CALPEDA 6SDX (L) 27/19 [14/32] Sd sdf sdn sdx sds

CALPEDA 6SDX (L) 18/12 [14/32] Sd sdf sdn sdx sds
Elektrisch aangedreven
onderwaterpompen
SD, SDF, SDN, SDX, SDS
ORIGINEEL BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
1.
TTooeeppaassssiinnggssggeebbiieedd
Standaard uitvoering:
- Voor schoon of licht vervuild water met een maxi-
mum zandgehalte van
150 g/m
3
(50 g/m
3
voor
SDX).
.
- Watertemperatuur tot 25 ˚C (35 °C voor 4”).
- Maximum aantal starts per uur met regelmatige
intervallen: 20 voor 4”, 15 voor 6”-8”, 10 voor 10”.
De electrische data vermeld op het label verwijzen
naar het nominale vermogen van de electromotor.
2. Installatie
Over de gehele lengte moet de bron een diameter
hebben, welke groot genoeg is voor doorlaat van de
pomp met daaromheen ook nog voldoende ruimte.
Laat de pomp nooit vallen.
Het veilig verplaatsen van de producten is
de verantwoording van de gebruiker en het
optillen of hijsen dient door getraind en
vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Als er draadaansluitingen worden gebruikt, moe-
ten de persleidingen goed vastgemaakt worden
om elk risico, dat de pomp in de bron zou vallen,
te vermijden. Het is aan te bevelen de leidingen
middels puntlassen aan de draadaansluitingen te
bevestigen.
Bij PVC leidingen gebruik goede aansluitingen.
De pompen uit de SD,
66SSDDXX
serie hebben 2
ogen in het pershuis die dienen als hijsoog voor
de te monteren kabel / ketting. Een touw of
ketting van niet -vergankelijk materiaal moet
altijd worden gebruikt om de pomp te bevestigen.
Verbind de voedingskabel aan de persleiding met
kabelklemmen om de ca. 3 m.
Laat de pomp zakken in de bron en zorg ervoor
dat de voedingskabels tijdens de werking op geen
enkele manier beschadigd worden.
Gebruik nooit de voedingskabel
om de pomp aan te hangen.
Als de pomp in werking is getreden, moet de per-
saansluiting tenminste 1 m onder het dynamische
niveau van de bron ondergedompeld zijn.
Hiervoor is het aan te bevelen een automatisch
controlesysteem te installeren dat de pomp doet
stoppen als het niveau van het water beneden dit
niveau komt.
Plaats de pomp zover van de bodem van de bron
dat nodig is om opeenhoping van zand en mod-
der rondom de motor te vermijden en het risico
van oververhitting te verlagen.
De volgende onderdelen moeten in de perslei-
ding geïnstalleerd zijn:
een manometer
één of meer terugslagkleppen afhankelijk
van het type van de installatie, om de pomp te
beschermen tegen waterslag (tenminste l klep
per 50 meter verticale leiding boven de pomp)
een schuifafsluiter om de pompopbrengst,
druk en vermogen te regelen
Als de dompelpomp horizontaal geïnstalleerd wordt,
moeten de volgende instructies gevolgd worden:
Installeer de pomp met zijn as tenminste 0,5 m
boven de bodem van de vijver, tank of container.
Installeer nog een terugslagklep als de pompklep
geen afdichting garandeert in de horizontale stand.
De installatie moet een eenvoudige lediging van
de lucht toestaan bij het starten van de pomp.
2.1. Motorkoeling
Als de bron een diameter heeft, welke aanzienlijk
groter is dan de pompdiameter, dan is het nood-
zakelijk een koelingsmantel te installeren.
Deze mantel dient ervoor te zorgen dat er genoeg
water doorstroomt (v ≥ 0,08 m/s voor 4”, 0,16 m/s voor
6” en 0,2 m/s voor 8”-10”) om de motor te koelen.
3. Montage van de pomp
Normaal gesproken worden de pompen en
pompdelen los gekoppeld geleverd (met
uitzondering van de 4 SD serie; motor en
pompdeel zijn gekoppeld)
Maak het koppelbare gedeelte schoon. Schuif de
koppelbus van de pompas over de gegroefde moto-
ras en fixeer het geheel met de
standaard moeren.
Draai de schroeven in het zui-
glantaarnstuk. Daarna draai ze
kruislings vast, beginnend bij
de schroef tegenover de kabel
(zie onderstaande tekening).
I
O
1
2
4
56
7
8
10
11
12
13
9
A
Z
Y
X
3
4.93.128
1 schakelkast
2 voedingskabel
3 niveausonde
4 manometer
5 schuifafsluiter
6 terugslagklep
7 inspectieput
8 veiligheidskabel
9 persleiding
10 ingebouwde klep
11 pomp
12 filter
13 bodem van de bron
A = Wisselend dynamisch niveau
Z = Totale lengte van de
persleiding: als > 100 meter,
installeer een of meer
schuifafsluiters
Y = Diepte van onderdompeling,
altijd > 1 meter
X = Afstand tussen motor en
bronfilter > 1 meter
14
1
2
3
4

Содержание

Elektrisch aangedreven onderwaterpompen SD SDF SDN SDX SDS ORIGINEEL BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN 1 Toepassingsgebied De pompen uit de SD 6SDX serie hebben 2 ogen in het pershuis die dienen als hijsoog voor de te monieren kabel ketting Een touw of ketting van niet vergankelijk materiaal moet altijd worden gebruikt om de pomp te bevestigen Verbind de voedingskabel aan de persleiding met kabelklemmen om de ca 3 m Laat de pomp zakken in de bron en zorg ervoor dat de voedingskabels tijdens de werking op geen enkele manier beschadigd worden A 7 Gebruik nooit de voedingskabel Standaard uitvoering r 1 om de pomp aan te hangen Voor schoon of licht vervuild water met een maximum zandgehalte van 150 g m1 50 g m voor SDX Watertemperatuur tot 25 C 35 C voor 4 Maximum aantal Starts per uur met regelmatige intervallen 20 voor 4 15 voor 6 8 10 voor 10 De electrische data vermeld op het label verwijzen naar het nominale vermögen van de electromotor Als de pomp in werking is getreden moet de persaansluiting tenminste 1 m onder het dynamische niveau van de bron ondergedompeld zijn Hiervoor is het aan te bevelen een automatisch controlesysteem te installeren dat de pomp doet stoppen als het niveau van het water beneden dit niveau komt Plaats de pomp zover van de bodem van de bron dat nodig is om opeenhoping van zand en mod der random de motor te vermijden en het risico van oververhitting te Verlagen De volgende onderdelen moeten in de perslei ding geinstalleerd zijn een manometer een of meer terugslagkleppen afhankelijk van het type van de installatie om de pomp te beschermen tegen waterslag tenminste I klep per 50 meter verticale leiding boven de pomp een schuifafsluiter om de pompopbrengst druk en vermögen te regelen Ais de dompelpomp horizontaal geinstalleerd wordt moeten de volgende instructies gevolgd worden Installeer de pomp met zijn as tenminste 0 5 m boven de bodem van de vijver tank of container Installeer nog een terugslagklep als de pompklep geen afdichting garandeert in de horizontale stand De installatie moet een eenvoudige lediging van de lucht toestaan bij het starten van de pomp 2 Installatie Over de gehele lengte moet de bron een diameter hebben welke groot genoeg is voor doorlaat van de pomp met daaromheen ook nog voldoende ruimte Laat de pomp nooit vallen Het veilig verplaatsen van de producten is de verantwoording van de gebruiker en het optillen of hijsen dient door getraind en vakkundig personeel worden uitgevoerd Als er draadaansluitingen worden gebruikt moeten de persleidingen goed vastgemaakt worden om elk risico dat de pomp in de bron zou vallen te vermijden Het is aan te bevelen de leidingen middels puntlassen aan de draadaansluitingen te bevestigen Bij PVC leidingen gebruik goede aansluitingen 1 schakelkast 2 voedingskabel 3 niveausonde 4 manometer 5 schuifafsluiter 6 terugslagklep 7 inspectieput 8 veiligheidskabel 9 persleiding 10 ingebouwde klep 11 pomp 12 filter 13 bodem van de bron A Wisselend dynamisch niveau Z Totale lengte van de persleiding als 100 meter installeer een of meer sch uifafslu iters Y Diepte van onderdompeling altijd 1 meter X Afstand tussen motor en bronfilter 1 meter 14 2 1 Motorkoeling Als de bron een diameter heeft welke aanzienlijk groter is dan de pompdiameter dan is het noodzakelijk een koelingsmantel te installeren Deze mantel dient ervoor te zorgen dat er genoeg water doorstroomt v 0 08 m s voor 4 0 16 m s voor 6 en 0 2 m s voor 8 10 om de motor te koelen 3 Montage van de pomp Normaal gesproken worden de pompen en pompdelen los gekoppeld geleverd met uitzondering van de 4 SD serie motor en pompdeel zijn gekoppeld Maak het koppelbare gedeelte schoon Schuif de koppelbus van de pompas over de gegroefde motoras en fixeer het geheel met de standaard moeren Draai de schroeven in het zuiglantaarnstuk Daarna draai ze kruislings vast beginnend bij de schroef tegenover de kabel zie onderstaande tekening 1

Скачать