Deca MACH 119 [12/36] Instructiehandleiding batterijlader

Deca MACH 119 [12/36] Instructiehandleiding batterijlader
11
950503-07 10/09/14
Foretag en langsom opladning, og kontroller jævnligt
spændingen ved batteripolerne med en normal tester.
Afbryd opladningen, når spændingen når 14,4 volt for 12-volts
batterier, 7,2 volt for 6-volts batterier og 28,8 volt for 24-volts
batterier.
IBatteriladeren er ikke forsynet med automatisk
ladningsafslutning, og den skal derfor afbrydes efter
afsluttet ladning for ikke at beskadige batteriet.
Sikringer mod kortslutninger og polaritetsinversion **
Sikringen afbryder det elektriske kredsløb, når der opstår en
overbelastning, der kan skyldes en kortslutning i tængerne
eller i batteriets elementer, eller på grund af en omvendt
tilslutning til batteriets poler (+,-).
Du skal altid sikre dig, at polariteten er korrekt for at
undgå skader på personer eller ejendom.
Afkobl batteriladeren fra lysnettet, før du udskifter
sikringerne.
L Opladeren er udstyret med en termostat med automatisk
nulstilling, som træder i funktion ved varmeoverbelastning
og beskytter apparatet mod overophedning.
** Det er muligt at denne funktion ikke ndes på visse
modeller.
NL
Instructiehandleiding.
Batterijlader
WAARSCHUWINGSLABEL AFB. 1.
Bevestig de bijgeleverde sticker in uw taal op de
acculader voordat u het gereedschap voor het
eerst gebruikt.
Alvorens het laden uit te voeren, nauwkeurig
de inhoud van deze handleiding lezen. De
instructies van de batterij lezen en van het
voertuig dat deze gebruikt.
Algemene gegevens en waarschuwingen
Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8
jaar oud en mensen met beperkte mentale, lichamelijke of
zintuiglijke capaciteiten of met gebrek aan ervaring en kennis,
alleen indien onder toezicht of geïnstrueerd over het veilig
gebruik van het apparaat en na op de hoogte te zijn gebracht
van de mogelijke gevaren. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen.
Kinderen mogen geen reiniging en onderhoud uitvoeren
zonder toezicht.
De accuoplader is alleen geschikt om de volgende lood/
zuur-accu’s op te laden:
D WET-accu’s: hermetisch afgesloten, gevuld met elektrolyt:
vergen weinig of geen onderhoud (MF), “AGM”, “GEL”.
Geen batterijen proberen te laden die niet opnieuw gelaad
kunnen worden of die verschillen van de voorziene batterijen.
Geen bevroren batterijen laden, omdat deze zouden kunnen
ontploffen.
Uitsluitend voor gebruik in overdekte ruimten.
OPGELET, EXPLOSIEVE GASSEN!
De batterij produceert explosief gas (waterstoG) tijdens
de normale werking en in grotere hoeveelheid tijdens het
opladen.
Voorkomt de vorming van vlammen of vonken.
De accuoplader heeft componenten zoals schakelaars en
relais waaruit vonken kunnen komen. Als u de oplader in
een garage of een soortgelijke omgeving gebruikt, zet hem
dan op een geschikte plaats, ver van de accu en niet in het
voertuig of in de motorruimte.
Om vonken te voorkomen, let u erop dat de klemmen niet
los kunnen raken van de accucontacten tijdens het opladen.
Ervoor zorgen dat de klemmen elkaar niet aanraken.
Zorg er beslist voor dat de polariteiten niet verwisseld worden,
wanneer er klemmen met de batterij worden verbonden.
Verzekert u zichzelf ervan dat de stekker eruit
is, alvorens de klemmen aan te sluiten of los te
koppelen.
Zorg voor een passende ventilatie tijdens het
laden
Een veiligheidsbril dragen met bescherming aan de zijkant
van de ogen, zuurbestendige handschoenen en kleren die
u tegen het zuur beschermen.
De batterijlader niet gebruiken met beschadigde kabels, als
deze slag heeft ondervonden, als deze gevallen is of als
deze beschadigd is.
Haal de batterijlader niet zelf uit elkaar, maar breng hem naar
een erkend service-centrum.
De voedingskabel moet worden vervangen door
gekwaliceerd personeel
De batterijlader niet op brandbare oppervlakken plaatsen.
De batterijlader en de kabels ervan niet in het water of op
natte oppervlakken plaatsen.
Plaats de batterijlader zodanig dat deze goed geventileerd
wordt: niet met andere voorwerpen bedekken; niet opsluiten
in reservoirs of stellingen.
Aansluiting van de batterijlader
Voordat u de accu aan zet, controleert u of de goede
accuspanning is geselecteerd. Een verkeerde spanning
kan schade en letsels veroorzaken.
Om de elektronica die in voertuigen zit niet te
beschadigen, dient u voordat u een accu oplaadt of
een snelstart draait, aandachtig de instructies van de
producent van het voertuig en de accu te lezen.
¾ Verbind de rode klem (+) met de positieve batterijpool
en de zwarte klem (-) met de negatieve batterijpool.
Als de accu op een voertuig is gemonteerd, sluit u eerst
de klem aan op de accupool die niet met de carrosserie
is verbonden. De tweede klem die met de carrosserie is
verbonden, moet op een punt zitten dat ver genoeg is
verwijderd van de accu en van de benzineleiding.
¾ Plaats de stekker in het stopcontact om te beginnen met
laden.

Содержание

Скачать