HansGrohe 31171000 focus [10/52] Montage zie blz 46

HansGrohe 31171000 focus [10/52] Montage zie blz 46
Nederlands
Symboolbeschrijving
Batterij verwisselen (zie blz. 49)
Onderhoud
Keerkleppen moeten volgens DIN EN 1717 regelmatig en volgens
plaatselijk geldende eisen op het funktioneren gecontroleerd worden.
(Tenminste een keer per jaar) (zie blz. 50)
Bediening (zie blz. 48)
Doorstroomdiagram (zie blz. 51)
met EcoSmart
®
zonder EcoSmart®
Maten (zie blz. 51)
Wastafel reinigen (zie blz. 49)
Reinigen (zie blz. 50) en bijgevoegde brochure
Gebruik geen zuurhoudende silicone!
Service onderdelen (zie blz. 52)
Veiligheidszone (zie blz. 46)
Safety Function (zie blz. 47)
Dankzijd de Safety Function kan de gewenste maximale temperatuur
van bijv. max. 38º C van te voren worden ingesteld.
Technische gegevens
Armatuur standaard met EcoSmart
®
(doorstroombegrenzer)
Werkdruk: max. max. 0,8 MPa
Aanbevolen werkdruk: 0,1 - 0,5 MPa
Getest bij: 1,6 MPa
(1 MPa = 10 bar = 147 PSI)
Temperatuur warm water: max. 60 °C
Naloop tijdec: 1 – 2 sec
Automatisch uitschakelen: na 1 minuut
batterij: CR-P2 / 6 V lithium
trafo: 230 V AC ± 10 % / 50 – 60 Hz / 20 mA
Beveiligingsklasse: IPX5
Plaats typeplaatje: zie blz. 52
Montage zie blz. 46
Gebruik met batterijen
Via een LED wordt aangegeven dat de batterij moet worden vervangen.
Batterijspanning ≤ ca. 5,5 V:
De LED in het sensorvenster knippert als de kraan wordt gebruikt. Het is nog
mogelijk om water uit de kraan te pakken.
Batterijspanning ≤ ca. 5,3 V:
De LED in het sensorvenster brandt continu. Het is niet meer mogelijk om water uit
de kraan te pakken. De batterij moet worden vervangen.
Let op! Nadat de batterij is vervangen, mag de kraan gedurende ca. 30 seconden
niet worden geactiveerd. In deze tijd stelt de kraan zichzelf af.
Bij de wissel, de inbouw en de afdanking van een batterij moeten de instructies
conform EN 60335-1 bijlage 3 paragraaf 7.12 in acht genomen worden.
Gebruik met adapter
Bij het vervangen van de adapter moet hetzelfde te werk worden gegaan als bij het
vervangen van de batterij.
Normaal gebruik
Het bereik van het detectiegebied resp. de afstand van het inschakel- en
uitschakelpunt van de kraan is niet alleen afhankelijk van de optische
omgevingsfactoren (bijvoorbeeld van de vorm en de reflectie van de wastafel en
de verlichting in de omgeving), maar ook van de vorm, de grootte, de snelheid
en de reflectie van het object dat op dat moment binnen het detectiegebied wordt
gehouden.
Het bereik van het detectiegebied resp. de afstand van het inschakel- en
uitschakelpunt van de kraan ligt bij normaal gebruik tussen ca. 110 en 150 mm.
Donkere (bijv. grijs-zwarte) objecten worden op grond van hun geringe
reflectie slecht herkend door de kraan. Bij deze objecten kan het bereik van het
detectiegebied resp. de afstand van het inschakel- en uitschakelpunt kleiner zijn dan
110 mm.
Lichte of spiegelende objecten worden op grond van hun hoge reflectie erg goed
herkend door de kraan. Bij deze objecten kan het bereik van het detectiegebied
resp. de afstand van het inschakel- en uitschakelpunt groter zijn dan 150 mm.
Sterke lichtbronnen mogen niet direct op het sensorvenster van de kraan worden
gericht.
Door waterdruppels of condenswater op het sensorvenster kan de kraan
onbedoeld aangaan.
Instelling reikwijdte van de infrarood-
benaderingselektronica
Als de armatuur aan zeer grote wastafels wordt aangesloten, kan het noodzakelijk
zijn om door een handmatige omschakeling van de bedrijfsmodus de reikwijdte van
de infrarood-benaderingselektronica te maximaliseren.
Er kan tussen de volgende reikwijdten worden omgeschakeld:
• „maximale reikwijdte“ (gereduceerde reikwijdte ca. 50 mm gemaximaliseerd)
• „gereduceerde reikwijdte“ (fabrieksinstelling)
In welke bedrijfsmodus de armatuur zich actueel bevindt, wordt door de LED achter
het sensorvenster gesignaleerd:
• kort knipperen bij het sluiten van de armatuur = „gereduceerde reikwijdte“
• geen knipperen bij het sluiten van de armatuur = „maximale reikwijdte“
Om te wisselen van de „gereduceerde reikwijdte“ naar de „maximale reikwijdte“
of omgekeerd moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
• Spanningsvoeding van de armatuur ca. 10 sec. onderbreken (elektrische
steekverbinding tussen armatuur en accu-/batterijbehuizing of voedingseenheid
onderbreken en na 10 sec. weer verbinden)
• door het knipperen van de LED wordt de software-versie weergegeven (bijv. 1 x
knipperen = software-versie 1)
• als de LED permanent brandt
(-> kalibreren van de infrarood-benaderingselektronica), sensorvenster met de hand
of een wit stuk papier volledig afdekken
• na 20 sec. tot 40 sec. de hand of het papier weer verwijderen
• de LED geeft door te knipperen de actueel geactiveerde bedrijfsmodus aan: 1 x
= „maximale reikwijdte“, 2 x = „gereduceerde reikwijdte“
• daarna brandt de LED weer permanent tot het kalibreren van de zojuist opnieuw
ingestelde reikwijdte van de infrarood-benaderingselektronica is afgesloten
• als de LED weer uitgaat, is de armatuur bedrijfsklaar
10
0, 1, 2

Содержание

Похожие устройства

Скачать