DAB NKV 15/9 T [40/108] Storingen controles mogelijke oorzaken oplossingen

DAB NKV 15/12 T [40/108] Storingen controles mogelijke oorzaken oplossingen
NEDERLANDS
35
Storingen Controles (mogelijke oorzaken) Oplossingen
 Ga na of de voedingsspanning
voldoende is.
 Controleer op aanlopen tussen
bewegelijke en vaste delen.
Elimineer de oorzaak van het
aanlopen.
De motor draait moeizaam.
 Controleer de toestand van de
lagers.
Vervang de beschadigde lagers.
 Controleer of alle fasen aanwezig
zijn.
Herstel de ontbrekende fase.
 Controleer op mogelijke geopende
of vuile contacten in de beveiliging.
Vervang het betreffende component
of maak het schoon.
De (externe) motorbeveiliging wordt
meteen na de start geactiveerd.
 Controleer op mogelijke defecte
isolatie van de motor door de
faseweerstand en de isolatie naar
de massa te controleren.
Vervang de motorkast met stator of
herstel mogelijke aardgesloten
kabels.
 Controleer of de
omgevingstemperatuur niet te hoog
is.
Zorg voor voldoende ventilatie van de
ruimte waar de pomp geïnstalleerd is.
 Controleer de afstelling van de
beveiliging.
Stel de beveiliging af op een
stroomwaarde die geschikt is voor de
opname van de motor bij volledige
belasting.
 Controleer de toestand van de
lagers.
Vervang de beschadigde lagers.
De motorbeveiliging wordt te vaak
geactiveerd.
 Controleer de draaisnelheid van de
motor.
 Controleer of de pomp gevuld is.
 Controleer voor driefase motoren
de draairichting.
Draai twee voedingsgeleiders om.
 Niveauverschil aanzuiging te groot.
 Diameter van zuigleiding te klein of
te lang horizontaal traject.
Vervang de zuigleiding door een
leiding met grotere diameter.
De pomp geeft geen vloeistof af.
 Voetklep of zuigleiding
geblokkeerd.
Maak de voetklep of de zuigleiding
schoon.
 De zuigleiding of de voetklep
zuigen lucht aan.
Controleer de zuigleiding nauwgezet,
herhaal het vullen.
De pomp vult zich niet.
 Controleer de helling van de
zuigleiding.
Corrigeer de helling van de
zuigleiding.
 De voetklep of de waaier zijn
geblokkeerd.
Verwijder de blokkeringen. Vervang
de waaier indien deze versleten is.
 Diameter zuigleiding te klein.
Vervang de zuigleiding door een
leiding met grotere diameter.
De pompopbrengst is onvoldoende.
 Controleer of de draairichting
correct is.
Draai twee voedingsgeleiders om.
 Zuigdruk te laag.
De pompopbrengst is niet constant.
 Zuigleiding of pomp gedeeltelijk
geblokkeerd door onzuiverheden.
Verwijder de blokkeringen.
 Lek van de zuigleiding.
De pomp draait in tegengestelde
richting bij het uitschakelen.
 Voetklep of keerklep defect of
geblokkeerd in gedeeltelijk open
stand.
Repareer of vervang de defecte klep.
 Controleer of de pomp en/of de
leidingen goed vastzitten.
 Cavitatie van de pomp.
Reduceer de zuighoogte en
controleer de lastverliezen.
 De pompopbrengst overschrijdt de
gegevens van het kenplaatje.
Reduceer de opbrengst.
De pomp trilt en maakt lawaai bij het
werken.
 De pomp draait niet vrij.
Controleer de lagers op slijtage.

Содержание

DAB NEDERLANDS Storingen De motor draait moeizaam De externe motorbeveiliging wordt meteen na de start geactiveerd De motorbeveiliging wordt te vaak geactiveerd WATER TECHNOLOGY Controles mogelijke oorzaken Oplossingen Ga na of de voedingsspanning voldoende is Controleer op aanlopen tussen bewegelijke en vaste delen Controleer de toestand van de lagers Controleer of alle fasen aanwezig zijn Controleer op mogelijke geopende of vuile contacten in de beveiliging Controleer op mogelijke defecte isolatie van de motor door de faseweerstand en de isolatie naar de massa te controleren Controleer of de omgevingstemperatuur niet te hoog is Controleer de afstelling van de beveiliging De pomp geeft geen vloeistof af De pomp vult zieh niet De pompopbrengst is onvoldoende Controleer de toestand van de lagers Controleer de draaisnelheid van de motor Controleer of de pomp gevuld is Controleer voor driefase motoren de draairichting Niveauverschil aanzuiging te groot Diameter van zuigleiding te klein of te lang horizontaal traject Voetklep of zuigleiding geblokkeerd De zuigleiding of de voetklep zuigen lucht aan Controleer de helling van de zuigleiding De voetklep of de waaier zijn geblokkeerd Diameter zuigleiding te klein De pompopbrengst is niet constant De pomp draait in tegengestelde richting bij het uitschakelen De pomp trilt en maakt lawaai bij het werken Controleer of de draairichting correct is Zuigdruk te laag Zuigleiding of pomp gedeeltelijk geblokkeerd dooronzuiverheden Lek van de zuigleiding Voetklep of keerklep defect of geblokkeerd in gedeeltelijk open stand Controleer of de pomp en of de leidingen goed vastzitten Cavitatie van de pomp De pompopbrengst overschrijdt gegevens van het kenplaatje De pomp draait niet vrij 35 de Elimineer de oorzaak van aanlopen Vervang de beschadigde lagers het Herstel de ontbrekende fase Vervang het betreffende component of maak het schoon Vervang de motorkast met stator of herstel mogelijke aardgesloten kabels Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar de pomp geinstalleerd is Stel de beveiliging af op een stroomwaarde die geschikt is voor de opname van de motor bij volledige belasting Vervang de beschadigde lagers Draai twee voedingsgeleiders om Vervang de zuigleiding door een leiding met grotere diameter Maak de voetklep of de zuigleiding schoon Controleer de zuigleiding nauwgezet herhaal het vullen Corrigeer de helling van de zuigleiding Verwijder de blokkeringen Vervang de waaier indien deze versleten is Vervang de zuigleiding door een leiding met grotere diameter Draai twee voedingsgeleiders om Verwijder de blokkeringen Repareer of vervang de defecte klep Reduceer de zuighoogte controleer de lastverliezen Reduceer de opbrengst Controleer de lagers op slijtage en

Скачать