CALPEDA MXV-B 40-808/A [20/32] Bedieningsvoorschriften

CALPEDA MXV-BM 32-407 [20/32] Bedieningsvoorschriften
Verticale meertraps close coupled pompen
MXV
-B
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Inhoudsopgave
Nederlands
Inhoud Pagina
1. Toepassingsgebied. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
2. Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
3. Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
4. Leidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
4.1. Zuigleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
4.2. Persleiding
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
21
5. Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
6. In bedrijf stellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
6.1. Voor-controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
6.2. Afvullen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
6.3. Start en bedrijfs controle. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
7. Onderhoud en pompfunctie-controle . . . . . . . . . . . . . . 21
8. Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
8.1. Mechanical seal vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
9. Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
9.1.
Aanhaal momenten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
10. Onderdelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
11. Onderdelentekening en onderdelen benaming. . . . . . . 22
LEES EN VOLG ALLE INSTRUCTIES
1. Toepassingsgebied
Standaard uitvoering
- Voor schone vloeistoffen: niet explosieve en niet brandbare, niet
schadelijk voor gezondheid en milieu, niet agressief voor pomp-
materialen, zonder abrassieve, vaste of vezelige bestanddelen.
Met dichtingen in EPDM is de pomp niet geschikt
voor het ver-
pompen van olie.
- Maximale toegestane werkdruk in het pomphuis: 16 bar.
- Vloeistoftemperatuur van - 15 °C tot + 90 °C.
- Installatie in goed geventileerde ruimten beschermd van weers-
invloeden met een maximale omgevingstemperatuur van 40 °C.
2900 1/min
Geïnstalleerd motorvermogen tot
kW
: 2,2 4 7,5
Geluidsniveau
dB (A) máx: 68 69 74
Starts per uur máx: 30 20 15
2. Transport
Hef de pomp/motor-unit langzaam, (fig. 1). Vermijd het risico
van onbalans en omkantelen.
3. Opstelling
De MXV-B pompen dienen geïnstalleerd te worden met de roto-
ras in verticale positie en met de pompvoet aan de onderzijde.
Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij het zuigpunt (met in-
achtneming van de NPSH waarden).
Zorg voor ruimte rondom de pomp voor motorventilatie,
voor controle van as rotatie, voor afvullen en aftappen en
voor opvangmogelijkheid van de af te tappen vloeistof (in
het speciaal bij schadelijke of vloeistoffen met een temperatuur
hoger dan 60 °C).
Zorg ervoor dat bij eventuele onvoorziene lekkage
de vloeistof personen of materialen geen schade
toe kan brengen.
Lekkage kan optreden als gevolg van overdruk, waterslag of
andere storingen. Zorg voor een afvoermogelijkheid van lek-
vloeistof of voor een automatisch afvoersysteem hiervan.
Plaats de pomp op een vlakke, horizontale oppervlak (gebruik
een waterpas).
4. Leidingen
Indien mogelijk dient men leidingen te kiezen met een zodanige
diameter dat de vloeistofstroom niet hoger is dan 1,5 m/s voor
zuigzijde en 3 m/s voor perszijde.
De leidingdiameters mogen nooit kleiner zijn dan de pompaan-
sluitingen.
De pijlen op de pompvoet (61.00) geven de inlaat (zuig) en uit-
laat (pers) aan.
Zorg dat de aansluitingen schoon zijn bij het bevestigen van de
leidingen.
LET OP: bevestig alle leidingen middels steunpunten en ver-
bind ze spanningsloos en dusdanig dat er geen krachten op
het pomphuis worden uitgeoefend (zie fig. 2).
Zorg voor een aftapmogelijkheid van de pomp zonder het
gehele systeem te behoeven te legen.
Installeer op een juiste wijze compensatoren voor demping van
expansie of geluidsreductie.
Draai de contrakoppeling of flenzen in de draadaansluiting
(ISO 228) en gebruik daarbij een geschikt afdichtmiddel.
Draai de leidingen of koppelingen uitsluitend dusdanig vast dat
er een goede afdichting ontstaat. Te vast aandraaien kan scha-
de aan de pomp veroorzaken.
Zorg dat bij flensaansluitingen de pakkingen niet in de leidin-
gen verzakken of de doorgang blokkeren.
4.1. Zuigleiding
Wanneer de pomp boven het vloeistofniveau geplaatst is
(zuigsituatie - fig. 2A), monteer een voetklep met zuigkorf, wel-
ke te allen tijde ondergedompeld dient te zijn.
De zuigleiding dient perfect luchtdicht en oplopend naar de
pomp aangesloten te zijn om luchtzakken te voorkomen.
Wanneer het vloeistofniveau aan zuigzijde boven de pomp
staat (toeloopsituatie - fig. 2B), monteer een terugslagklep.
Volg de lokale verordeningen als de pomp als drukverhogings-
pomp in het (drink)waterleidingnet wordt toepast.
Monteer een filter of korf in de zuigleiding om te voorko-
men dat vaste delen de pomp binnen-treden.
3.93.305
20
Fig. 1 Heffen van de pomp.
3.93.125
5
1
5
1
7
5
4
7
2
5
3
6
B
A
1. Terugslagklep
2. Voetklep
3. T
erugslagklep
4.
Bypasklep
5. Schuifafsluiter
6. Drukmeter
7.
Steunen voor
leidingen
Fig. 2 Systeemdiagram
A= zuigsituatie
B= toeloopsituatie

Содержание

Lekkage kan optreden als gevolg van overdruk waterslag of andere storingen Zorg voor een afvoermogelijkheid van lekvloeistof of voor een automatisch afvoersysteem hiervan Verticale meertraps close coupled pompen MXV B Plaats de pomp een waterpas BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN 4 Leidingen Inhoudsopgave Inhoud 1 2 3 4 4 1 4 2 5 6 6 1 6 2 6 3 7 8 8 1 9 9 1 10 11 Pagina Toepassingsgebied 20 Transport 20 Opstelling 20 Leidingen 20 Zuigleiding 20 Persleiding 21 Elektrische aansluiting 21 In bedrijf stellen 21 Voor controle 21 Afvullen 21 Start en bedrijfs controle 21 Onderhoud en pompfunctle controle 21 Demontage 22 Mechanical seal vervangen 22 Montage 22 Aanhaal momenten 22 Onderdelen 22 Onderdelentekening enonderdelen benaming 22 LEES EN VOLG ALLE INSTRUCTIES 1 Toepassingsgebied op een vlakke horizontale oppervlak gebruik Indien mogelijk dient men leidingen te kiezen met een zodanige diameter dat de vloeistofstroom niet hoger is dan 1 5 m s voor zuigzijde en 3 m s voor perszijde De leidingdiameters mögen nooit kleiner zijn dan de pompaansluitingen De pijlen op de pompvoet 61 00 geven de inlaat zuig en uitlaat pers aan Zorg dat de aansluitingen schoon zijn bij het bevestigen van de leidingen LET OP bevestig alle leidingen middels steunpunten en ver bind ze spanningsloos en dusdanig dat er geen krachten op het pomphuis worden uitgeoefend zie fig 2 Zorg voor een aftapmogelijkheid gehele systeem te behoeven te legen Installeer op een juiste expansie of geluidsreductie wijze van de compensatoren pomp voor Draai de contrakoppeling of flenzen in de ISO 228 en gebruik daarbij een geschikt afdichtmiddel zonder het demping van draadaansluiting Draai de leidingen of koppelingen uitsluitend dusdanig vast dat er een goede afdichting ontstaat Te vast aandraaien kan scha de aan de pomp veroorzaken Zorg dat bij flensaansluitingen de pakkingen niet in de leidin gen verzakken of de doorgang blokkeren Standaard uitvoering Voorschone vloeistoffen niet explosieve en nietbrandbare niet schadelijk voor gezondheid en milieu niet agressief voor pomp materialen zonder abrassieve vaste of vezelige bestanddelen Met dichtingen in EPDM is de pomp niet geschikt voor het verpompen van olie Maximale toegestane werkdruk in het pomphuis 16 bar Vloeistoftemperatuur van 15 C tot 90 C Installatie in goed geventileerde ruimten beschermd van weersinvloeden met een maximale omgevingstemperatuur van 40 C 2900 1 min 4 Geinstalleerd motorvermogen tot kW Geluidsniveau dB A màx 2 2 68 69 7 5 74 Starts per uur 30 20 15 máx 1 Terugslagklep 2 Voetklep 3 Terugslagklep 4 Bypasklep 5 Schuifafsluiter 6 Drukmeter 7 Steunen voor leidingen Fig 1 Heften van de pomp 2 Transport Het de pomp motor unit langzaam fig 1 Vermijd het risico van onbalans en omkantelen 3 Opstelling De MXV B pompen dienen geinstalleerd te worden met de rotoras in verticale positie en met de pompvoet aan de onderzijde Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij het zuigpunt met inachtneming van de NPSH waarden Zorg voor ruimte rondom de pomp voor motorventilatie voor controle van as rotatie voor afvullen en aftappen en voor opvangmogelijkheid van de af te tappen vloeistof in het speciaal bij schadelijke of vloeistoffen met een temperatuur hoger dan 60 C A 20 Zorg ervoor dat bij eventuele onvoorziene lekkage de vloeistof personen of materialen geen schade toe kan brengen 4 1 Zuigleiding Wanneer de pomp boven het vloeistofniveau geplaatst is zuigsituatie fig 2A monteer een voetklep met zuigkorf wel ke te allen tijde ondergedompeld dient te zijn De zuigleiding dient perfect luchtdicht en oplopend naar de pomp aangesloten te zijn om luchtzakken te voorkomen Wanneer het vloeistofniveau aan zuigzijde boven de pomp staat toeloopsituatie fig 2B monteer een terugslagklep Volg de lokale verordeningen als de pomp als drukverhogingspomp in het drink waterleidingnet wordt toepast Monteer een filter of korf in de zuigleiding men dat vaste delen de pomp binnen treden om te voorko

Скачать