Daikin EWYP150CAYNP [266/392] Algemene inbedrijfstelling

Daikin EWYP220CAYNN [266/392] Algemene inbedrijfstelling
266 CG-SVX04C-NL
Algemene inbedrijfstelling
Als ethyleenglycol wordt toegevoegd aan het gekoeldwatercircuit, moet rekening
worden gehouden met de onderstaande aanpassings factoren.
Tabel 13 - Aanpassingsfactoren ethyleenglycol
LWTE PCT EG Aanpassingsfactoren
(%) Stroomsnelheid Druk val Opgenomen Koelvermogen
vermogen
12 30 1,11 1,20 1,005 0,98
5 30 1,11 1,24 1,005 0,98
4 10 1,02 1,08 - -
0 20 1,05 1,19 - -
-4 27 1,08 1,29 - -
-8 33 1,10 1,46 - -
-12 37 1,12 1,62 - -
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
-12 °C -10 °C -8 °C -6 °C -4 °C -2 °C 0 °C 2 °C 4 °C
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
-10 °C -8 °C -6 °C -4 °C -2 °C 0 °C 2 °C 4 °C
Er bevindt zich een overdrukklep bij de
pompaanzuiging, waardoor de druk in
het water begrensd wordt op 3 bar.
De stikstofdruk in het expansievat moet
gelijk zijn aan de geometrische hoogte
van de installatie + 0,5 bar (om te
voorkomen dat lucht het watercircuit
binnendringt)
Het expansievat moet gevuld worden
met stikstof. De druk moet jaarlijks
gecontroleerd worden.
Voor een goede werking van de pomp
moet de pompaanzuigdruk tussen 0,5 en
2,5 bar liggen als de pomp draait.
Aanbevolen concentratie ethyleenglycol
Aanbevolen concentratie propyleenglycol
Laagste watertemperatuur
Laagste watertemperatuur

Содержание

Скачать