Deca D-MIG 532TDKE [25/68] Lasproces beschrijving van de commando s en signaleringen

Deca D-MIG 525TD [25/68] Lasproces beschrijving van de commando s en signaleringen
24
950539-06 09/06/16
L Sluit de gaskraan op de gases en reset het drukreduceertoestel wanneer de
werkzaamheden beëindigd werden.
** (Dit onderdeel is niet aanwezig op sommige modellen).
Lasproces: beschrijving van de commando’s en
signaleringen
Nadat u alle fasen van de inwerkingstelling heeft uitgevoerd moet u het lasapparaat
aanschakelen, de kraan van het schermgas openen en overgaan tot de afstellingen
volgens de volgorde vermeld onder de beschrijving van de commando’s Fig.1
MIG Synergic controle
Het MIG Synergic controlesysteem maakt het lassen gemakkelijker omdat het synchroon
met de andere instellingen van het lasapparaat de aanzetsnelheid van de draad, de
beginaanzet en de burn back beheert. De lasser moet alleen een van de mogelijke
programma’s inschakelen.
Het MIG Synergic controlesysteem werkt met alle lastoortsen waarmee het apparaat
werkt.
1,a,b) Selectie van het type van toorts**
U kan kiezen tussen drie types toortsen:
Normale toorts: met startknop voor lasproces.
Toorts met instelling draadaanvoersnelheid via handgreep: vergemakkelijkt de
controle over het lasproces.
Spool gun toorts: (heeft de rol voor de continu aangevoerde lasdraad gelegen in de
handgreep), is ideaal voor het gebruik van zachte draden (aluminium) zonder problemen
in de draadaanvoer.
L Volg voor de installatie de aanwijzingen in Fig.9.
2) Instelling lasstroom
Kies de lasstroom in functie van het uit te voeren werk. Beginmet een lage instelling
indien het metaal dun is. Vermeerder dan tot aan de optimale instelling.
L Stel de lasstroom niet af terwijl je aan het lassen bent, daar de stroom de omschakelaars
zou kunnen beschadigen.
3) Manueel of met Synergic werken
Bij het aanzetten gaat de MIG Synergic op “synergie” staan in het laatst gebruikte
programma.
Op het display verschijnen de melding “Synergic” en het programma.
Het MIG Synergic controlesysteem slaat het laatste programma op waarmee alle
toortsen hebben gewerkt. Het model 3 slaat alleen de programma’s op van de normale
toortsen 1 en 2.
Het synergisch programma instellen
¾ Selecteer op volgorde: de draad: “WIRE”; de diameter “WIRE DIAM”; het gas: “GAS”.
De cijfers knipperen als er meerdere opties mogelijk zijn voor de draad die u hebt
geselecteerd. Druk op de bijbehorende toetsen om uw keuze te bevestigen of te wijzigen.
Als u alles geselecteerd hebt, knipperen de cijfers niet meer. Als u probeert te lassen
zonder alle opties te hebben geselecteerd, werkt het lasapparaat niet en verschijnt op
het display de melding “SET”.
¾ Zet de potentiometer op de “0” van de SYN-schaal. U kunt de door de MIG Synergic
voorgestelde waarde corrigeren tot +/– 20%.
Manueel lassen
¾ Druk op de toets “Man /Syn”. Op het display verschijnt de melding “Manual”. Het
lasapparaat werkt op de traditionele manier.
¾ Regel de draadaanvoer met de potentiomete Fig.4,4.
L Op lasapparaten die met meerdere toortsen kunnen werken (Spool On Gun enzovoort)
kunnen de synergie en de snelheid van de draad alleen worden geregeld met de
potentiometer op de toortsen.
4) Keuzeschakelaar met 2 tijden 4 tijden
Op de stand 4 tijden zorgt de lastoortsknop voor een wijziging in de werking. Bij
indrukking van de knop start de gasaanvoer en bij loslating begint het lasproces. Door
nogmaals op de knop te drukken wordt het lasproces onderbroken en door het terug los
te laten stopt de gasaanvoer.
De selectie staat op het display.
5) Laswijze selecteren: Continu “Cont”; “Spot” ; Onderbroken
(volgorde van lascyclussen en onderbrekingen) “Stitch”
¾ Druk meerdere malen op de toets om de gewenste lasmethode te selecteren.
De selectie staat op het display.
¾ Regel met de toetsen “+ , -” de lastijd in de werkwijzen “Spot” en “Stitch.
De selectie staat op het display.
L In de werkwijze “Stitch” kunt u ook de onderbrekingstijd regelen die in de secundaire
parameters staat.
6) Secundaire parameters selecteren
¾ Druk meerdere malen op de toets “Menu” om de parameter te selecteren en wijzig
hem met de toetsen “+ , -”. De wijzigingen worden 5 seconden nadat u de toetsen hebt
losgelaten actief, wanneer het controlesysteem automatisch de lijst van de secundaire
parameters sluit.
De selectie staat op het display.
Burn back: Wijzig de uitsteeklengte van de draad, die uit de contactbuis steekt, op
het einde van het lasproces De fabrikant zou reeds voor de juiste instelling moeten
gezorgd hebben.
Soft start (Snelheidstraject): Wijzig de naderingssnelheid van de draad tot aan het te
lassen werkstuk aan het begin van het lasproces. De fabrikant zou reeds voor de
juiste instelling moeten gezorgd hebben.
Pause time: tijd van de onderbreking in de werkwijze “Stitch”
Back light: Sterkte van de displayverlichting
Contrast: Contrast van de meldingen op het display
L U kunt niet lassen als u het “Menu” aan het gebruiken bent.
L U kunt niets regelen als de toortstoets is ingedrukt. Alleen de potentiometer op de
controle of de toorts is actief.
7) Amperemeter Voltmeter
De lasspanning- en stroomwaarden staan op het display tijdens het lassen en 10
seconden nadat u gedaan hebt met lassen.
8) Waarschuwing voor thermische beveiliging
U wordt gewaarschuwd voor het schakelen van een thermische beveiliging met de
melding “Thermal protection”.
Bij overschrijding van de belasting Xvermeld op het typeplaatje, zaleen thermische
beveiliging het proces onderbreken alvorens het lasapparaat kan beschadigd worden.
Wacht totdat de werking werd hersteld, en daarna nog best enkele minuten.
Indien de thermische beveiliging constant tussenkomt, betekent dit dat er te hoge
prestaties gevraagd worden aan het lasapparaat.
Draad inladen
In de werkwijze “2T” “CONT” drukt u meer dan 3 seconden op de toortstoets: de
gastoevoer stopt, de toorts krijgt geen spanning meer en de draad wordt langzaam
aangevoerd.
In de werkwijze “4T” “CONT” werkt dit op dezelfde manier, 3 seconden nadat u de
toortstoets hebt losgelaten.
Als de laadfunctie actief is, verschijnt op het display de melding “Wire Load”.
** (Dit onderdeel is niet aanwezig op sommige modellen).
Tips voor het gebruik
Gebruik enkel een elektrische verlengdraad wanneer dit werkelijk nodig is en mits deze
een doorsnede heeft gelijk of groter dan die van de voedingskabel, en voorzien is van
een aardgeleider.
Sluit de luchtinlaten van het lasapparaat nooit af. Berg het niet op in dozen of kasten
waar geen voldoende ventilatie voorzien is.
Gebruik het lasapparaat niet in omgevingen met: gas, dampen, geleidende poeders
(bv. ijzervijzels), zoute lucht, bijtende rook en andere agentia die de metallische delen
en elektrische isoleringen kunnen beschadigen.
L De elektrische delen van het lasapparaat werden behandeld met beschermende
harsen. Bij het eerste gebruik is het mogelijk dat er rook ontstaat; dit is te wijten aan
het hars, dat volledig is opgedroogd. De rookvorming zal slechts enkele minuten duren.
Onderhoud
Schakel het lasapparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Gewoon onderhoud moet regelmatig door de bediener uitgevoerd worden in functie
van het gebruik.
Controleer de aansluitingen van de gasleiding, van de kabel van de toorts en van de
aardgeleider. • Maak de contactbuis en de gasverdeler schoon met een ijzeren borstel. •
Vervang ze indien ze versleten zijn. Maak het lasapparaat aan de buitenkant schoon
met een vochtig doek.
Telkens de draadrol wordt vervangen:
• Controleer de uiltijning, de reinheid en de slijtage van het draadtransportwieltje. Fig.12
Verwijder metallische stofdeeltjes die zich afzetten op het draadaanvoermechanisme.
• Maak de draadgeleidermantel schoon met watervrije solventen en ontvetters en droog
het met perslucht. • Controleer de sleet op de waarschuwingsetiketten.Vervang de
versleten deeltjes.
Buitengewoon onderhoud uit te voeren door ervaren of gekwaliceerd personeel
op elektromechanisch vlak, op regelmatige tijdstippen, in functie van het gebruik.
(Toepassing van de regel EN 60974-4)
Inspecteer de binnenkant van het lasapparaat en verwijder het stof dat afgezet werd op
de elektrische delen (gebruik perslucht) en op de elektronische kaarten (gebruik een heel
zachte borstel of geschikte producten). • Controleer of de elektrische aansluitingen goed
vastgedraaid zijn en dat de isolering van de bekabeling niet beschadigd is.

Содержание