen door op de desbetreffende
knoppen te drukken. De afstandsbediening werkt via infrarood; richt de
afstandsbediening hiertoe naar de voorkant van het apparaat (de sensor
bevindt zich helemaal bovenaan op de voorkant van het apparaat). Het
batterijvakje (14) bevindt zich aan de achterkant van de afstandsbedie-
ning (type CR2032). U kunt het openen door het deksel omlaag te duwen.
11. Beveiliging tegen oververhitting: het apparaat is voorzien van een bevei-
liging tegen oververhitting, die het apparaat uitschakelt in geval van een
technische storing of onjuist gebruik (de ventilator blijft enige tijd in de laag-
ste stand draaien om het apparaat af te koelen). Als dit gebeurt, verhelpt u
de storing of corrigeert u het onjuiste gebruik (bijv. 50 cm ruimte rondom het
apparaat, het apparaat niet afdekken, het apparaat rechtop zetten). Zodra
het apparaat is afgekoeld, kan het weer in gebruik worden genomen.
12. De temperatuurindicator kunt u van Celsius in Fahrenheit wijzigen en
omgekeerd door de knop «Auto Mode» (10) vijf seconden ingedrukt te
houden.
Reiniging
Vóór willekeurig onderhoud of reiniging en na elk gebruik, schakel het ap-
paraat uit en haal de netkabel (1) uit het stopcontact.
Let op: Het apparaat nooit onder water houden (gevaar voor kortsluiting).
De buitenkant met een vochtige doek schoonwrijven en daarna goed dro-
gen.
Zorg dat de luchtinlaat en -uitlaat regelmatig worden gereinigd om opho-
ping van stof te voorkomen. Reinig de luchtuitlaat (18) met een droge bor-
stel of stofzuiger. Het luchtinlaatrooster (17) is voorzien van een luchtfilter
(15), dat kan worden verwijderd en met een vochtige doek kan worden

Содержание

Похожие устройства

Скачать