Al-Ko Robolinho 700 E Руководство по эксплуатации онлайн [83/448] 779321

Al-Ko Robolinho 700 E Руководство по эксплуатации онлайн [83/448] 779321
457397_a 83
Ingebruikname
1. Apparaat (08/1) zodanig in het basisstation
(08/3) plaatsen dat de contactoppervlakken
van het apparaat de laadcontacten van het
basisstation raken.
2. Met apparaat inschakelen.
3. Het display op het apparaat toont Accu
wordt geladen. Indien niet: zie Hoofdstuk
14 "Hulp bij storingen", pagina92.
5.2 Basisinstellingen uitvoeren
1. Afdekkap openen.
2. Met apparaat inschakelen. Firmware, co-
denummer en type worden weergegeven.
3. In het menu taalkeuze met of Ne-
derlands selecteren en met overne-
men.
4. In het menu Aanmelding > PIN invoe-
ren het vooraf ingestelde PIN 0000 invoe-
ren. Hiervoor na elkaar met of het cij-
fer 0 selecteren en telkens met overne-
men. Na de invoer van het PIN wordt de toe-
gang vrijgeschakeld.
5. In het menu PIN wijzigen:
Bij Nieuwe PIN invoeren een zelf
gekozen nieuw PIN van vier plaatsen in-
voeren. Hiervoor na elkaar met of
een cijfer selecteren en telkens met
overnemen.
Bij Nieuwe PIN herh. het nieuwe PIN
opnieuw invoeren. Als beide invoeren
identiek zijn, wordt PIN met succes
gewijzigd weergegeven.
6. In het menu Datum invoeren de actuele
datum instellen (formaat:DD.MM.20JJ).
Hiervoor na elkaar met of een cijfer
selecteren en telkens met overnemen.
7. In het menu Tijdstip invoeren > 24h-
formaat de actuele tijd instellen (for-
maat:HH:MM). Hiervoor na elkaar met of
een cijfer selecteren en telkens met
overnemen.
De basisinstellingen zijn voltooid. De status On-
gekalibreerd starttoets indrukken
wordt weergegeven.
5.3 Maaihoogte instellen
De maaihoogte kan traploos tussen de 25 -
55mm met de hand worden versteld.
1. Afdekking (10/1) openen.
2. De maaihoogte instellen (de actuele maai-
hoogte wordt op het scherm (10/3) in millime-
ter aangegeven):
Maaihhoogte (d.w.z. gazonhoogte) ver-
hogen: Draaiknop(10/2) rechtsom (10/+)
draaien.
Maaihhoogte (d.w.z. gazonhoogte) verla-
gen: Draaiknop(10/2) linksom(10/-)
draaien.
3. Afdekking sluiten.
5.4 Automatische kalibratierun uitvoeren
Zet het apparaat op de beginstand (09)
1. Zet het apparaat binnen het maaioppervlak
op de beginstand:
min. 1m links en 1m voor het basisstati-
on
met de voorkant op de begrenzingskabel
uitgelijnd
Kalibratierun starten
1. Controleer dat er binnen het te voorspellen
bewegingsgedeelte van het apparaat geen
obstakels aanwezig zijn. Het apparaat moet
met beide voorwielen over de begrenzingska-
bel heen kunnen rijden. Verwijder obstakels
indien nodig.
2. Met apparaat starten. Op het display
wordt weergegeven:
! Waarschuwing! Aandrijving
start
Kalibreren, Fase [1]
Tijdens de kalibratierun
Het apparaat rijdt voor de bepaling van de sig-
naalsterkte binnen de begrenzingskabel eerst
twee keer over de begrenzingskabel heen en ver-
volgens naar het basisstation en blijft daar stil-
staan.
Op het display wordt de melding Kalibra-
tie voltooid gegeven.
De accu wordt opgeladen.

Содержание

Скачать