Alpina CRONO 50 H [56/125] Montage

Alpina CRONO 50-G [56/125] Montage
56
NEDERLANDS
NL
op hellende, gladde of losse terreinen.
Start de motor voorzichtig volgens de instruc-
ties in deze handleiding. Zorg dat lichaamsde-
len niet in contact met de rotors komen.
Start de motor nooit in een afgesloten ruimte.
De koolmonoxide in de uitlaatgassen van de
motor is giftig en kan de dood tot gevolg heb-
ben.
Draag nauwsluitende kleding en stevige sch-
oenen die de voeten helemaal bedekken.
Bij het rijden op hellingen mag de tank slechts
voor de helft gevuld zijn. Anders kan er benzine
uit lekken.
Schakel de motor in de volgende gevallen uit:
Als u de machine onbewaakt achterlaat.
Voordat u gaat tanken.
Zorg altijd voor een goed steunpunt voor de
voeten, speciaal op hellingen.
Controleer of niemand zich voor of naast de
machine bevindt als u de bladen start. Houd het
stuur stevig vast. De machine komt omhoog als
u de rotors start. Wees vooral voorzichtig bij het
achteruitrijden.
Houd tijdens de werkzaamheden altijd een veil-
ige afstand tot de rotors aan. Door het stuur op
de beoogde manier vast te houden, voldoet u
aan deze veilige afstand.
Bij werkzaamheden op hellingen moet iedereen
op een afstand van 20 m van de machine bli-
jven. De gebruiker moet het stuur voortdurend
met beide handen stevig vasthouden.
Let bij werkzaamheden in een steenachtige of
harde grond nog beter op. De machine is dan
namelijk onstabieler.
Raak de motor tijdens of na het rijden nooit aan.
Kans op brandwonden!
2.4 NA HET RIJDEN
Laat de motor afkoelen voordat u de machine
opslaat. Kans op brand!
Verwijder vuil en vreemde materialen voordat u
de machine opslaat. Houd het gebied rondom de
benzinetank en de geluidsdemper schoon van
bladeren, olie, benzine of andere vreemde ma-
terialen. Kans op brand!
Als u de benzinetank wilt legen, doe dat dan
buitenshuis en als de motor koud is. Kans op
brand!
Bewaar de machine op een droge plaats. Sla de
machine niet met brandstof in de tank op in
ruimtes waar vuur, vonken of sterke warmte-
bronnen voorkomen.
2.5 ONDERHOUD
Voer regelmatig onderhoud uit. Zorg ervoor dat
alle schroeven en moeren altijd vastgedraaid zi-
jn.
Gebruik altijd goede, originele reserveonderde-
len. U mag reserveonderdelen niet repareren.
Bij gebreken moet u ze vervangen. Inferieure
reserveonderdelen kunnen letsel veroorzaken.
Als de geluidsdemper beschadigd raakt, moet u
deze vervangen.
In de volgende gevallen moet u eerst de motor
uitschakelen en vervolgens de bougiekabel
loskoppelen:
Als de rotors moeten worden afgesteld.
Als de machine moet worden gereinigd of
gerepareerd.
Bij de controle na een botsing met vaste, harde
voorwerpen. Voer de noodzakelijke reparaties
uit
voordat u met de werkzaamheden doorgaat.
Als de machine abnormaal begint te trillen.
Voer de
noodzakelijke reparaties uit voordat u met de
werkzaamheden doorgaat.
Draag veiligheidshandschoenen bij werkzaam-
heden aan de rotors.
3 MONTAGE
3.1 Steunwielen
1. Plaats de steunwielen (2:T) in de houder en
bevestig deze aan de dieptepen (2:Q) met de
knop (2:R).
2. Monteer de eenheid op de machine en zet deze
op een geschikte hoogte vast met de knop (2:S).
3.2 Handgreepsteun
Monteer de handgreepsteun (3:U) op de machine.
Gebruik de vier bouten, moeren en ringen zoals
aangegeven in afb. 4.
3.3 Handgreep
1. Schuif de verstevigingsplaat (3:V) van onderaf
in de handgreepsteun zodat de gaten met elkaar
uitgelijnd zijn.
2. Monteer de rechter en linker handgreep (4:A en
4:B) met de onderstaande onderdelen:
De doorgaande bout (4:C) met twee ringen
en moeren. Controleer of de bout ook door
de verstevigingsplaat (3:V) gaat.
De knop (4:D) met bout (4:E) en twee

Содержание

Скачать