Daikin UATYP560AMY1 [56/192] Let op

Daikin UATYP560AMY1 [56/192] Let op
2
1.2 Ondersteuning van unit
1. De afbeelding toont het gebruik van de dakrand
voor het monteren van deze units.
2. De rand moet worden gekit en aan het dak
worden bevestigd met behulp van weersbestendig
materiaal. Een voorstel voor het afdichten van
de unit en dakrand wordt links getoond.
1.3 Leidingconstructie
Deze unit is voorzien van openingen voor de aanvoer- en retourlucht. De leidingen naar de unit moeten worden
geconstrueerd met leiding enzen en direct met exibele bevestigingen voor de leidingen worden vastgezet op de
luchtopeningen zodat overdracht van lawaai wordt voorkomen.
Ter voorkoming van lekkage van lucht moeten alle naden van leidingen worden gekit.
Leidingen in ruimten waar geen airconditioning is, moeten worden geïsoleerd.
Leidingen die zijn blootgesteld aan de buitenlucht moeten weersbestendig zijn.
Wanneer leidingen een gebouw binnengaan door het dak moet de doorgang weersbestendig worden gemaakt zodat
wordt voorkomen dat regen, zand, stof, enz. het gebouw binnendringen.
In de leiding voor de retourlucht moet een lter van het juiste formaat worden geïnstalleerd.
Dakrand
Dakrand
Dakvlak
Unit
Afdichten met
bitumen
4 - ø15
gaten voor de
montage op het dak
6 - ø15
gaten voor de montage
van het apparaat
1.1 Locatie voor Installatie
Installeer de unit zo, dat de lucht die door de unit wordt gedistribueerd, niet weer naar binnen kan worden
gehaald (zoals bij het invoeren van uitgestoten lucht). Zorg ervoor dat er voldoende ruimte rond de unit is voor
onderhoudswerkzaamheden.
Wanneer er twee of meer units op een locatie worden geïnstalleerd, moeten zij zo worden geplaatst dat de ene unit
niet de uitgestoten lucht van een andere unit kan binnenhalen.
INSTALLATIE VAN DE UNIT
! LET OP
Installeer de eenheid niet op een hoogte van 2000m
4 IM-RTA-0107(2)DKdenv_NL.indd 24 IM-RTA-0107(2)DKdenv_NL.indd 2 3/20/12 11:42:40 AM3/20/12 11:42:40 AM

Содержание

Скачать