Sagi KBS16A (внутренний агрегат) [61/73] Alarmsignalen

Sagi KBS16A (внутренний агрегат) [61/73] Alarmsignalen
10
(6) het instrument slaat de berekening van de interval van ontdooiing iedere 30 miniuten in het geheugen op; de aanpassing van parameter d0 is van kracht
vanaf de beëindiging van de vorige interval van de ontdooiing of vanaf de activering van een handmatige ontdooiing
(7) de display herstelt zijn normaal functioneren, wanneer, nadat de stilstand ventilator van de verdamper is beëindigd, de temperatuur van de cel zakt onder
de temperatuur welke de display heeft laten blokkeren (of indien zich een temperatuur-alarm voordoet)
(8) indien parameter P3 is ingesteld op 0 of 2, functioneert het instrument alsof d8 op 0 zou zijn ingesteld
(9) indien bij de activering van de ontdooiing de duur van de inschakeling van de compressor korter is dan de met parameter dA vastgestelde tijd, blijft de
compressor nog aan voor de fractie van de tijd die nodig is voor de voltooiing van die tijd
(10) indien parameter P3 is ingesteld op 0, functioneert het instrumento alsof parameter A0 op 0 zou zijn ingesteld
(12) tijdens de ontdooiing, het uitdruppelen en de stilstand ventilator van de verdamper, zijn de temperatuur-alarmen afwezig, op voorwaarde dat deze zich
voordoen na de activering van de ontdooiing
(14) indien parameter P3 is ingesteld op 0, functioneert het instrument alsof parameter F0 op 2 zou zijn ingesteld
INLEGGEN VAN PRODUCTEN
Verdeel het product op gelijke wijze in de koelruimten
teneinde een goede luchtcirculatie te bewerkstelligen;
Vermijd het afsluiten van de ventilatiezones van de
koelingsinstallatie aan de linkerzijde van de ruimte;
Plaats geen levensmiddelen die op lage temperatuur
bewaard dienen te worden, in de laatste lade
rechtsonder;
Levensmiddelen afdekken of inwikkelen met de daarvoor
bedoelde beschermfolie alvorens deze in de koelkast te
plaatsen;
Geen te warme eet- of drinkwaar in de koelkast plaatsen;
De deuren niet langer dan nodig open laten tijdens het
eruit halen of erin plaatsen van levensmiddelen.
STILZETTEN
Om de werking van het apparaat te onderbreken is het onder
alle omstandigheden voldoende de hoofdschakelaar op stand
OFF te drukken : het licht van de toets zal uit gaan.
Om het basiselement van de electrische spanning te isoleren,
de stekker uit het stopcontact halen.
ONTDOOIING
Het ontdooien van de apparaten verloopt geheel automatisch,
volgens elektrische weerstand.
De ontdooiïng wordt geregeld door de thermostaat-
thermometer.
De ontdooing vindt na 6 uur. De duur van de ontdooiingscyclus
wordt door het apparaat geregeld.
Men kan op ieder moment een ontdooiïngscyclus inschakelen
door 4 seconden lang op toets “
” te drukken (zie fig. e).
Als de ontdooiïng in handbediening voorbij is, zullen de vóór
de ontdooiïng bestaande omstandigheden zich automatisch
herstellen.
Het apparaat verdampt de condens automatisch.
ALARMSIGNALEN
De toets “ ”schakelt de volgende alarmsystemen.
Op het DISPLAY worden eventuele alarmsignaleringen en
meldingen gevisualiseerd:
Led “
”aan ; compressor geactiveerd.
Led “
”knippert ; vertraging in de activering van de
compressor.
Led “
”aan ; ontdooiing in uitvoering.
Led “
”knippert, dit duidt op vertraging in de activering
van de ontdooiing of druppelsgewijs waterverlies.
Led “
” aan ; ventilatoren geactiveerd.
Led “
” licht op dit duidt op een stilliggende ventilator in
de verdamper.
E0” licht op op het display. Dit geeft een van de volgende
afwijkingen aan; soort sonde in de cel is niet
juist, defecte sonde in de cel of onjuiste verbindingen,
geregistreerde temperatuur valt buiten de waarne-
mingslimieten.
E1” licht op op het display. Dit geeft een van de volgende
afwijkingen aan; soort sonde verdamper is niet
juist,defecte sonde verdamper of onjuiste verbindingen,
geregistreerde temperatuur valt buiten de
waarnemingslimieten.
"E2" knippert op het display: verlies van de configuratie data
in het geheugen; probeer het apparaat uit te schakelen en
weer aan te zetten, als het alarm niet uitgaat, de
thermoregelaar vervangen.
Temperatuur in de cel: op het display verschijnt een juiste
waarde, maar knipperend, de waargenomen temperatuur in de
sonde valt buiten de vastgestelde grenzen.
ONREGELMATIGHEDEN IN DE
FUNCTIONERING
In geval van onregelmatige functionering moet men, alvorens
de servicedienst van de zone te raadplegen, controleren of:
of de hoofdschakelaar brandt, en of er netspanning is;
de ingestelde temperatuurwaarde de gewenste is;
de deuren goed gesloten zijn;
het apparaat niet dicht bij warmtebronnen geplaatst is;
de condensator schoon is en de ventilator regelmatig
werkt;
er geen overvloedige ijsvorming op de verdampingsplaat
bestaat.
In geval genoemde controles negatief resultaat opgeleverd
hebben, zich tot de servicedienst van de zone wenden onder
vermelding van de op het kenmerkenplaatje weergegeven
gegevens van het model en het registratienummer.
DAGELIJKSE REINIGING
Om een optimale hygiene en behoud van de koelkast te
garanderen is het raadzaam dagelijks, volgens de hieronder
beschreven instructie, de apparaat schoon te houden :
1. De buitenkant van het apparaat zorgvuldig reinigen door
middel van een zachte spons, ondergedompeld in water
met een neutrale detergent en daarna uitgewrongen.
Alleen in de satineerrichting wrijven, en bijzondere
aandacht schenken aan de reiniging van het werkvlak en
van de plaatsen rond de handgrepen van deuren en lades.
gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen of
reinigingsmiddelen die chloor bevatten.
wij raden U aan enkel de volgende reinigingsmiddelen te
gebruiken;
- desinfecterend reinigingsmiddel met meervoudige
werking
(bevat niet-ionogene oppervlakte-actieve stoffen,
benzalkoniumchloride, substanties met chelaat en pH
tampon)

Содержание

Похожие устройства

Скачать