Linksys WRT120N [323/472] Administration administratie log logboek

Linksys WRT120N [323/472] Administration administratie log logboek
Hoofdstuk 3
Geavanceerde configuratie
24
Wireless-N router voor thuisgebruik
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te wissen.
Administration (Administratie)> Log
(Logboek)
De router kan logboeken van al het verkeer van uw
internetverbinding bijhouden.
Administration (Administratie)> Log (Logboek)
Log (Logboek)
Enabled/Disabled (Ingeschakeld/Uitgeschakeld) Klik
op Disabled (Uitgeschakeld) om de logboekfunctie
uit te schakelen. Houd de standaardinstelling Enabled
(Ingeschakeld) aan als u toezicht wilt houden op het verkeer
tussen het netwerk en internet. Als u de logboekfunctie hebt
ingeschakeld, kunt u tijdelijke logboeken weergeven.
View Log (Logboek weergeven) Klik op View Log (Logboek
weergeven) om de logboeken te bekijken.
Log (Logboek) > View Log (Logboek weergeven)
Log (Logboek)
Type Selecteer Incoming Log (Logboek inkomend
verkeer), Outgoing Log (Logboek uitgaand verkeer),
Security Log (Beveiligingslogboek) of DHCP Client Log
(DHCP-clientlogboek).
<Type> Log (<Type> logboek) In het Incoming
Log (Logboek inkomend verkeer) wordt een tijdelijk
logboek weergegeven van de bron-IP-adressen en
de doelpoortnummers voor het binnenkomende
internetverkeer. In het Outgoing Log (Logboek uitgaand
verkeer) wordt een tijdelijk logboek weergegeven van de
lokale IP-adressen, doel-URL's of IP-adressen en de service/
poortnummers voor het uitgaande internetverkeer.
In het Security log (Beveiligingslogboek) worden
de aanmeldgegevens voor het browsergebaseerde
hulpprogramma weergegeven. In het DHCP Client Log
(Logboek DHCP-client) vindt u de statusgegevens van de
DHCP-server van het LAN.
Klik op Save the Log (Logboek opslaan) om deze
informatie op te slaan in een bestand op de vaste schijf
van uw computer. Klik op Refresh (Vernieuwen) om de
gegevens te vernieuwen. Klik op Clear (Wissen) om alle
weergegeven informatie te wissen.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te wissen.
Administration (Administratie)>
Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Met de diagnostische tests (Ping en Traceroute) kunt u de
verbindingen van de netwerkapparatuur controleren, met
inbegrip van de internetverbinding.
Administration (Administratie)> Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Ping Test (Ping-test)
Met Ping wordt de status van een verbinding getest.
IP or URL Address (IP- of URL-adres) Voer het adres in van
de computer waarvan u de verbinding wilt testen.
Packet Size (Pakketgrootte) Voer de pakketgrootte in die u
wilt gebruiken. De standaardinstelling is 32 bytes
Number to Ping (Aantal keer pingen) Geef op hoe vaak u
de verbinding wilt testen. De standaardinstelling is 5.
Start to Ping (Ping starten) Klik op deze knop om de test te
starten. Op het scherm Ping wordt weergegeven of de test
is geslaagd. Klik op Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar
het scherm Diagnostics (Diagnostische gegevens).
Diagnostics (Diagnostische gegevens)> Ping
Traceroute Test (Traceroute-test)
Traceroute controleert de prestaties van een verbinding.
IP or URL Address (IP- of URL-adres) Voer het adres in van
de computer waarvan u de verbinding wilt testen.

Содержание

Скачать