DAB KLP 40-600 M [41/108] Let er op dat het afgetapte water geen schade aan zaken of personen kan toebrengen speciaal bij installaties die warm water gebruiken het aftappen van de installatie dient al...

DAB KLP 40-600 M [41/108] Let er op dat het afgetapte water geen schade aan zaken of personen kan toebrengen speciaal bij installaties die warm water gebruiken het aftappen van de installatie dient al...
NEDERLANDS
39
Voordat u de pomp in bedrijf stelt, dient u de installatie met water te laten vollopen en deze te ontluchten.
Ontlucht het pomphuis met behulp van de speciale ontluchtingskraan (niet bij de uitvoering ALM 200 –
ALP 800) tot er alleen maar water uitkomt. (afb. E). Dit om er voor te zorgen dat de mechanische
dichting goed gesmeerd is en dat de pomp meteen op juiste wijze werkt. Droogdraaien, ook al is het
maar voor korte tijd, geeft onherstelbare schade aan de mechanische dichting.
9.2
Zet de pomp onder stroom en controleer of de driefasenmotor in de juiste richting draait, d.w.z. als u naar
de motor van de kant van de waaier kijkt, van rechts naar links (afb. F). Is dat niet het geval dan dient u
nadat u de stroom uitgeschakeld hebt, twee willekeurige faseconductors met elkaar te wisselen.
9.3
Terwijl de elektropomp draait, controleert u de spanning op de klemmen van de motor die niet meer dan
+/- 5% van de nominale waarde mag afwijken. (afb. G)
9.4
Terwijl de groep draait, controleert u of de door de motor opgenomen stroom niet meer is dan die op
het plaatje is aangegeven.
10. VOORZORGSMAATREGELEN
10.1
De elektropomp mag niet meer dan een bepaald aantal keren per uur in werking komen. Het
maximum toelaatbare aantal is:
Maximum aantal starts/uur
éenfasemotor
30
driefasenmotor tot 5,5 pk
20 ÷ 30
driefasenmotor van 7,5 tot 60 pk
5 ÷ 10
10.2
BEVRIEZINGSGEVAAR: wanneer de pomp voor langere tijd niet gebruikt wordt, is het bij een
temperatuur beneden de 0C noodzakelijk het pomphuis helemaal af te tappen om eventuele barsten in de
hydraulische onderdelen te voorkomen. Dit is eveneens aan te raden wanneer de pomp langere tijd bij
normale temperaturen buiten gebruik zal blijven.
Let er op dat het afgetapte water geen schade aan zaken of personen kan
toebrengen, speciaal bij installaties die warm water gebruiken. Het aftappen
van de installatie dient alleen te gebeuren wanneer de temperatuur van het
water gelijk is aan die van de omgeving.
Doe de aftapdop niet dicht voordat de pomp opnieuw gebruikt wordt.
Als u de pomp na lange tijd weer opnieuw in werking stelt, dient u zoals hiervoor in de paragrafen Let op
en In bedrijf stellen beschreven is, te werk te gaan.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
11.1
Behalve dat de in de installatie aanwezige vloeistof zeer heet is en onder druk staat, kan
deze ook onder vorm van stoom voorkomen!
GEVAAR OP VERBRANDING
Het kan gevaarlijk zijn zelfs maar de pomp of delen van de installatie aan te raken.
11.2
De electropomp mag niet gedemonteerd worden behalve door gespecialiseerd, bevoegd
personeel, dat over de door de specifieke, betreffende normen verlangde vereisten
beschikt. In ieder geval mag men alle reparatie- en onderhoudsingrepen pas uitvoeren,
nadat men de pomp van het voedingsnet afgekoppeld heeft. Zich ervan overtuigen, dat
deze laatste niet per ongeluk ingeschakeld kan worden.
Liefst gepland onderhoud onderhoud uitvoeren: met een minimum aan kosten kan men
kostbare reparaties en eventueel machinestilstand vermijden.
Gedurende het geprogrammeerde onderhoud de eventueel in de motor aanwezige
condens aftappen door middel van pin (voor electropompen met
motorbeveiligigingsgraad IP55).
11.3
In gevallen, waarin het nodig is de vloeistof af te tappen om het onderhoud uit te voeren,
controleren dat het weglopen van de vloeistof geen zaak- of persoonlijke schade oplevert
in de installaties voor degenen, die warm water gebruiken.
Men moet ook de wettelijke bepalingen voor het lozen van eventueel schadelijke
vloeistoffen in acht nemen.
11.4
Bij normaal functioneren heeft de elektropomp totaal geen onderhoud nodig. Toch verdient het
aanbeveling periodiek de op het plaatje voorkomende gegevens te controleren om eventuele defecten en
versleten delen op te sporen voordat deze tot een storing kunnen leiden.
11.5
Voor enkele modellen met smeerbus, dienen de lagers van de motor om de 3000 bedrijfsuren gesmeerd te
worden, of vaker als de pomp onder zware omstandigheden moet werken. Zorg dus voor het bijvullen van
het vet in de daartoe bestemde smeerbussen.
11.6
Na elke handeling waarvoor de motor van het pomphuis gedemonteerd moet worden, verdient het
aanbeveling een nieuwe Oring tussen pomphuis en voetstuk te plaatsen.

Содержание

Скачать