Stihl AL 101 [157/304] Gevaar

Stihl AL 101 [157/304] Gevaar
0458-511-9921-C
155
Nederlands
4 Veiligheidsinstructies
De netsteker van de aansluitkabel of de verlengkabel is
beschadigd.
De contactdoos is niet correct geïnstalleerd.
GEVAAR
Contact met stroom geleidende componenten kan leiden
tot een stroomschok. De gebruiker kan ernstig of dodelijk
letsel oplopen.
Controleer dat de aansluitkabel, de verlengkabel en de
netsteker hiervan niet zijn beschadigd.
Aansluitkabel, verlengkabel en de netstekkers ervan
met droge handen beetpakken.
Netstekker van de aansluitkabel of de verlengkabel in
een correct geïnstalleerde en beveiligde contactdoos
met randaarde steken.
Acculader via een aardlekschakelaar (30 mA, 30 ms)
aansluiten.
Een beschadigde of niet geschikte verlengkabel kan
leiden tot een elektrische schok. Personen kunnen ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
Een verlengkabel met de juiste kabeldoorsnede
gebruiken, @ 11.2.
WAARSCHUWING
Tijdens het laden kan een verkeerde netspanning of een
verkeerde netfrequentie leiden tot overspanning in de
acculader. De acculader kan hierbij worden beschadigd.
Controleren of de netspanning en de netfrequentie van
het lichtnet corresponderen met de gegevens op het
typeplaatje van de acculader.
Als er meerdere acculaders op een meervoudige
contactdoos zijn aangesloten, kunnen de elektrische
onderdelen tijdens het laden worden overbelast. De
elektrische componenten kunnen warm worden en in
brand raken. Personen kunnen zwaar letsel oplopen of
worden gedood en er kan materiële schade ontstaan.
Acculader afzonderlijk op een contactdoos aansluiten.
Acculader niet op een tafelcontactdoos of verdeeldoos
aansluiten.
Een verkeerd neergelegde aansluitkabel en verlengkabel
kunnen beschadigd raken en personen kunnen hierover
struikelen. Personen kunnen letsel oplopen en de
aansluitkabel of verlengkabel kan worden beschadigd.
De aansluitkabel en verlengkabel zo neerleggen en
kenmerken, dat personen niet kunnen struikelen.
De aansluitkabel en verlengkabel zo neerleggen, dat
deze niet gespannen zijn of verwikkeld kunnen raken.
De aansluitkabel en verlengkabel zo neerleggen, dat
deze niet kunnen worden beschadigd, kunnen knikken
of afgekneld worden of ergens tegenaan schuren.
Aansluitkabel en verlengkabel beschermen tegen hitte,
olie en chemicaliën.
De aansluitkabel en verlengkabel neerleggen op een
droge ondergrond.
Tijdens de werkzaamheden wordt de verlengkabel warm.
Als de warmte niet kan worden afgevoerd, kan dit leiden
tot brand.
Als een kabelhaspel wordt gebruikt: De kabelhaspel
volledig uitrollen.
Als er elektrische bedrading en leidingen in de muur
zitten, kunnen deze worden beschadigd als de acculader
op de muur wordt bevestigd. Contact met elektrische
Als de aansluitkabel of de verlengkabel
beschadigd is:
beschadigde plaats niet aanraken.
De netstekker uit de contactdoos trekken.

Содержание

Похожие устройства

Скачать