DAB KV 10/5 T [45/108] Technische kenmerken en gebruiksbeperkingen

DAB KV 10/4 M [45/108] Technische kenmerken en gebruiksbeperkingen
NEDERLANDS
39
4. TECHNISCHE KENMERKEN EN GEBRUIKSBEPERKINGEN
 Vloeistof temperatuurs veld:
 KV:
van –15°C tot +110°C voor de hele serie
 Voeding spanning:
 50Hz:
1 x 220-240 V
3x230-400V tot/met 4Kw
3x400V boven 4KW
 Vermogen:
van 1,8 tot 45 m³/h (zie bladz. 95-96 afb.5-6)
 Overname – Hmax (m):
zie bladz.95-96 afb. 5-6 - bladz. 97
 Motor beschermings graad:
IP44 (Voor IP55 zie naamplaatje op verpakking)
 Klemmen beschermings graad:
IP55
 Thermisch klasse:
F
 Opgenomen vermogen:
zie naamplaatje techn. Gegevens
 Maximale ruimte temperatuur :
+40°C
 Bewarings temperatuur:
-10°C +40°C
 Relatieve lucht vochtigheid:
max 95%
 Maximale werkdruk:
KV 3 – 6 – 10 18 Bar (1800 Kpa)
KV 32 – KV 40 25 Bar (2500 Kpa)
KV 50 30 Bar (3000 Kpa)
 Motor constructie: volgens CEI 2 – 3 brochure 1110 bepalingen
 Gewicht: zie naamplaatje op verpakking
 Afmetingen: Zie afb. 1 –2 op bladz. 93
 Vertraagde niveau (AM klass): algemene waarden (Ampere)
Model niveau zekeringen
1x220-240V 50Hz 3x230V 50Hz 3x400V 50Hz
KV 3/10, KV 3/12, KV 6/7, KV 6/9, KV 10/4 10 8 4
KV 32/34, KV 32/44, KV 32/54, KV 32/64, KV 32/74,
KV 32/84, KV 40/34, KV 40/44, KV 40/54, KV 50/34
- - 8 4
KV 3/15, KV 6/11, KV 10/5 12 10 6
KV 32/94, KV 32/104, KV 32/114, KV 40/64, KV 40/74
KV 50/44
- - 10 6
KV 10/6 16 10 6
KV 3/18, KV 6/15, KV 10/8, KV 32/2
KV 32/124, KV 32/134, KV 32/144, KV 32/154,
KV 40/84, KV 40/94, KV 40/104, KV 50/54, KV 50/64
- - 12 8
KV 32/3, KV 32/4, KV 40/2
KV 40/114, KV 40/124, KV 40/134, KV 50/74,
KV 50/84, KV 50/94, KV 50/104, KV 50/114
- - 20 12
KV 32/5, KV 40/3
KV 50/124, KV 50/134, KV 50/144, KV 50/154
- - 25 16
KV 32/6, KV 32/7, KV 32/8, KV 40/4, KV 40/5,
KV 50/2, KV 50/3
- - 40 20
KV 40/6, KV 40/7, KV 40/8, KV 50/4, KV 50/5 - - 63 32
KV 50/6 - - 63 40
KV 50/7, KV 50/8 - - 80 50
KV 50/9 - - 125 63
5. BEHEER
5.1
Opslag
Alle pompen moeten op een overdekte, droge plaats met een liefst constante luchtvochtigheid, trilling- en
stofvrij, opgeslagen worden.
Zij worden in hun oorspronkelijke verpakking geleverd, waar ze in moeten blijven tot het moment van
installatie. Als dit niet zo zou zijn, ervoor zorgen de aan- en afvoeropeningen zorgvuldig af te sluiten.
5.2
Transport
Vermijden de producten aan onnodig stoten en botsen te onderwerpen.
Om de eenheid op te tillen en te transporteren hefmachines en de (indien voorzien) standaard bijgeleverde
pallet gebruiken. De nodige touwen van plantaardige of synthetische vezels alleen gebruiken, als het stuk
gemakkelijk met stroppen op te hijsen is, liefst door de standaard bijgeleverde oogbouten te gebruiken.
In geval van pompen met een aanbouw kunnen de voor het optillen van een onderdeel voorziene oogbouten
niet gebruikt worden om de motor-pomp-eenheid op te tillen.
5.3
Afmetingen en gewicht
De sticker op de verpakking geeft het totaalgewicht van de electropomp aan. De afmetingen voor
plaatsinname zijn aangegeven op bladz. 93

Содержание

Скачать