Marina-Speroni cma 25 aut+s4 [43/44] Aansluiting van aanzuigtoebehoren

Marina-Speroni cma 25 aut+s4 [43/44] Aansluiting van aanzuigtoebehoren
43
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK VAN DE POMP
De pomp is zelfaanzuigend. Als u om welke reden ook een alternatieve zuigbuis moet
gebruiken, wordt u ten zeerste aangeraden een zeeffilter te gebruiken met een maasgrootte
van 4-5 mm en een terugslagklep.
AANSLUITING VAN AANZUIGTOEBEHOREN
Een lekkende zuigleiding zuigt lucht aan en belet zo dat water kan worden aangezogen. De
volgende richtlijnen moeten bijgevolg worden nageleefd:
- Plaats de zuigleiding in opwaartse positie van de waterbron naar de pomp toe. Vermijd de
zuigleiding boven de pomphoogte te plaatsen, anders kunnen luchtbellen in de zuigleiding
ontstaan.
- De zuigleiding en de waterleiding moeten zodanig worden geplaatst dat ze geen mechanische
druk op de pomp uitoefenen.
- Het zuigventiel moet minstens 30 cm onder het laagste waterpeil staan.
- Vermijd de pomp te gebruiken voor corrosieve vloeistoffen of vloeistoffen die schurende
substanties zoals zand bevatten (installeer anders een filter in de zuigleiding).
GELIEVE VOLGENDE RICHTLIJNEN UITERST ZORGVULDIG OP TE VOLGEN
VOORALEER U DE POMP IN DIENST STELT
- Vul de pomp met water via de filternek (73 "top") tot ze overloopt.
- Sluit de zuigbuis aan (min. 1") en zorg er daarbij voor dat deze 100% luchtdicht is, en
dompel deze onder in het water.
- Open de aanvoerleiding en laat het water en eventueel opgesloten luchtbellen uitpersen.
- De pomp zal correct werken binnen ongeveer 1-3 minuten.
MOGELIJKE BEDRIJFSPROBLEMEN (POMP) De pomp voert geen water aan.
De mogelijke oorzaken zijn:
- Pomphuis niet volledig gevuld met water.
- Zuigslangaansluitingen niet luchtdicht: defecte pompdichting; zuig- of voetventiel niet diep
genoeg in het water ondergedompeld.
- Filter of voetventiel ondergedompeld in bezinksel.
- Lucht komt binnen in de mechanische dichtingspakking.
- Te grote zuighoogte (meer dan 6 meter).
- Een door gebruik versleten of beschadigde rotor (een spleet van meer dan 0,3 mm tussen
de rotor en de leiplaat).
8 – Motor staat op koude plaats.
9 – Het vrijloopsproeistuk is verstopt.
10 – Zie punten 4 en 5.
11 – Luchtfilter verstopt.
12 – De knaldemper en het cilinder uitlaatkanaal
vertonen koolstofafzettingen
13- Krukasoliepakking defect.
14 - Cilinder, segmenten versleten.
15 – Verkeerd benzine-oliemengsel
(te veel olie).
16- Ontstekingstijdstip verkeerd afgesteld
17- Bougie lichtgrijs met tekenen van gloeiing.
18- Koolstofafzettingen in de verbrandingskamer.
8 – Wacht tot de motor opwarmt.
9 – De sproeier schoonmaken.
11 – Filter reinigen.
12 – Alles reinigen.
13 – Deze vervangen.
14 – Cilinder vervangen, zuiger vervangen
15- Gepast mengsel gebruiken.
16 – Correctie uitvoeren.
17 – Monteer een koelere bougie.
18 – Verwijder afzettingen.
MOTOR STOPT IN VRIJLOOP OF MAAKT TE HOGE TOEREN
MOTOR BEREIKT MAX. VERMOGEN NIET
MOTOR STOPT NIET

Содержание

Скачать