CALPEDA MXV 50-1616/C [26/80] Mxv mxvl mxv4 mxvl4

CALPEDA MXV 50-1616/C [26/80] Mxv mxvl mxv4 mxvl4
Verticale meertraps in-line pompen
MXV, MXVL, MXV4, MXVL4
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
I
nhoudsopgave
N
ederlands
Inhoud Pagina
1. Toepassingsgebied. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
2. Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
3. Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
4. Plaatsen van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
5. Leidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
5.1. Zuigleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
5.2. Persleiding
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
27
6. Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
7. In bedrijf stellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
7.1. Voor-controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
7.2. Afvullen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
7.3. Start en bedrijfs controle. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
8. Onderhoud en pompfunctie-controle . . . . . . . . . . . . . . 28
9. Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
9.1. Mechanical seal vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
9.2. Lagers vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
9.3. Lager tweede trap en tussenlager . . . . . . . . . . . . . . . . 29
10. Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
1
0.1.
A
anhaal momenten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
1
0.2.
A
xiale positie van de pomprotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
11. Onderdelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
12. Onderdelentekening en onderdelen benaming. . . . . . . 29
12.1. Trappen-, waaiers-, en bussensamenstelling . . . . . . . . 38
LEES EN VOLG ALLE INSTRUCTIES
1. Toepassingsgebied
Standaard uitvoering
- Voor schone vloeistoffen: niet explosieve en niet brandbare, niet
schadelijk voor gezondheid en milieu, niet agressief voor pomp-
materialen, zonder abrassieve, vaste of vezelige bestanddelen.
Met dichtingen in EPDM is de pomp niet geschikt
voor het ver-
pompen van olie.
- Maximale toegestane werkdruk in het pomphuis: 25 bar.
- Vloeistoftemperatuur van - 15 °C tot + 110 °C.
- Installatie in goed geventileerde ruimten beschermd van weers-
invloeden met een maximale omgevingstemperatuur van 40 °C.
Motorvermogen
MXV, MXVL (2900 1/min)
tot kW: 0,75 2,2 4 7,5
MXV4, MXVL4 (1450 1/min)
tot
kW
: 1,1
Geluidsniveau
dB (A) max:
60
68
69
74
Starts per uur
max
: 35 30 20 15
De electrische data vermeld op het label verwijzen naar het
nominale vermogen van de electromotor.
Wanneer er geen standaard motor is geïnstalleerd, dient u te
verwijzen naar de bedrijfscondities en geluidswaarden in de
instructieboeken van de motor
2. T
ransport
Het veilig verplaatsen van de producten is de verantwoor
-
ding van de gebruiker en het optillen of hijsen dient door
getraind en vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Hef en transporteer de pomp en pomp/motor unit (zonder
verpakking) zoals weergegeven in de
figuren 1. Hef de
pomp/motor-unit langzaam, (fig. 1b). Vermijd het risico van on-
balans en omkantelen.
3. Opstelling
De
MXV, MXVL, MXV4, MXVL4
pompen dienen geïnstalleerd te
w
orden met de rotoras in verticale positie en met de pompvoet
aan de onderzijde.
Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij het zuigpunt (met in-
achtneming van de NPSH waarden).
Zorg voor ruimte rondom de pomp voor motorventilatie,
voor controle van as rotatie, voor afvullen en aftappen en
voor opvangmogelijkheid van de af te tappen vloeistof
(in
h
et speciaal bij schadelijke of vloeistoffen met een temperatuur
hoger dan 60 °C).
Zorg ervoor dat bij eventuele onvoorziene lekkage
d
e vloeistof personen of materialen geen schade
toe kan brengen.
L
ekkage kan optreden als gevolg van overdruk, waterslag of
andere storingen. Zorg voor een afvoermogelijkheid van lek-
vloeistof of voor een automatisch afvoersysteem hiervan.
Plaats de pomp op een vlakke, horizontale oppervlak (gebruik
een waterpas) zoals een betonvloer of een metalen steun-
plaat/beugel. Om stabiliteit te borgen maak eventueel gebruik
van vulplaten om de fundatiebouten of ankers.
4. Plaatsen van de motor
De MXV, MXVL, MXV4, MXVL4 pompen zijn ontworpen voor gebruik
met standaard elektromotoren met (IEC 34-7) IM V1 constructie en
maatvoering en motorvermogens in overeenstemming met IEC 72.
Wanneer een pomp zonder motor wordt geleverd, controleer
het nominaal vermogen en toerental zoals vermeld op de typeplaat
en de technische gegevens zoals vermeld in het datasheet.
Voor installatie reinig de motoras verlenging, de spie en de con-
tactoppervlakten van de flenzen om evt. conserveringsmateri-
aal, verfresten of oxidatie te verwijderen.
Smeer de motorasverlenging met een druipvrij, op grafiet
gebaseerd smeermiddel. Gebruik geen olie daar dit schade
kan veroorzaken aan de onder gelegen mechanical seal (zie
paragraaf 9.1.).
Met de pomp in verticale positie, schuif de motoras in de kop-
peling en richt de spie gelijk met de spiebaan en laat de motor-
flens op de lantaarnflens rusten.
Draai de motor dusdanig dat de aansluitdoos in de gewenste
richting staat en de boutgaten gelijk zijn.
LET OP: de schroeven (70.18) met de moeren (70.19) moe-
ten gelijkmatig en kruislings worden vastgezet (zie paragraaf
10.1.
).
Vóór en na het aandraaien van de schroeven (70.18),
contro-
leer of de pompaskoppeling en de motoras met de hand
draaibaar zijn.
LET OP: vóór het verwijderen of herplaatsen van de motor,
raadpleeg paragraaf 9.
5. Leidingen
Indien mogelijk dient men leidingen te kiezen met een zodanige
diameter dat de vloeistofstroom niet hoger is dan 1,5 m/s voor
zuigzijde en 3 m/s voor perszijde.
De leidingdiameters mogen nooit kleiner zijn dan de pompaan-
sluitingen.
De pijlen op de pompvoet (61.00) geven de inlaat (zuig) en uit-
laat (pers) aan.
Zorg dat de aansluitingen schoon zijn bij het bevestigen van de
leidingen.
LET OP: bevestig alle leidingen middels steunpunten en ver-
bind ze spanningsloos en dusdanig dat er geen krachten op
het pomphuis worden uitgeoefend (zie
fig. 2).
Zorg voor een aftapmogelijkheid van de pomp zonder het
gehele systeem te behoeven te legen.
Installeer op een juiste wijze compensatoren voor demping van
expansie of geluidsreductie.
Draai de contrakoppeling of flenzen in de
draadaansluiting
(ISO 228) en gebruik daarbij een geschikt afdichtmiddel.
Draai de leidingen of koppelingen uitsluitend dusdanig vast dat
er een goede afdichting ontstaat.
Te vast aandraaien kan scha-
de aan de pomp veroorzaken.
Zorg dat bij
flensaansluitingen de pakkingen niet in de leidin-
gen verzakken of de doorgang blokkeren.
Fig. 1
a Heffen van de pomp
zonder motor
4.93.006
26
Fig. 1b Heffen van de pomp
met motor
istr_MXV25 01_2010 10-12-2009 8:23 Pagina 26

Содержание

istr_MXV25 01_2010 10 12 2009 8 23 Pagina 26 Verticale meertraps in line pompen MXV MXVL MXV4 MXVL4 BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Inhoudsopgave Inhoud Pagina 1 Toepassingsgebied 26 2 Transport 26 3 Opstelling 26 4 Plaatsen van de motor 26 5 Leidingen 26 5 1 Zuigleiding 27 5 2 Persleiding 27 6 Elektrische aansluiting 27 7 In bedrijf stellen 27 7 1 Voor controle 27 7 2 Afvullen 27 7 3 Start en bedrijfs controle 27 8 Onderhoud en pompfunctie controle 28 9 Demontage 28 9 1 Mechanical seal vervangen 28 9 2 Lagers vervangen 29 9 3 Lager tweede trap en tussenlager 29 10 Montage 29 10 1 Aanhaal momenten 29 10 2 Axiale positie van de pomprotor 29 11 Onderdelen 29 12 Onderdelentekening en onderdelen benaming 29 12 1 Trappen waaiers en bussensamenstelling 38 LEES EN VOLG ALLE INSTRUCTIES 1 Toepassingsgebied 2 2 4 7 5 Geluidsniveau________________dB A max 60 68 69 74 Starts per uur 30 20 15 Wanneer er geen standaard motor verwijzen naar de bedrijfscondities instructieboeken van de motor verwijzen Zorg voor ruimte rondom de pomp voor motorventilatie voor controle van as rotatie voor afvullen en aftappen en voor opvangmogelijkheid van de af te tappen vloeistof in het speciaal bij schadelijke of vloeistoffen met een temperatuur hoger dan 60 C Zorg ervoor dat bij eventuele onvoorziene lekkage de vloeistof personen of materialen geen schade t toe kan brengen Lekkage kan optreden als gevolg van overdruk waterslag of andere storingen Zorg voor een afvoermogelijkheid van lekvloeistof of voor een automatisch afvoersysteem hiervan Plaats de pomp op een vlakke horizontale oppervlak gebruik een waterpas zoals een betonvloer of een metalen steunplaat beugel Om stabiliteit te borgen maak eventueel gebruik van vulplaten om de fundatiebouten of ankers 4 Plaatsen van de motor De MXV MXVL MXV4 MXVL4 pompen zijn ontworpen voor gebruik met standaard elektromotoren met IEC 34 7 IM V1 constructie en maatvoering en motorvermogens in overeenstemming met IEC 72 Wanneer een pomp zonder motor wordt geleverd controleer het nominaal vermögen en toerental zoals vermeld op de typeplaat en de technische gegevens zoals vermeld in het datasheet Met de pomp in verticale positie schuif de motoras in de koppeling en richt de spie gelijk met de spiebaan en laat de motorflens op de lantaarnflens rüsten Draai de motor dusdanig dat de aansluitdoos in de gewenste richting staat en de boutgaten gelijk zijn _______________________ MXV MXV L 2900 1 min tot kW 0 75 MXV4 MXVL4 1450 1 min tot kW 1 1 label De MXV MXVL MXV4 MXVL4 pompen dienen geinstalleerd te worden met de rotoras in verticale positie en met de pompvoet aan de onderzijde Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij het zuigpunt met inachtneming van de NPSH waarden Smeer de motorasverlenging met een druipvrij op grafiet gebaseerd smeermiddel Gebruik geen olie daar dit schade kan veroorzaken aan de onder gelegen mechanical seal zie paragraaf 9 1 Motorvermogen De electrische data vermeld op het nominale vermögen van de electromotor 3 Opstelling Voor nstallatie reinig de motoras verienging de spie en de contactoppervlakten van de flenzen om evt conserveringsmateriaal verfresten of oxidatie te verwijderen Standaard uitvoering Voor schone vloeistoffen niet explosieve en niet brandbare niet schadelijk voor gezondheid en milieu niet agressief voor pomp materialen zonder abrassieve vaste of vezelige bestanddelen Met dichtingen in EPDM is de pomp niet geschikt voor het verpompen van olie Maximale toegestane werkdruk in het pomphuis 25 bar Vloeistoftemperatuur van 15 C tot 110 C 1 nstallatie in goed geventileerde ruimten beschermd van weersinvloeden met een maximale omgevingstemperatuur van 40 C max 35 Het en transporteer de pomp en pomp motor unit zonder verpakking zoals weergegeven in de figuren 1 Het de pomp motor unit langzaam fig 1b Vermijd het risico van onbalans en omkantelen naar LET OP de schroeven 70 18 met de moeren 70 19 moeten gelijkmatig en kruislings worden vastgezet zie paragraaf 10 1 ___________________ ___________________________________ het is geinstalleerd dient u te en geluidswaarden in de Vöör en na het aandraaien van de schroeven 70 18 contro leer of de pompaskoppeling en de motoras met de hand draaibaar zijn LET OP vöör het verwijderen of herplaatsen van de motor raadpleeg paragraaf 9 5 Leidingen Indien mogelijk dient men leidingen te kiezen met een zodanige diameter dat de vloeistofstroom niet hoger is dan 1 5 m s voor zuigzijde en 3 m s voor perszijde De leidingdiameters mögen nooit kleiner zijn dan de pompaansluitingen De pijlen op de pompvoet 61 00 geven de inlaat zuig en uitlaat pers aan Zorg dat de aansluitingen schoon zijn bij het bevestigen van de leidingen LET OP bevestig alle leidingen middels steunpunten en ver bind ze spanningsloos en dusdanig dat er geen krachten op het pomphuis worden uitgeoefend zie fig 2 Zorg voor een aftapmogelijkheid gehele systeem te behoeven te legen Installeer op een juiste expansie of geluidsreductie Fig 1a Heften van de pomp zonder motor Fig 1b Heften van de pomp met motor 2 Transport Het veilig verplaatsen van de producten is de verantwoording van de gebruiker en het optillen of hijsen dient door l getraind en vakkundig personeel worden uitgevoerd 1 26 wijze van de compensatoren pomp voor zonder het demping van Draai de contrakoppeling of flenzen in de draadaansluiting ISO 228 en gebruik daarbij een geschikt afdichtmiddel Draai de leidingen of koppelingen uitsluitend dusdanig vast dat er een goede afdichting ontstaat Te vast aandraaien kan scha de aan de pomp veroorzaken Zorg dat bij flensaansluitingen de pakkingen niet in de leidin gen verzakken of de doorgang blokkeren

Скачать