Daikin LRMEQ6AY1E [61/71] Gebruiksstandaarden

Daikin LRMEQ8AY1 [61/71] Gebruiksstandaarden
Nederlands 9
10-3-1 Ongelukken die het gevolg zijn van
gebruik buiten de standaard toepassingen
Gebruik buiten de tolerantiegrenzen
Toepassingen buiten het voorgeschreven
gebruiksdoel of modificaties.
Gebruiksstandaarden
10-3-2 Selectie-, installatie- en werkfouten,
en overige problemen
Opmerking:De items met een sterretje geven con-
crete voorbeelden aan.
1. Modelselectiefouten
Er is een model gekozen dat niet geschikt is
voor de opslagtoepassingen.
De koeling van de producten bereikt niet de
beoogde opslagtemperatuur.
De dealer beoordeelt dat de koeling over- of
onderbelast is.
De apparatuur valt vaker dan 6 maal per uur uit of
de ingestelde koeltemperatuur wordt niet bereikt.
2. Installatiefouten (Installatie- en omgeving-
sproblemen)
Het apparaat is niet op een stabiele horizontale
ondergrond geïnstalleerd.
Het apparaat is niet stevig gemonteerd.
De omgevingsomstandigheden van de instal-
latieplaats verschillen van de normale atmos-
ferische omstandigheden.
Omgeving met zilte lucht, gebruik aan de
kust, omgeving met roetdampen of keuken-
dampen, omgeving met corrosieve gassen of
nevelige omgeving.
De installatieplaats heeft een slechte ventilatie
en warmte-afvoer.
De machine heeft uitlaatgassen aangezogen.
3. Werkfouten
De binnenkant van de leidingen is niet vol-
doende vacuümgedroogd.
Verstopping van de smalle doorgangen van
de leidingen door ijsvorming.
De binnenkant van de leidingen is niet vol-
doende luchtdicht.
Lekkage van koelmiddelgas.
De binnenkant van de leidingen is vervuild met
vreemde bestanddelen.
Verstopping van de smalle doorgangen van
de leidingen.
Modificatiewerkzaamheden op de installatiep-
laats hebben een slechte invloed op het apparaat.
Gebruik van het apparaat buiten het gebruik-
stemperatuurbereik als gevolg van modificaties
op de installatieplaats.
Een ongeluk als gevolg van een verkeerde
installatie van het apparaat.
Loszitten of kromtrekken van het buiten-
paneel of een gebroken of verbogen leiding.
4. Bedieningsfouten
De temperatuurinstellingen voor de
opgeslagen artikelen zijn verkeerd.
Opslag van groenten bij een temperatuur
lager dan 0°C.
Het periodieke onderhoud van het apparaat is
niet uitgevoerd.
Verstopping van de luchtwarmtewisselaar, roes-
ten van onderdelen, gaslekkage en ijsvorming
op de binnenunit (ombouw en unitkoeler).
5. Overige
Verbeteringen aanbevolen door onze dealer
zijn niet uitgevoerd.
Gelijktijdig starten en stoppen van meerdere
apparaten.
Ongelukken als gevolg van een natuurramp of
brand.
Beschadiging van de elektrische onderdelen
als gevolg van blikseminslag.
Andere installatie- en bedieningsproblemen die
redelijkerwijs niet moeten optreden.
Gebruik van het apparaat zonder warmte-iso-
latie op de leidingen.
Werk wordt uitgevoerd zonder dat de volgende
beperkingen voor de ombouw in acht worden
genomen.
<Beperkingen voor de ombouw>
·
De installatie van de thermostatische expansiek-
lep en de solenoïdeklep voor vloeibare toevoer
(beide voor de R410A) op de ombouwbasis.
De thermische isolatie van de voelerbuis van
de thermostatische expansieklep moet ther-
misch geïsoleerd zijn.
·
Installeer de ombouwen op dezelfde verdieping
als de ombouwen verbonden worden met een
enkele buitenunit.
· Zorg dat de uitlaat van de leiding die gebruikt
wordt voor de warmtewisselaar beneden is
geplaatst (zoals aangegeven in de volgende
afbeelding).
Onderdeel Gebruiksstandaarden
Schommelingen
Voedingsvoltage
Binnen ±10% van nominaal voltage
Buitentemperat-
uurbereik
–15°C~43°C
Lengte van
verbindingsleiding
Korter dan 130 m MT (Middelmatige Temperatuur)
Korter dan 70 m LT (Lage Temperatuur)
Hoogteverschil
tussen binnen- en
buitenunits
Minder dan 35 m
(minder dan 10 m als de buitenunit lager
staat)
Hoogteverschil tus-
sen binnenunits
Minder dan 5 m
Inlaat
(bovenzijde)
Uitlaat
(onderzijde)
Warmtewisselaar
06_NL_3P248411-1.fm Page 9 Wednesday, May 27, 2009 10:55 AM

Содержание

Скачать