Al-Ko Powerline T 20-105.4 HDE VS [19/92] Met afstandssensoren rijden

Al-Ko Powerline T 18-95.4 HD [19/92] Met afstandssensoren rijden
De trekker gebruiken
476174_a 19
Doorgaans bedraagt de maaihoogte 4 - 5 cm.
Dit komt overeen met het 2e of 3e raster van
de hoogteverstelling (5b). Maai met een hogere
maaihoogte wanneer het gras vochtig en nat is.
Maai doelmatig in twee doorgangen wanneer
het gras zeer hoog is. Stel de maaier bij de
eerste doorgang op maximale maaihoogte. Bij
de tweede doorgang kunt u deze dan op de ge-
wenste hoogte instellen.
De maaier inschakelen
ADVICE
De maaier mag pas worden ingescha-
keld wanneer de motor al ongeveer een
minuut is warmgelopen!
Wanneer u de maaier inschakelt, mag de
gazonmaaier niet in hoog gras staan.
1. Start de motor.
2. Plaats de regelaar (1b) voor het motortoeren-
tal in bedrijfsstand.
3. Stel de maaier in op de hoogste maaihoogte
(5b).
4. Schakel de maaier in met de kantelscha-
kelaar (1e) (stand „I“).
5. Stel de gewenste maaihoogte met de hendel
(5b) in.
6. Begin te rijden met de gazontrekker.
Maaibedrijf bij achteruitrijden
ADVICE
Wanneer enkel het pedaal voor achterui-
trijden wordt ingedrukt, wordt de maaier
uitgeschakeld.
1. Druk de knop "achteruitmaaien" (1f) in en bin-
nen 5 seconden het pedaal (3a) om achteruit
te rijden.
WAARSCHUWING!
Ongevalgevaar bij het achteruitrijden!
Houd het gebied achter u in de gaten tij-
dens het achteruitmaaien!
Achteruitmaaien enkel indien nodig!
De maaier uitschakelen
WAARSCHUWING!
Gevaar door messen die blijven
draaien!
Een (na)draaiend snijmes kan handen
en voeten snijden! Houd handen en voe-
ten daarom uit de buurt van het messen-
systeem!
Schakel de maaier met de kantelschakelaar
(stand „0“) uit (1e).
De maaier kan zowel in stilstand als wanneer de
trekker rijdt, worden uitgeschakeld.
Schakel de maaier altijd uit wanneer u op andere
ondergrond dan gras rijdt.
Met afstandssensoren rijden
De gazontrekkers type 20 en 23 zijn telkens op de
linker- en rechterkant met elk twee afstandssen-
soren uitgerust.
Wanneer iemand de gazontrekker aan de zijkant
nadert of wanneer men zijdelings naast een voor-
werp rijdt en dit door de afstandssensoren wordt
herkend, verschijnt het symbool (2g) op het dis-
play en gaat de maaier na ongeveer 2 seconden
uit. In dit geval moet de trekker opnieuw worden
gestart. Zie "Motor starten".
Maaibedrijf in de buurt van voorwerpen
Wanneer een voorwerp door de afstandssen-
soren wordt geregistreerd, klinkt een signaal-
toon en verschijnt in het display het symbool
(2g). Druk binnen ongeveer 2 seconden op
de toets (1g) opdat de maaier niet wordt uit-
geschakeld.
Druk ongeveer 5 seconden voordat u het
voorwerp bereikt op de toets (1g) opdat de
maaier niet wordt uitgeschakeld.
Afstandssensoren uit- / inschakelen
Zet de ontsteking in stand II (1d).
Op het display verschijnen de bedrijfsu-
ren (2b) van de gazontrekker.
Druk de toets F (2e) zo vaak in tot op het dis-
play geen indicatie verschijnt.
Houd nu de toets F (2e) en de toets R (2n)
tegelijkertijd ingedrukt tot op het display de
indicatie "OFF" resp. "ON" verschijnt.
ADVICE
Wanneer de afstandssensoren zijn uit-
geschakeld, volgt geen veiligheidsuit-
schakeling wanneer personen of voor-
werpen zich aan de zijkant bevinden.
De grasopvangbak leegmaken
ADVICE
Risico op letsel!
Wanneer de grasopvangbak gevuld is,
klinkt een akoestisch signaal. De bak
moet ten laatste nu worden leegge-
maakt.
Naargelang de uitrustingsvariant beschikt uw ga-
zontrekker over een elektrisch bediende functie
grasopvangbak-leegmaken of een handmatig be-
diende grasopvangbak met bedieningshendel.

Содержание

Похожие устройства

Скачать