Telwin MASTERMIG 500 R.A. [23/80] Technische gegevens

Telwin MASTERMIG 500 AQUA (827008) [23/80] Technische gegevens
CO of mengsels Argon/CO gebruikmakend van volle of geanimeerde (buisvormige)
2 2
5.2.1 AANSLUITING OP HET NET
elektrode draden.
- Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men verifiëren of de
Zijn bovendien geschikt voor het MIG-lassen van de roestvrije stalen met gas Argon +
gegevens van de kentekenplaat overeenstemmen met de spanning en de frequentie
1-2% zuurstof en aluminium met gas Argon, gebruikmakend van elektrode draden voor
van het net die beschikbaar zijn op de plaats van installatie.
analyse geschikt voor het te lassen stuk.
- De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een voedingssysteem met
De harde soldering MIG kan typisch uitgevoerd worden op verzinkte staalplaten met
een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
draden in koperlegering (vb. koper-silicium of koper-aluminium) met beschermend gas
- Teneinde te voldoen aan de vereisten van de Norm EN 61000-3-11 (Flicker) raadt
Argon zuiver (99,9%).
men aan de lasmachine te verbinden met de punten van interface van het
voedingsnet die een impedantie hebben kleiner dan Zmax = 0.04ohm.
5.2.2 STEKKER EN CONTACT: een genormaliseerde stekker, (3P + T - 3ph) met een
adequaat vermogen met de voedingskabel verbinden en een contact van het net
voorinstellen uitgerust met zekeringen of een automatische schakelaar; een speciale
terminal van de aarde moet verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen) van
de voedingslijn. De tabel 1 (TAB.1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de
2.3 ACCESSOIRES VAN SERIE:
vertraagde zekeringen van de lijn gekozen op basis van de max. nominale stroom
- toorts (gekoeld met water in de versie R.A.);
verdeeld door de lasmachine en van de nominale voedingsspanning.
- kabel van retour volledig met massatang;
- Voor de operaties van verandering van spanning moet men naar de binnenkant van
- kit wielen;
de lasmachine gaan, het paneel wegnemen en het klemmenbord verandering
- adaptor fles ARGON;
spanning zodanig voorinstellen dat er een overeenstemming is tussen de verbinding
- drukreductor;
aangeduid op de desbetreffende kentekenplaat en de beschikbare spanning van het
- draadtrekker;
net.
- groep van koeling met water R.A. (alleen voor versie R.A.);
FIG. E
Het paneel zorgvuldig terug monteren en hierbij gebruik maken van de
2.4 ACCESSOIRES OP AANVRAAG:
desbetreffende schroeven.
- elektronische kaart met dubbele timer;
Opgelet! De lasmachine wordt in de fabriek vooringesteld op de hoogste
-
beschikbare spanning van de gamma, voorbeeld:
U 400V Ü In de fabriek vooringestelde spanning.
1
_____________________________________________________________________________________________________________________
- groep van koeling met water R.A. (indien voorzien);
(accessoire van serie op versie R.A.);
- Kit spoelbedekking (indien voorzien);
OPGELET!
- Kit lassen aluminium;
Het niet in acht nemen van de voornoemde regels maakt het door de fabrikant
- Kit lassen kerndraad;
voorzien veiligheidssysteem inefficiënt (klasse I) met daaruit volgende zware
risico's voor de personen (vb. elektroshock) en voor de dingen (vb. brand).
_____________________________________________________________________________________________________________________
3.TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 KENTEKENPLAAT
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de lasmachine zijn
5.3 VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT
_____________________________________________________________________________________________________________________
samengevat op de kentekenplaat met de volgende betekenis:
FIG. B
1- EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de bouw van de machines voor
OPGELET! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN UITVOERT,
booglassen.
MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN
2- Symbool van de binnenstructuur van de lasmachine.
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
3- Symbool van de voorziene lasprocedure.
_____________________________________________________________________________________________________________________
4- Symbool S: wijst erop dat er lasoperaties mogen uitgevoerd worden in een ruimte
2
De Tabel 1 (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm ) op basis
met een verhoogd risico van elektroshock (vb. in de onmiddellijke nabijheid van
van de maximum stroom verdeeld door de lasmachine.
grote metalen massa's).
5- Symbool van de voedingslijn:
5.3.1 Verbinding met de gasfles
1~: eenfase wisselspanning;
- Gasfles laadbaar op het steunvlak fles van de lasmachine: max 20 kg.
3~: driefasen wisselspanning.
- De drukreductor vastdraaien op de klep van de gasfles en hierbij de speciale reductie
6- Beschermingsgraad van het omhulsel.
tussenplaatsen die als accessoire wordt geleverd, wanneer gas Argon of een
7- Kentekens van de voedingslijn:
mengsel Argon/CO wordt gebruikt.
2
- U : Wisselspanning en voedingsfrequentie van de lasmachine (toegelaten limieten
1
- De ingangsbuis van het gas verbinden met de reductor en het strookje in dotatie
±10%).
vastzetten.
- I : Maximum stroom verbruikt door de lijn .
1 max
- De beslagring voor de regeling van de drukreductor loszetten voordat de klep van de
- I : Effectieve voedingsstroom .
1eff
gasfles geopend wordt.
8- Prestaties van het lascircuit:
- U : maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
0
5.3.2 Verbinding retourkabel van de lasstroom
- I /U : Genormaliseerde overeenstemmende stroom en spanning die door de
2 2
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop het
lasmachine tijdens het lassen kunnen verdeeld worden.
steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in uitvoering.
- X : Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de machine de
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met hetsymbool (-).
overeenstemmende stroom kan verdelen (zelfde kolom). Wordt uitgedrukt in %, op
basis van een cyclus van 10min (vb. 60% = 6 minuten werk, 4 minuten pauze; en zo
5.3.3 Verbinding toorts
verder).
De toorts in de desbetreffende connector steken en hierbij met de hand de beslagring
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die verwijzen naar 40°C
van blokkering tot op het einde toe vastdraaien. Deze voorinstellen voor de eerste
ruimte) overschreden worden, wordt de ingreep van de thermische beveiliging
lading van de draad, en hierbij de sproeier en het contactbuisje demonteren om het
bepaald ( de lasmachine blijft in stand-by tot haar temperatuur terug binnen de
buitenkomen ervan te vergemakkelijken.
toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V: Duidt de gamma aan van de regeling van de lasstroom (minimum -
5.3.4 Verbinding met de draadvoeder (in het model met externe draadvoeder)
maximum) aan de overeenstemmende boogspanning.
- De verbindingen met de stroomgenerator uitvoeren (achterste paneel):
9- Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de lasmachine (noodzakelijk voor de
- kabel lasstroom met de snapmofverbinding (+);
technische service, de aanvraag van reserve onderdelen en het opzoeken van de
- bedieningskabel met de desbetreffende connector.
oorsprong van het product).
- Erop letten dat de connectors goed vastgedraaid zijn teneinde verhittingen en verlies
10- : De waarde van de zekeringen met vertraagde werking moet voorzien
van efficiëntie te voorkomen.
worden voor de bescherming van de lij.
- De gasbuis afkomstig van de drukreductor van de gasfles aansluiten en vastdraaien
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis aangeduid is in
met de strook in dotatie.
hoofdstuk 1 “Algemene veiligheid voor het booglassen ”.
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft een indicatieve
5.3.5 Aanbevelingen
aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van de cijfers; de exacte waarden van
- De connectors van de laskabels tot op het einde toe draaien in de
de technische gegevens van de lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks genomen
snapmofverbindingen (indien aanwezig), om een perfect elektrisch contact te
worden van de kentekenplaat van de lasmachine zelf.
garanderen; zoniet zullen er zich verhittingen van de connectors zelf voordoen met
een bijhorende snelle slijtage en verlies van efficiëntie.
- De kortst mogelijke laskabels gebruiken.
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
- Vermijden metalen structuren te gebruiken die geen deel uitmaken van het stuk in
- LASMACHINE: zie tabel 1 (TAB.1)
bewerking, ter vervanging van de retourkabel van de lasstroom; dit kan gevaarlijk zijn
- TOORTS: zie tabel 2 (TAB.2)
voor de veiligheid en onbevredigende resultaten geven voor het lassen.
Het gewicht van de lasmachine staat aangeduid in tabel 1 (TAB. 1).
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE
4.1 INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN VERBINDING (FIG. A)
5. INSTALLATIE
_____________________________________________________________________________________________________________________
5.4 LADING DRAADSPOEL (FIG. F-F1)
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE
_____________________________________________________________________________________________________________________
AANSLUITINGEN UITVOEREN MET DE LASMACHINE VOLLEDIG
OPGELET! VOORDAT MEN BEGINT MET DE LAADOPERATIES VAN DE
UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITSLUITEND UITGEVOERD
DRAAD, MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS
WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
_____________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
VERIFIËREN OF DE ROLLEN DRAADTREKKER, HET OMHULSEL
5.1 INRICHTING (FIG. C)
DR A A D GELEIDE R EN HET CONTACTBUISJE VAN DE TOORTS
De lasmachine uitpakken, de montage van de losgemaakte gedeelten bevat in de
OVEREENSTEMMEN MET DE DIAMETER EN DE AARD VAN DE DRAAD DIE MEN
verpakking uitvoeren.
WENST TE GEBRUIKEN EN OF ZE CORRECT GEMONTEERD ZIJN. TIJDENS DE
FASEN VAN INVOER VAN DE DRAAD GEEN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN
5.1.1 Assemblage retourkabel- tang (FIG. D)
DRAGEN.
- De ruimte haspel openen.
5.2 WIJZEN VAN OPHIJSEN VAN DE LASMACHINE
- De draadspoel op de haspel plaatsen, en hierbij het uiteinde van de draad naar
Alle lasmachines beschreven in deze handleiding zijn voorzien van hijssystemen.
boven houden, controleren of de aandrijfpin van de haspel op correcte wijze in het
voorzien gat behuisd is (1a).
_____________________________________________________________________________________________________________________
- De contrarol/rollen van druk vrijmaken en verwijderen van de onderste rol/rollen
(2a).
OPGELET! De lasmachine plaatsen op een horizontaal oppervlak met een
- Verifiëren of de rol/rollen van tractie geschikt is/zijn voor de gebruikte draad (2b).
adequaat draagvermogen voor het gewicht teneinde de kanteling of gevaarlijke
- Het uiteinde van de draad vrijmaken, het vervormd uiteinde recht en zonder bramen
verplaatsingen te voorkomen.
afknippen, de spoel draaien tegen de wijzers van de klok en het uiteinde van de
_____________________________________________________________________________________________________________________
2.2 LASMACHINE MET WEGNEEMBARE DRAADTREKKER (FIG.A2)
Lasmachine met continue draad, op wielen, driefasen, geventileerd, voor het MIG-
MAG/FLUX lassen en het hardsolderen, met wegneembare draadtrekker met 4
ROLLEN. Gebruiksflexibiliteit met verschillende typen van materiaal zoals staal,
roestvrij staal, aluminum. Hoog aantal steps van regeling van de spanning van de boog.
groep kabels verbinding generator-trekker (alleen voor lasmachine met
wegneembare draadtrekker);
5.3.6 Verbinding groep koeling water G.R.A. (alleen voor versie R.A.)
- De G.R.A. bevestigen op de machine middels de beugel in dotatie.
- De waterleidingen verbinden met de snelkoppelingen.
- De G.R.A. aanschakelen volgens de procedure beschreven in de handleiding in
dotatie bij de groep van koeling.
- 23 -

Содержание

Похожие устройства

Скачать