Bosch GLL 3-50 +вкладка L-BOXX [51/254] Nauwkeurigheidsinvloeden

Bosch GLL 3-50 +вкладка L-BOXX [51/254] Nauwkeurigheidsinvloeden
Nederlands | 51
Voor het werken met automatisch waterpassen de aan/uit-
schakelaar (12) naar de stand " On" schuiven.
De automatische nivellering compenseert automatisch onef-
fenheden binnen het zelfnivelleerbereik van  ±4°. De nivelle-
ring is afgesloten, zodra de laserstralen niet meer knipperen.
Is automatische nivellering niet mogelijk, bijv. omdat het
standvlak van het meetgereedschap meer dan 4° van de ho-
rizontale lijn afwijkt, dan beginnen de laserstralen in een snel
ritme te knipperen.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en
wacht het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap
binnen het zelfwaterpasbereik van ±4°  komt, schijnen de la-
serstralen continu.
Bij schokken of veranderingen van positie tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw genivel-
leerd. Controleer na een hernieuwde nivellering de positie
van de horizontale of verticale laserlijn met betrekking tot de
referentiepunten om fouten door een verschuiving van het
meetgereedschap te vermijden.
Werken met pendelvergrendeling
Voor het werken met pendelvergrendeling schuift u de aan/
uit-schakelaar(12) in de stand „ On“. Bij het werken met
pendelvergrendeling knipperen de laserlijnen permanent in
een langzaam ritme.
Bij het werken met pendelvergrendeling is het automatische
nivelleersysteem uitgeschakeld. U kunt het meetgereed-
schap vrij in de hand houden of op een hellende ondergrond
zetten. De laserlijnen worden niet meer genivelleerd en lo-
pen niet meer noodzakelijk loodrecht op elkaar.
Mauwkeurigheidscontrole van het
meetgereedschap
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen bij de grond het grootst
zijn, dient u het meetgereedschap vanaf een meettraject van
20 meter altijd op een statief te monteren. Plaats het meet-
gereedschap bovendien indien mogelijk in het midden van
het werkvlak.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke in-
vloeden (zoals val of sterke stoten) leiden tot afwijkingen.
Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid, telkens
voordat u begint te werken.
Controleer altijd eerst de hoogte- en nivelleernauwkeurig-
heid van de horizontale laserlijn en daarna de nivelleernauw-
keurigheid van de verticale laserlijn.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxi-
male afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klan-
tenservice te laten repareren.
Hoogtenauwkeurigheid van de horizontale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 5m op een
vaste ondergrond tussen twee muren A enB nodig.
Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op een
statief of plaats het op een stevige, vlakke ondergrond.
Schakel het meetgereedschap in. Kies kruislijnmodus met
automatische nivellering.
A
B
5 m
Richt de laser op de nabijgelegen muur A en laat het meet-
gereedschap waterpassen. Markeer het midden van het
punt waar de laserlijnen zich op de wand kruisen (punt ).
A
B
180°
Draai het meetgereedschap 180°, laat het zich nivelleren
en markeer het kruispunt van de laserlijnen op de tegen-
overliggende wand B (punt ).
Plaats het meetgereedschap– zonder het te draaien –
dicht bij wand B, inschakelen en laat het zich nivelleren.
A
B
Het meetgereedschap zodanig in de hoogte uitlijnen (met
het statief of eventueel door onderlegmateriaal), dat het
kruispunt van de laserlijnen exact het eerder gemarkeer-
de punt op wand B raakt.
Bosch Power Tools 1 609 92A 7S5 | (17.05.2022)

Содержание

Похожие устройства

Скачать