CALPEDA 6SDX (L) 27/19 [15/32] Elektrische aansluiting

CALPEDA 6SDX (L) 27/19 [15/32] Elektrische aansluiting
Aanbevolen draaimoment is 10 Nm (voor 4”
motoren).
Bevestig de kabel aan de pomp met de kabelkap
en plaats het filter aan de zuigflens.
Zie verder bijgeleverd instructieboek (indien
aanwezig) van de motor.
4. Elektrische aansluiting
De pomp moet aangesloten worden
aan de hoofdtoevoerstroom door een
gekwalificeerde elektricien ove-
reenkomstig de plaatselijke verorde-
ring.
De pompset dient op
de juiste manier
geaard te zijn, ook bij
gebruik van niet-meta-
len persleiding.
Het controlepaneel moet
bevatten:
een schakelaar met een
contactafstand van
tenminste 3 mm bij alle
polen;
een geschikte motorbe-
veiligingsschakelaar voor
de stroom die op het
typeplaatje is aangegeven;
een condensator voor de
1-fase SDM pompen,
overeenkomstig de
gegevens die op de
motoren vermeld staan.
Voor pompen met een ver-
mogen van meer van 11
kW, is het aan te raden het
controlepaneel te voorzien
van een ster-driehoek-
schakelaar. Beveilig de
pomp tegen droogdraaien
d.m.v. elektrocodes.
4.1. Bevestiging van de kabels
Voedingskabels moeten gekozen worden op
basis van vermogen, afstand, spanningsverlies en
temperatuur. Voor kabelverbindingen in de bron,
gebruikt men een thermische krimpkous of een
andere verbindingswijze voor ondergedompelde
kabels.
Voordat men de motor in de bron laat zakken,
gebruikt men geschikte instrumenten om het ver-
band tussen de fases te meten en doet men een
weerstandstest, tussen elke fase en de aarde-
draad.
4.2. Gebruik van een frequentie-
omvormer
Stel de frequentie-regelaar zo af dat de
gelimiteerde waarden van min. 30 Hz en max.
60 Hz niet worden overschreden. De maximale
tijde voor het veranderen van 0 tot 30 Hz en van
30 Hz tot 0 Hz voor een frequentie- regelaar is
1 seconde.
55.. OOppssttaarrtteenn
Laat de pomp nooit drooglopen
Start de pomp op met de schuifafslui-
terklep iets geopend en wacht totdat de per-
sleiding volledig luchtvrij is.
Bij een drie-fase pomp dient de draairi-
chting gecontroleerd te worden.
Hiertoe dient men de persklep te sluiten en het
drukniveau moet gecontroleerd worden d.m.v.
een manometer en vloeistof flow. Na start, stop
de pomp, keer 2 fasen van de stroomtoevoer om
in het controlepaneel, start opnieuw en controleer
opnieuw de druk. De juiste draairichting is die met
het hoogste drukniveau. Hierna opent men lang-
zaam de persklep en regelt men het belasting-
spunt binnen de grenzen die op het typeplaatje
staan aangegeven.
Zorg ervoor dat de zandresten in het water
verdwenen of tot een minimum beperkt zijn.
Start de pomp nooit wanneer de schui-
fafsluiterklep te ver geopend is.
Zorg ervoor dat de pomp voldoet aan de
opgegeven prestaties en dat het opge-
nomen vermogen voldoet aan de specifi-
caties op het typeplaatje.
Indien de stroomsterkte te hoog is, verandert men
de druk d.m.v. een persklep.
Let op: vermijdt lange draaitijden met
een gesloten persleiding.
5.1. Voeding door middel van
een generator.
De volgorde van schakelen is uiterst belangrijk.
Bij het niet juist aanzetten, zullen de motor en de
generator schade ondervinden.
Daarom:
- schakel de generator altijd aan en uit zonder belasting;
- starten: schakel eerst de generator in en daarna de
motor;
- stoppen: schakel eerst de motor uit en dan de generator.
6. Onderhoud
De noodzaak van periodiek onderhoud hangt af
van de aanwezigheid van zand in het water. De
opgenomen stroom en druk door de pomp gele-
verd, moet regelmatig gecontroleerd worden.
Deze procedure moet vaak uitgevoerd worden als
het water een aanzienlijke hoeveelheid zand
bevat.
In geval van veiligheids'/noodsystemen, is het aan
te raden de pompen
1 keer in de maand te laten draaien om het
blokkeringsrisico te
vermijden en een perfect rendement te behouden.
Voor elke vorm van onderhoud
dient men de elektrische aan-
sluitingen los te nemen.
Wijzigingen voorbehouden
4.93.128/3
ZWART
1
GRIJS
2
BRUIN
3
GROEN/GEEL
M
1
1
Schakelschema
1-fase pompen
15

Содержание

Aanbevolen draaimoment is 10 Nm voor 4 motoren Bevestig de kabel aan de pomp met de kabelkap en plaats het filter aan de zuigflens Zie verder bijgeleverd instructieboek indien aanwezig van de motor 4 Elektrische aansluiting A De pomp moet aangesloten worden aan de hoofdtoevoerstroom door een gekwalificeerde elektricien overeenkomstig de plaatselijke verorde ring De pompset dient op de juiste manier geaard te zijn ook bij gebruik van niet metalen persleiding Het controlepaneel moet bevatten een schakelaar met een contactafstand van tenminste 3 mm bij alle polen een geschikte motorbeveiligingsschakelaar voor de stroom die op het typeplaatje is aangegeven een condensator voor de 1 fase SDM pompen overeenkomstig de gegevens die op de motoren vermeld staan Voor pompen met een ver mögen van meer van 11 kW is het aan te raden het controlepaneel te voorzien van een ster driehoekschakelaar Beveilig de pomp tegen droogdraaien d m v elektrocodes Start de pomp op met de schuifafsluiterklep iets geopend en wacht totdat de per sleiding volledig luchtvrij is Bij een drie fase pomp dient chting gecontroleerd te worden de draairi Hiertoe dient men de persklep te sluiten en het drukniveau moet gecontroleerd worden d m v een manometer en vloeistof flow Na start stop de pomp keer 2 fasen van de stroomtoevoer om in het controlepaneel start opnieuw en controleer opnieuw de druk De juiste draairichting is die met het hoogste drukniveau Hierna opent men langzaam de persklep en regelt men het belastingspunt binnen de grenzen die op het typeplaatje staan aangegeven Zorg ervoor dat de zandresten in het water verdwenen of tot een minimum beperkt zijn Indien de stroomsterkte te hoog is de druk d m v een persklep Let op vermijdt lange een gesloten persleiding Schakelschema 1 fase pompen Voedingskabels moeten gekozen worden op basis van vermögen afstand spanningsverlies en temperatuur Voor kabelverbindingen in de bron gebruikt men een thermische krimpkous of een andere verbindingswijze voor ondergedompelde kabels Voordat men de motor in de bron laat zakken gebruikt men geschikte instrumenten om het ver band tussen de fases te meten en doet men een weerstandstest tussen elke fase en de aardedraad Gebruik van omvormer Laat de pomp nooit drooglopen Start de pomp nooit wanneer de schuifafsluiterklep te ver geopend is Zorg ervoor dat de pomp voldoet aan de opgegeven prestaties en dat het opgenomen vermögen voldoet aan de specificaties op het typeplaatje 4 1 Bevestiging van de kabels 4 2 5 Opstarten een frequentie Stel de frequentie regelaar zo af dat de gelimiteerde waarden van min 30 Hz en max 60 Hz niet worden overschreden De maximale tijde voor het veränderen van 0 tot 30 Hz en van 30 Hz tot 0 Hz voor een frequentie regelaar is 1 seconde verändert men draaitijden met 5 1 Voeding door middel van een generator De volgorde van schakelen is uiterst belangrijk Bij het niet juist aanzetten zullen de motor en de generator schade ondervinden Daarom schakel de generator altijd aan en ult zonder belasting starten schakel eerst de generator in en daarna de motor stoppen schakel eerst de motor ult en dan de generator 6 Onderhoud De noodzaak van periodiek onderhoud hangt af van de aanwezigheid van zand in het water De opgenomen stroom en druk door de pomp geleverd moet regelmatig gecontroleerd worden Deze procedure moet vaak uitgevoerd worden als het water een aanzienlijke hoeveelheid zand bevat In geval van veiligheids noodsystemen is het aan te raden de pompen 1 keer in de maand te laten draaien om het blokkeringsrisico te vermijden en een perfect rendement te behouden A Voor elke vorm van onderhoud dient men de elektrische aansluitingen los te nemen Wijzigingen voorbehouden 15

Скачать