Daikin EWWS210J-SS [62/171] D eimwc01008 16_01eu 62 171

Daikin EWWS210J-SS [62/171] D eimwc01008 16_01eu 62 171
D-EIMWC01008-16_01EU - 62/171
koelsysteem
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen alvorens
aan het koelcircuit te werken:
verkrijg een vergunning voor hete
werkzaamheden (indien nodig);
zorg dat er zich geen brandbare
materialen in het werkgebied zijn
opgeslagen en er geen ontstekingsbrionen
in het werkgebied aanwezig zijn.
zorg dat er gepaste brandblussers
aanwezig zijn;
zorg dat het werkgebied goed
geventileerd is alvorens op het koelcircuit te
werken of alvorens las- of
soldeerwerkzaamheden uit te voeren.
zorg ervoor dat de apparatuur voor
lekdetectie geen vonken afgeeft, goed is
afgedicht en intrinsiek veilig is;
zorg dat alle onderhoudspersoneel
voldoende opgeleid is.
Voer de volgende procedure uit alvorens
aan het koelcircuit te werken:
1. verwijder het koelmiddel (specificeer de
restdruk);
2. ontlucht het circuit met inert gas (bijv.
stikstof);
3. voer af tot een druk van 0,3 (abs.) bar
(of 0,03 MPa);
4. ontlucht het circuit opnieuw met inert
gas (bijv. stikstof);
5. open het circuit.
De omgeving moet voor en tijdens hete
werkzaamheden worden gecontroleerd met een
gepaste koelmiddeldetector zodat de technicus
weet of er ontvlambare stoffen aanwezig zijn.
Als er compressoren of compressorolie moeten
worden verwijderd, moet de olie tot een acceptabel
niveau worden afgevoerd zodat er geen
ontvlambaar koelmiddel in het smeermiddel
achterblijft.
Alleen terugwinningsapparatuur voor
koelmiddel ontworpen voor gebruik met
brandbare koelmiddelen mag worden gebruikt.
Als de nationale wetgeving of regelgeving het
toestaat om koelmiddel af te voeren, doe dit op een
veilige manier, met bijv. gebruik van een slang,
waardoor het koelmiddel wordt afgevoerd naar
buiten in een veilig gebied. Zorg ervoor dat er geen
ontvlambare en explosieve koelmiddelconcentratie
in de nabijheid van een ontstekingsbron aanwezig
zijn of in een gebouw kunnen binnendringen.
In geval van koelsystemen met een indirect
systeem, controleer de warmteoverdrachtvloeistof
op mogelijke aanwezigheid van koelmiddel.
Na elke reparatie, controleer de
veiligheidsvoorzieningen, bijv. de
koelmiddeldetectoren en mechanische
ventilatiesystemen en registreer het resultaat.
Zorg ervoor dat ontbrekende of onleesbare labels
op de componenten van het koelcircuit worden
vervangen.
Ontstekingsbronnen ogen niet worden gebruikt
voer het zoeken naar koelmiddellekken.
Deze koeler, ongeacht R134a, R513A of R1234ze, moet
door vakmakken worden onderhouden. Voordat men
onderhoudswerkzaamheden op het systeem uitvoert,
zorg dat alle nodige voorzorgsmaatregelen zijn
genomen.
Bescherm altijd het bedienend personeel met
persoonlijke beschermingsmiddelen die voor de uit te
voeren werkzaamheden gepast zijn. Gebruikelijke
individuele middelen zijn: Helm, veiligheidsbril, kappen,
werkschoenen. Extra individuele en gezamenlijke
beschermingsmiddelen moeten worden aanpaste na een
gepaste analyse van de speficieke risicos op het gebied van
relevantie en afhankelijk van de uit te voeren activiteiten.
10. EWLD J, EWLH EN EWLS VERSIE
HET KOELMIDDELCIRCUIT VERBINDEN
Dit product werd in de fabriek met N
2
gevuld
De modules zijn voorzien van een koelmiddeltoevoer
(ontlastingskant) en een koelmiddelafvoer (vloeistofkant) voor de
aansluiting van een externe condenser. Dit circuit moet
geïnstalleerd worden door een erkende technicus en moet voldoen
aan alle relevante Europese en nationale voorschriften.
10.1. Voorzorgsmaategrelen tijdens het
hanteren van de leidingen
Als er lucht of vuil in het watercircuit terechtkomt, kunnen er
problemen optreden. Houd daarom altijd rekening met het
volgende bij het aansluiten van het watercircuit:
1. Gebruik alleen schone buizen.
2. Houd het uiteinde van de buis omlaag tijdens het
verwijderen van de braampjes
3. Dek het uiteinde van de buis af als u ze door een
muur steekt zodat er geen stof en vuil in komt.
De afvoer en de vloeistofbuis moeten rechtstreeks op de externe
condenserbuis gelast worden. Om de juiste buisdiameter te
hebben, raadpleeg de tabel met de technische specificaties.
Zorg ervoor dat de buizen tijdens het lassen met N
2
gevuld
zijn om ze tegen roet te beschermen.
Er mag geen blokkering zijn (stopklep, solenoïde
solenoïdeklep) tussen de externe condenser en de
voorziene vloeistofinjectie van de compressor.
10.2. Lektest en vacuümdroging
De modules werden door de fabrikant op lekken gecontroleerd.
Na het aansluiten van de buizen moet een lektest uitgevoerd
worden en moet de lucht in de koelmiddelbuis afgelaten worden
tot een absolute waarde van 4 mbar met behulp van een
vacuümpomp.
Tap geen lucht met koelmiddelen af. Gebruik een
vacuümpomp om de installatie vacuüm te maken.
10.3. De module vullen
1. Voer een volledige inspectie voor de start uit, zoals uitgelegd
in “VOOR HET STARTEN”.
Voer zorgvuldig alle procedures uit zoals uitgelegd in
hoofdstukken waarnaar verwezen wordt in het
hoofdstuk VOOR HET STARTEN”, maar start de
module niet.
Lees tevens de gebruikershandleiding die met de module is
meegeleverd. Dit zal helpen om de werking van de module en
de elektrische controller beter te begrijpen.
Vul de module van tevoren met koelmiddel zonder dat de
module in werking is
2. Gebruik de 1/4” SAE Flare stopklep op de filterdroger om de
module van te voren te vullen met de volledige berekende
vulhoeveelheid.
Gebruik de compressor niet voordat de module is
gevuld, om schade aan de compressor te vermijden!

Содержание

Скачать