Stiga ESB 1000 J 291820102/06 [36/100] Etb 1000j

Stiga ESB 1000 J 291820102/06 [36/100] Etb 1000j
36
ETB 1000J
LET OP: Om beschadiging van de elektrische verbin-
dingen te voorkomen, nooit tijdens het gebruik aan de
kabel trekken en het verlengsnoer altijd uit het contact
halen door de stekker vast te pakken.
GEBRUIK VAN DE DRAAGRIEM
1
FIG. 7
De machine is voor rechtshandig gebruik
ontworden en dient daarom aan de rechterkant van
de gebruiker gehouden worden. De draagriem over
de linker schouder halen. Voor een beter en veiliger
gebruik van de machine, de riemlengte op maat
stellen. De musketton van de riem (B) aan de daar-
voor bestemde ring (A) op de motorbehuizing be-
vestigen.
MONTEREN VAN DE KOEPEL
1
FIG. 8
De koepel (A) op de aluminium kop (B) monteren,
zodat het gat op de koepel met de pijl op de kop
overeenkomt.
De schroeven M5x10 (C) met de meegeleverde
zeskantsleutel aanhalen.
MONTEREN VAN DE DRAADKOP
1
FIG. 9
De beschermflens (A) op de kopas monteren.
De draadkop (B) vastdraaien (linkse schroef-
draad).
Voor een correcte bevestiging, de meegeleverde
seskantsleutel in het gat op de koepel steken, om
de rotatie van de kop tegen te houden en de
draadkop met de hand vastdraaien.
MONTEREN VAN HET METALEN MES
1
FIG. 10
De aluminium flens (B) op de kopas (A) monte-
ren.
Het mes (C) op de aluminium flens (B) monteren.
De contraflens (D) in de gleuf van de kopas (A)
monteren.
De bescherming (E) monteren.
De schroef M10x1,5 (F) (linkse schroefdraad)
met de meegeleverde sleutel aanhalen.
Voor een correcte bevestiging, de meegeleverde
seskantsleutel in het gat op de koepel steken, om
de rotatie van het mes tegen te houden en met de
meegeleverde sleutel vastdraaien.
8. GEBRUIK
TOEPASSING
De van draadkop voorziene bosmaaier kan alleen
voor het maaien van gras in het bijzonder bij hin-
dernissen en voor het op kapvlakte maaien van
kleine bosjes en struiken gebruikt worden. De
draadkop is bijzonder geschikt voor het maaien
rondom palen en bomen. De van mes voorziene
bosmaaier kan alleen voor het maaien van gras
zonder hindernissen en voor het op kapvlakte
maaien van struiken gebruikt worden.
LET OP: De bosmaaier in standaarduitvoering kan
voor geen andere toepassingen gebruikt worden.
REGELEN VAN DE LENGTE VAN DE NYLONDRAAD
De lengte van de draad van de meegeleverde
nylonkop moet voor elk gebruik gecontroleerd wor-
den. De meegeleverde kop is van een semi-auto-
matisch systeem voorzien voor het regelen van de
draadlengte. Wanneer de draad te kort is, de ma-
chine inschakelen en de kop enkele keren licht te-
gen een zachte grond slaan. De draad komt van-
zelf naar buiten. Een te lange draad wordt door het
regelmes op de bescherming afgesneden.
GEBRUIKSTIPS
1
FIG. 11
Hou tijdens het werk met de bosmaaier rekening
met de veiligheidsvoorschriften.
Draag de machine rechts naast u.
Benader het maaigoed in uitgeschakelde toe-
stand en schakel dan de motor in voor u in het
maaigoed gaat.
Duw met de duim eerst op de blokkeerknop (1)
en druk dan met de wijsvinger op de aan-
uitschakelaar (2). Laat de blokkeerknop weer
los. Om de motor uit te schakelen, de aan-
uitschakelaar loslaten.
Wegens de draairichting van het snijwerktuig is
snijden aan de linker kant van het snijwerktuig
(gezien vanuit het standpunt van de gebruiker bij
juiste werkhouding) zeer arm aan terugslagen.
Benader het maaigoed dus altijd van rechts.
Zodat de linker zijde van het snijwerktuig eerst in
contact komt met het maaigoed. Vooral als u
stevig maaigoed (zoals middelgroot onkruid en
wildgroei) met het grassnijmes snijdt, dient u
erop te letten dat u de voorzijde van het
snijwerktuig niet in het maaigoed steekt.
Regelmatig vooruitgaan door het apparaat van
kant tot kant te verplaatsen, zoals met een tra-
ditionele zeis. De draadkop niet schuin houden.
Probeer in een klein gebied op de juiste hoogte
te maaien. De draadkop op een constante
hoogte van het maaiveld houden om het gras
gelijk te maaien.
Als u onregelmatigheden vaststelt of als het
maaigoed vastgeraakt is ter hoogte van het
snijwerktuig of de aanraakbeveiliging, dient u de
motor onmiddellijk uit te schakelen. Trek de
stekker af en verwijder gras, kreupelhout e.d. uit
de werktuighouder.
Controleer de volledige machine op haar
bedrijfsveilige toestand.
Als u de draadkop gebruikt, mag u uitsluitend
met de toegelaten lengte van de snijdraad wer-
ken. Als de aanraakbeveiliging juist gemonteerd
is en de beschermstrip opgestoken is, worden
de draden altijd op de toegelaten lengte ingekort
(in de beschermstrip gemonteerd
draadafsnijmes).
Als u met de draadkop werkt, moet de
beschermstrip met gemonteerd draadafsnijmes
altijd op de standaard-aanraakbeveiliging ge-
monteerd zijn.
06_olandese.p65 13/01/2006, 9.4836

Содержание