Deca MASTROTIG 327 AC/DC [25/72] Lasproces beschrijving van de commando s en signaleringen

Deca MASTROTIG 327 AC/DC [25/72] Lasproces beschrijving van de commando s en signaleringen
24
950637-01 15/02/16
Aansluiting van de motorgenerators
Sommige lasapparaten kunnen gevoed worden door een motorgenerator (symbool
op typeplaatje). Controleer dat deze een vermogen van minstens 6 kVA heeft en geen
spanningen levert hoger dan 270V.
Voorbereiding van het lascircuit MMA
¾ Sluit de aarddraad** aan op het lasapparaat en op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij
de plaats op het werkstuk dat gelast moet worden.
¾ Sluit de draad met de elektrodehouder** aan op het lasapparaat en monteer de elektrode
op de elektrodehouder. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de betreffende
elektroden voor de aansluiting en de lasstroom.
L Voor lasapparaten die een gelijkstroom leveren moeten meestal de elektroden
aangesloten worden op de positieve klem; slechts enkele elektroden (bv. met
rutielbekleding) moeten aan de negatieve klem aangesloten worden.
Voorbereiding van het lascircuit TIG
L Sluit de aarddraad** aan op het lasapparaat en op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij
de plaats op het werkstuk dat gelast moet worden.
¾ Sluit de vermogensconnector van de TIG-toorts** aan op de negatieve pool van het
lasapparaat en monteer de elektrode.
¾ Steek de connector voor de toortsbediening in het contact “R”.
¾ Koppel de gasleiding aan op de TIG-toorts via de gasaansluiting “P” op het voorpaneel.
L De aanbevolen secties (mm2) voor de laskabel, in functie van de geleverde maximale
nominale stroomsterkte (I2max) staan vermeld in Fig.3,3
.
Blokkeer de es met schermgas in de verticale stand op een plek ver verwijderd van
de laszone. Gebruik de steun van het lasapparaat of een vast deel, zodat het niet valt
en niet beschadigd wordt.
Volg voor de installatie de aanwijzingen in Fig.6.
L De niet vulbare gasessen hebben een naaldventiel die automatischopengaat bij het
vastdraaien van de drukreducer op de es.
Installatie koelunit TIG toorts (Mod.3) **
Het stopcontact “X” is bestemd voor de aansluiting van de koelunit voor de TIG toorts.
¾ Plaats de meegeleverde stekker voor het lassen met de luchtgekoelde TIG toorts.
Als de stekker niet is aangesloten, of als de koelunit is uitgeschakeld, of als het
vloeistofniveau te laag is, dan stopt de lasmachine en verschijnt de foutmelding ”E
16” op het display.
** (Dit onderdeel is niet aanwezig op sommige modellen).
Lasproces: beschrijving van de commando’s en
signaleringen
Nadat u alle fasen van de inwerkingstelling heeft uitgevoerd moet u het lasapparaat
aanschakelen en de afstellingen uitvoeren.
¾ Selecteer de lasmethode met de knoppen “E”. Brandende LED’s naast de diverse
symbolen signaleren de geselecteerde opties.
¾ Selecteer de afzonderlijke lasparameters met de knoppen “F”. De lasparameter die u
aan het wijzigen bent, wordt gesignaleerd door de LED die naast het symbool brandt
en de waarde ervan verschijnt op het “display”. Met de draaiknop G” varieert u de
waarde van de parameter.
L De meeteenheid en het regelbereik van de lasparameters staan in de Tab.1.
D) Knop Stand By / ON
Druk op deze knop om het toestel aan te zetten of in “Stand By” te zetten.
Als het toestel in Stand Bystaat en op het net is aangesloten, verschijnt er een rood
knipperend punt op het “display”.
E1) Keuzeschakelaar MMA, TIG LIFT, TIG HF
Druk hem in om het gewenste lasproces te selecteren:
¾ MMA: lassen met beklede elektrode.
¾ TIG LIFT: TIG lassen met LIFT ARC ontsteking.
¾ TIG HF: TIG lassen met ontsteking met hoge frequentie.
L Om de lasboog met de beklede elektrode te ontsteken, moet u hem op het te lassen
werkstuk wrijven en net nadat de boog ontstoken werd moet hij constant op een
afstand gelijk aan de elektrodediameter gehouden worden onder een hoek van circa
20 - 30 graden in de vorderingszin.
L Om de lasboog met TIG-toorts te ontsteken in de modaliteit TIG LIFT, moet u
controleren dat de kraan voor het schermgas open staat. Plaats de elektrode op het
werkstuk dat u wenst te lassen, druk op de knop en breng de elektrodepunt omhoog
ten opzichte van het werkstuk.
L Om de lasboog met TIG-toorts te ontsteken in de modaliteit TIG HF, moet u controleren
dat de kraan voor het schermgas open staat. Plaats de elektrodepunt op circa 5 mm
van het werkstuk dat u wenst te lassen en druk op de knop: de boog zal ontsteken
zonder dat het werkstuk moet aangeraakt worden met de elektrode.
E2) Schakelaar DC / AC / AC EASY
¾ “DC”: TIG-lassen met gelijkstroom.
¾ “AC” TIG-lassen met wisselstroom. U regelt de frequentie “FREQUENCY (Hz)” en de
BALANCE (%)” met de hand.
¾ AC EASY -TIG-lassen met wisselstroom. De frequentie FREQUENCY (Hz)en
de “BALANCE (%)worden automatisch ingesteld aan de hand van de ingevoerde
lasparameters.
L Als het toestel op “Easy” is ingesteld, knippert de LED naast de lasparameters om te
signaleren dat de waarde die op het “display” verschijnt, de waarde is die automatisch
is ingesteld door het toestel. Als deze waarde wordt gewijzigd, gaat de LED continu
branden.
E3) Keuzeschakelaar TIG 2T / TIG 4T / SPOT
¾ 2T (of manueel): er wordt gelast zolang de toortsknop ingedrukt blijft.
¾ 4T (of automatisch): druk de toets in en laat hem los om te beginnen lassen; de
lasbewerking blijft aanhouden totdat de knop terug ingedrukt en losgelaten wordt.
¾ SPOT” Het TIG-lassen eindigt automatisch op het geprogrammeerde tijdstip.
E4) Schakelaar PULSE / EASY PULSE / BILEVEL
¾ “PULSE (TIG)” Er wordt PULSErende lasstroom geleverd.
De hoofdstroom “I (Amp)” en de basisstroom “(%) I” wisselen elkaar af.
U regelt de pulsfrequentie PULSE (Hz) en de frequentie van de basisstroom (%) I”
met de hand.
L Het lassen met de hoofdstroom duurt even lang als het lassen met de basisstroom.
¾ “EASY PULSE (TIG)” Er wordt PULSErende lasstroom geleverd.
De hoofdstroom “I (Amp)” en de basisstroom “(%) I” wisselen elkaar af.
De frequentie voor het PULSEn “PULSE (Hz)en de frequentie voor de basisstroom (%)
I” worden automatisch ingesteld aan de hand van de ingevoerde lasparameters.
L Als het toestel op “Easy” is ingesteld, knippert de LED naast de lasparameters om te
signaleren dat de waarde die op het “display” verschijnt, de waarde is die automatisch
is ingesteld door het toestel. Als deze waarde wordt gewijzigd, gaat de LED continu
branden.
¾ Bi-level (TIG 4T): eens de ingestelde stroomsterkte werd bereikt I (Amp), zal door het
kort indrukken van de toortsknop de lasstroom verminderen (%) I van de ingestelde
waarde; door nogmaals kort op de knop te drukken zal de stroom terugkeren naar de
ingestelde waardeI (Amp)”. Om de lasbewerking te beeindigen moet men de toets
voor meer dan 0,5 sec indrukken.
F) MMA-lassen: verstelbare parameters
¾ “I (Amp)” Regeling van de lasstroom.
¾ “ARC FORCE” (led slope up) Verhoogt de intensiteit van de lasstroom om te voorkomen
dat de beklede elektrode aan het werkstuk blijft plakken als de boogspanning te laag
wordt.
¾ “HOT START” (led I%) Verhoogt de lasstroomintensiteit voor een vlottere ontsteking
van de beklede elektrode.
F) TIG-lassen: verstelbare parameters
¾ “Φmm” Selectie van de diameter van de Tungsten-elektrode.
Afhankelijk van de geselecteerde diameter bepaalt het toestel het lasstroominterval
waarmee u kunt werken zonder de elektrode te beschadigen.
In de werkwijzen “AC EASY” of “EASY PULSE” kiest de machine zelf de optimale
waarden voor de lasparameters aan de hand van de elektrodediameter en de
geselecteerde lasstroom.
U kunt de elektrodediameter ook niet instellen (“NO”).
In dit geval worden de lasparameters alleen bepaald aan de hand van de lasstroom.
“PREGAS” Regeling van de voorbereidende gastoevoer.
¾ “SLOPE-UP” Regeling van de tijd waarin de lasstroom vanaf de beginwaarde
(boogontsteking) de hoofdwaarde “I (Amp)” bereikt.
L De beginwaarde voor de lasstroom is vast ingesteld op 50% van de waarde voor de
hoofdstroom.
¾ “I (Amp)”: Regeling van de hoofdlasstroom.
¾ “(%) I”: In de werkwijzen PULSE” en “BILEVEL 4T” regelt u hier de basislasstroom
die u uitdrukt als een percentage van de hoofdlasstroom.
¾ “SLOPE-DOWN” Dit is de tijd waarbinnen, zodra de toortsknop wordt losgelaten, de
lasstroom vanaf de hoofdwaarde de eindwaarde bereikt (laseinde).
L De eindwaarde van de lasstroom is vast ingesteld op 20% van de hoofdlasstroom.
¾ “POST-GAS” Regeling van het nalevering van gas. In de stand “Aut” stelt het toestel
een automatische tijd in van 5 tot 20 seconden, afhankelijk van de hoofdlasstroom en
de lastijd.
¾ “T (SPOT)” In de werkwijze “SPOT” varieert de duur van het laspunt.
¾ “PULSE (Hz)” In de werkwijze “TIG PULSEvarieert de pulsfrequentie. Het lassen met
de hoofdstroom duurt even lang als het lassen met de basisstroom.
¾ “BALANCE (%)” In de werkwijze TIG AC”-lassen met wisselstroom wijzigt de
verhouding tussen de duur van de positieve golfhelft en de negatieve golfhelft.
Als de “balance” op 50% is ingesteld, duurt de positieve golfhelft even lang als de
negatieve.
Met lage “balance”-waarden is het penetratievermogen van de boog hoger en wordt de
elektrode minder verbruikt.
Met hoge “balance”-waarden is het werkstuk schoner maar is er een hoog verbruik
van de elektrode.
¾ “FREQUENCY (Hz)” In de lasmethode TIG ACmet wisselstroom varieert de frequentie
van de lasstroom.
Lage waarden zorgen voor een bredere boogverspreiding.
Hogere waarden zorgen voor een meer geconcentreerde boog.
L) Controlelampje afstandsbediening (pedaalbediening)
aangesloten
Brandt wanneer de optionele afstandsbediening (of pedaalbediening) is aangesloten op
het lastoestel.

Содержание

Скачать