DAB KV 50/94 T [51/108] Veranderingen en reserve onderdelen

DAB KV 10/4 M [51/108] Veranderingen en reserve onderdelen
NEDERLANDS
45
13.
VERANDERINGEN EN RESERVE-ONDERDELEN
Alle niet vooraf geautoriseerde veranderingen ontheffen de fabrikant van iedere soort
verantwoordelijkheid. Alle bij de reparaties gebruikte reserve-onderdelen moeten
origineel zijn en alle accessoires moeten door de fabrikant toegestaan zijn, zodat de
maximum veiligheid voor personen en bedienend personeel, voor de machines en de
installaties, waar de pompen op gemonteerd kunnen worden, gegarandeerd kan
worden.
14. STORINGZOEKEN EN OPLOSSINGEN
STORINGEN
CONTROLEREN
(mogelijke oorzaken)
OPLOSSING
1. De motor start niet en
maakt geen geluid.
A. De beschermings zekeringen nagaan.
B. Elektrische aansluitingen nagaan.
C. Nagaan of de motor onder druk staat.
D. Het kan zijn dat de motor beschermer
ingeschakeld zijn, door overschrijding
van de maximale temperatuur
grens(monofase uitvoering).
A. Indien verbrandt deze verwisselen.
 Een eventuele spontane schade
herstelling wijst op een motor kort
sluiting.
D. De automatische motor beschermer
herstelling verwachten, eenmaal binnen
de maximale temperatuur grens.
2. De motor start niet
maar maakt geluid.
A. Zich verzekeren dat de stroom toevoer
overeen komt met van wat er op het
naamplaatje staat.
B. Nagaan of de verbindingen goed zijn
uitgevoerd.
C. De klemmen nagaan of ze bij alle fasen
aanwezig zijn.
D. De as is geblokkeerd. Mogelijk pomp of
motor verstoppingen opzoeken.
B. Eventuele fouten herstellen.
C. Indien ze afwezig zijn , de verkeerde fase
weer herstellen.
D. Verstopping verwijderen.
3. De motor draait
moeilijk.
A. De stroom toevoer zou onvoeldoende
kunnen zijn.
B. Mogelijke wrijvingen tussen vaste en
bewegende delen nagaan.
C. Kogellagers nagaan.
B. Wrijvings oorzaken verwijderen.
C. De eventuele beschadigde kogellagers
vervangen.
4. De (buiten)
bescherming van de
motor treedt direct
na start in.
A. Nagaan of bij de klemmen alle fases
aanwezig zijn.
B. Nagaan of er open of smerige contacten
zijn.
C. De mogelijke defecte isolatie van de
motor nagaan door middel van een
controle op de fase zekering en de isolatie
massa.
A. Afwezige fases weer herstellen.
B. Vervangen of schoonmaken van het
bijpassende onderdeel.
C. De motor kas met een stator vervangen
of mogelijk kabel in kort sluiting
herstellen.
5. De bescherming van
de motor treedt te
vaak in.
A. Nagaan of de ruimte temperatuur niet te
hoog is.
B. De gesteldheid van de bescherming
nagaan.
C. De draai snelheid van de motor nagaan.
D. De toestand van de kogellagers nagaan.
A. De ruimte goed ventileren.
B. De motor goed instellen volgens stroom
opname bij volledige lading.
C. De motor gegevens nagaan.
D. De beschadigde kogellagers vervangen.
6. De pomp zuigt niet. A. De pomp is niet correct ingesteld(lucht
aanwezigheid bij opzuiging buis of
binnen de pomp).
B. De correcte draairichting bij driefase
motoren nagaan.
C. Opzuig niveau verschil te hoog.
D. Opzuig buis met te kleine diameter of
met een te breed horizontaal oppervlak.
E. Bodem klep of opzuig buis verstopt.
A. De pomp en de opzuig buis met water
aanvullen en de opzuiging starten.
B. Onderling twee voedings draden
verwisselen.
C. Het instructie punt n.7,over installatie,
nagaan.
D. Opzuig buis met een ander van een
grotere diameter vervangen.
E. Bodem klep of opzuig buis schoonmaken.
7. De pomp zuigt het
niet op.
A. Opzuig buis of bodem klep die lucht
opzuigen.
B. De negatieve helling van de opzuig buis
laat een vorming van lucht bellen toe.
A. Dit ongemak verwijderen door de opzuig
buis goed schoonmaken.
B. De helling van opzuig buis corrigeren.

Содержание

Скачать