Varta SILVER dynamic 552 401 052 [16/28] Nederlands veiligheidsvoorschriften voor gevulde en gesloten lood zuurbatterijen

Varta BLUE dynamic 595 405 083 [16/28] Nederlands veiligheidsvoorschriften voor gevulde en gesloten lood zuurbatterijen
Let bij de omgang met de batterij op deze veiligheidsvoorschriften.
Lees eerst de handleiding van het voertuig door en neem de aanwijzingen in acht alvorens
aan de batterij te werken. Voeg deze veiligheidsvoorschriften bij de handleiding van het
voertuig.
EHBO: Zuurspatten in het oog onmiddellijk enkele minuten met zuiver water uitspoelen!
Daarna meteen een arts raadplegen. Als het zuur werd ingeslikt, onmiddellijk een arts
raadplegen! Zuur op de huid of de kleding meteen neutraliseren met soda of zeepsop en
naspoelen met veel water.
1. Montage en demontage van de batterij
- Opgelet! Een spanningsonderbreking kan ertoe leiden dat elektronische compo-
nenten uitvallen (elektronische startblokkering, radio etc.)
- Alleen voldoende geladen batterijen monteren, ten minste 12,5 V rustspanning.
- Schakel de motor en alle stroomverbruikers uit vóór demontage van de batterij.
- Maak bij het demonteren altijd eerst de minpool los (-) dan de pluspool (+).
- Reinig vóór de montage de plaats van de batterij in het voertuig.
- Reinig polen en klemmen en behandel de polen met zuurvrij vet.
- Gebruik de originele bevestigingen. Batterij goed vastzetten.
- Verwijder de beschermdopjes pas bij het aansluiten in het voertuig en zet ze op de polen
van de vervangen batterij om kortsluiting en vonkvorming te voorkomen.
- Maak bij het monteren altijd eerst de pluspool vast (+) en dan de minpool (-).
Zorg ervoor dat de poolklemmen goed vastzitten.
- Neem overige onderdelen, zoals poolafdekking, hoekstukken, slangaansluitingen
en poolklemhouder, over van de oude batterij en sluit ze op dezelfde manier aan.
Beschikbare of meegeleverde vuldoppen gebruiken.
- Ten minste één ventilatieopening open laten, om explosiegevaar te voorkomen.
Dit geldt ook voor het transport van oude batterijen.
2. Extern laden
- Gebruik alleen een geschikte lader met gelijkstroom en let op de gebruiksaanwijzing
ervan.
- Laad nooit batterijen die bevroren of warmer dan 45 °C zijn.
- Verbind de pluspool (+) van de batterij met de pluspool van de lader en de minpool (-)
van de batterij met de minpool van de lader.
- Zet de lader pas aan nadat de batterij is aangesloten.
- Na het laden eerst de lader uitzetten.
- Lading onderbreken als de batterij heet wordt of er zuur uitloopt.
- Zorg tijdens het laden voor een goede ventilatie.
3. Onderhoud
- Oppervlak van de batterij schoon en droog houden, alleen reinigen met een vochtige of
antistatische doek.
- Bescherm polen en aansluitklemmen tegen corrosie en behandel ze met zuurvrij vet.
- Batterijen zonder doppen niet openen.
- Indien het startvermogen niet voldoende is, batterij controleren en eventueel bijladen.
- Opgeslagen batterijen altijd geladen en koel bewaren. Controleer de laadtoestand
regelmatig of gebruik een lader met druppellading. Batterij bijladen als de rustspanning
onder 12,3 V valt.
4. Starthulp
- Lees de handleiding van het voertuig door en let op de aanwijzingen met betrekking tot
starthulp.
- Starthulp is alleen mogelijk met een batterij met dezelfde nominale spanning.
De gevende en de nemende batterij moeten ongeveer even groot zijn.
- Gebruik alleen goedgekeurde startkabels (bijv. volgens ISO 6722).
- Let op de gebruiksaanwijzing van de startkabel.
NEDERLANDS
Veiligheidsvoorschriften voor gevulde en gesloten lood-zuurbatterijen.

Содержание

Похожие устройства

Скачать