Daikin UATYP560AMY1 [66/192] Let op

Daikin UATYP240AMY1 [66/192] Let op
12
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Een paar eenvoudige oplossingstips, voor het geval, dat u vaststelt, dat de airconditioner niet correct functioneert.
Controleer de volgende omstandigheden en oorzaken voor een paar eenvoudige oplossingstips.
Neem voor inlichtingen over reserveonderdelen contact op met uw geautoriseerde leverancier.
Probleem Oorzaken Handeling
Unit werkt niet. Stroomstoring. Druk op [ON/OFF] wanneer de
stroomvoorziening is hersteld.
Zekering gesprongen of circuitonderbreker
ingeschakeld.
Vervang zekering of reset de
circuitonderbreker.
Bedrading stroomvoorziening fase-incorrect. Wijzig de fase van de bedrading.
Compressor begint niet te werken
binnen 3 minuten nadat de unit is
gestart.
Beveiliging tegen frequent opstarten. Wacht 3 minuten totdat de compressor
start.
De luchtstroom is gering. Filter is gevuld met stof of vuil. Maak het lter schoon.
Er bevinden zich obstakels in de luchtinlaat of
-uitlaat van de units.
Verwijder obstakels.
Compressor blijft draaien. Vuil lucht lter. Maak het lucht lter schoon
Temperatuurinstelling is te laag (voor koeling).
Temperatuurinstelling is te hoog (voor verwarming).
Reset de temperatuur.
Er wordt geen koele lucht geleverd
tijdens de koelingscyclus, of er wordt
geen warme lucht geleverd tijdens de
verwarmingscyclus.
Temperatuurinstelling is te hoog (voor koeling).
Temperatuurinstelling is te laag (voor verwarming).
Stel de temperatuur lager in.
Stel de temperatuur hoger in.
Tijdens de verwarmingscyclus stopt
de binnenventilator plotseling.
UAT(Y)(P)180,240,280,320
Tijdens de verwarmingscyclus
verwarmd de toegevoerde lucht
plotseling niet genoeg.
UAT(Y)(P)450,500,700,850
Unit is bezig met de ontdooicyclus. Wacht enige tijd.
(De unit zal weer gaan werken na het
ontdooien.)
Als de storing niet kan worden verholpen, bel dan uw geautoriseerde leverancier/servicemonteur ter plaatse.
De units met bovenpakket worden vooraf in de fabriek voorzien van voldoende koelmiddel. Het kan tijdens service- of
onderhoudswerkzaamheden echter nodig zijn koelmiddel aan te vullen. Daarom moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden
getroffen zodat een optimale en storingsvrije werking van het systeem gewaarborgd is:
(i) Het systeem moet grondig vacuüm worden gemaakt zodat gewaarborgd is dat er geen niet-samendrukbaar gas en vocht in
het systeem komen.
(ii) Gebruik uitsluitend een vacuümpomp voor R22 of R407C. De vacuümpomp of de unit kan beschadigd raken als dezelfde
vacuümpomp wordt gebruikt voor verschillende koelmiddelen.
(iii) Het koelmiddel mag nooit direct in het milieu worden geloosd.
(iv) Zorg er bij het toevoegen van R407C voor dat alleen vloeistof wordt onttrokken aan de cilinder of het blik.
Gewoonlijk zal de R407C-cilinder of -container voorzien zijn van een dompelbuis voor het onttrekken van vloeistof. Als de
dompelbuis echter niet beschikbaar is, keer de cilinder of de container dan om zodat vloeistof kan worden onttrokken via
het ventiel aan de onderzijde.
! LET OP
Vul het systeem niet bij wanneer het lekt, omdat de unit dan minder goed zal functioneren. Trek de unit grondig vacuüm en vul
de unit vervolgens met ongebruikte R22 & R407C, houd u daarbij aan de hoeveelheid die wordt aanbevolen in de speci catie.
Omgekeerde cilinder
zonder dompelbuis
Onttrekking
van vloeistof
Dompelbuis
HET SYSTEEM VACUÜM MAKEN EN LADEN
4 IM-RTA-0107(2)DKdenv_NL.indd 124 IM-RTA-0107(2)DKdenv_NL.indd 12 3/20/12 11:42:43 AM3/20/12 11:42:43 AM

Содержание

Скачать