Stiga COMBI 48 B [32/104] Veiligheidsnormen

Stiga COMBI 48 B [32/104] Veiligheidsnormen
30
VEILIGHEIDSNORMEN
D
IE STRIKT OPGEVOLGD MOETEN WORDEN
B
ELANGRIJK - LEES DIT AANDACHTIG VOORALEER DE MACHINE TE
GEBRUIKEN. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR DE TOEKOMST
1
) Lees aandachtig de gebruiksaanwijzingen. Zorg dat u vertrouwd raakt
met de bedieningsknoppen en in staat bent de grasmaaier op de juiste wijze
te gebruiken. Leer de motor snel af te zetten.
2
) Gebruik de grasmaaier enkel voor het doel waarvoor deze bestemd is, na-
melijk gras maaien en opvangen.Eender welk ander gebruik kan gevaarlijk zijn
e
n schade berokkenen aan personen en/of zaken. De volgende situaties be-
horen tot het ongeschikt gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
vervoer van personen, kinderen of dieren op de machine;
zich door de machine laten vervoeren;
gebruik van de machine voor het aanslepen of aanduwen van een last;
gebruik van de machine voor het verzamelen van bladeren of afval;
gebruik van de machine voor het knippen van heggen of voor het maaien van
andere vegetatie dan gras;
gebruik van de machine door meer dan één persoon tegelijk;
het mes aanschakelen op zones zonder gras.
3) Laat nooit toe dat de grasmaaier gebruikt wordt door kinderen of door per-
s
onen die niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen.De minimale leeftijd van
de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn.
4) Gebruik de grasmaaier in geen geval:
als er personen, in het bijzonder kinderen, of dieren in de buurt zijn;
indien de gebruiker geneesmiddelen ingenomen heeft of substanties die ne-
gatieve invloed hebben op de reflexen en het aandachtvermogen.
5) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de gebruiker aan-
sprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of
hun eigendommen kunnen overkomen.
1) Draag, tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een lange broek. Be-
dien de grasmaaier niet met blote voeten of met open sandalen.
2) Controleer grondig de hele werkzone en verwijder alles wat van de machine
weg zou kunnen springen of de snijgroep en de motor zou kunnen beschadi-
gen (keien, takken, ijzerdraad, beenderen, enz.).
3) LET OP: GEVAAR! Benzine is bijzonder brandbaar.
bewaar de brandstof in speciale reservoirs;
vul de brandstof met een trechter alleen buiten bij en rook niet tijdens deze
werkzaamheden en wanneer u met de brandstof bezig bent;
giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aanzet:als de motor aanstaat
of warm is mag u geen benzine toevoegen of de dop van de benzinetank af-
draaien;
als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet starten maar dient u de gras-
maaier uit de buurt van de plek waar u de benzine gemorst hebt te brengen
en voorkomen dat er brand ontstaat.U dient te wachten totdat de brandstof
verdampt is en de benzinedampen opgelost zijn.
draai de dop altijd weer goed op de tank van de machine en het benzine-
reservoir;
4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn
5) Vóór het gebruik dient er een algemene controle verricht te worden, in het
bijzonder op het uitzicht van de messen, en dient men te controleren of de
schroeven en de snijgroep niet versleten of beschadigd zijn. Vervang de be-
schadigde of versleten messen en schroeven en bloc om ervoor te zorgen dat
het maaidek in balans blijft.
6) Vooraleer te beginnen werken, worden de beschermingen gemonteerd bij
de uitgang (opvangzak of steenbeschermkap).
1) Start de motor niet in gesloten ruimten waar zich gevaarlijke koolstofmon-
oxide kan ontwikkelen.
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
3) Vermijd, indien mogeljk, op nat gras te werken.
4) Zorg er voor dat U steeds een goed steunpunt hebt op hellende terreinen.
5) Loop nooit, maar stap; laat U niet door de grasmaaier trekken.
6) Maai steeds dwars op een helling en nooit op-en-neer.
7) Let goed op bij de verandering van richting op hellingen.
8) Maai geen terreinen met een helling van meer dan 20°.
9) Wees zeer voorzichtig wanneer u de grasmaaier naar u toe trekt.
10) Zet het mes stil indien de grasmaaier gekanteld moet worden voor het ver-
voer, bij het oversteken van zones zonder gras en wanneer de grasmaaier ver-
C) TIJDENS HET GEBRUIK
B) VÓÓR HET GEBRUIK
A) VOORBEREIDING
NL
v
oerd wordt van of naar de zone die gemaaid moet worden.
11) Stel de grasmaaier nooit in werking wanneer de beschermingen bescha-
d
igd zijn, of zonder de opvangzak of de steenbeschermkap.
12) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor
n
iet buitengewoon hoog oplopen.
13) Bij de modellen met aandrijving, dient men de inschakeling van de trans-
m
issie aan de wielen uit te schakelen vooraleer de motor te starten.
14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw voeten ver
v
an de messen verwijderd.
15) Kantel de grasmaaier niet voor het opstarten. Start de machine op een
v
lakke ondergrond zonder hindernissen of hoog gras.
16) Breng uw handen en voeten nooit nabij of onder de draaiende delen. Blijf
steeds op afstand van de uitlaatopening.
17) Hef de grasmaaier niet op en vervoer hem niet wanneer de motor in wer-
king is.
1
8) Schakel de motor uit en koppel de bougiekabel los:
vooraleer eender welke ingreep uit te voeren onder het maaidek of vooraleer
h
et windkanaal vrij te maken;
vóórdat u de grasmaaier controleert, schoonmaakt of eraan werkt;
nadat er op een vreemd voorwerp gestoten is.Controleer de grasmaaier op
eventuele beschadigingen en voer de nodige reparaties uit alvorens de
m
achine opnieuw te gebruiken;
als de grasmaaier abnormaal begint te trillen (Meteen de oorzaak van de tril-
lingen opsporen en hem laten nakijken door een Gespecialiseerd Service-
c
entrum).
19) Schakel de motor uit:
telkens wanneer u de grasmaaier onbeheerd achterlaat;Bij de modellen met
elektrische inschakeling, dient u ook de sleutel te verwijderen;
alvorens brandstof bij te vullen;
elke keer wanneer u de opvangzak verwijdert of hermonteert;
vooraleer de snijhoogte af te stellen.
20) Geef gas terug vooraleer de motor stil te zetten. Sluit de toevoer van de
brandstof af aan het einde van het werk, volgens de aanwijzingen in het hand-
boekje van de motor.
21) Behoud tijdens het werk steeds de veiligheidsafstand ten opzichte van het
draaiende mes, gegeven door de lengte van de steel.
1) Laat bouten en schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat
de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. Een regelmatig on-
derhoud is fundamenteel voor de veiligheid en om het prestatieniveau bewaard
te houden.
2) Zet de grasmaaier niet met benzine in het reservoir in een ruimte waar de
benzinedampen met vlammen, vonken of een warmtebron in aanraking zou-
den kunnen komen.
3) Laat de motor eerst afkoelen vóór het opbergen van de grasmaaier in elke
willekeurige ruimte.
4) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dienen de motor, de geluid-
demper van de uitlaat, de accubak en de benzinetank vrij gehouden te wor-
den van gras, bladeren of teveel vet. Laat geen houders met gemaaid gras in
een ruimte achter.
5) Controleer de steenbeschermkap en de grasopvangbak regelmatig op slij-
tage of beschadigingen.
6) Als u de tank moet ledigen, dient u dit in de open lucht te doen en wanneer
de motor koud is.
7) Draag werkhandschoenen voor de montage en hermontage van het mes.
8) Let op de balans van het mes, wanneer dit geslepen wordt. Alle handelin-
gen die betrekking hebben op het mes (demontage, slijpen, in balans brengen,
hermontage en/ vervanging) vergen een specifieke vaardigheid en het gebruik
van geschikt gereedschap; uit veiligheidsoverwegingen moeten deze hande-
lingen daarom steeds uitgevoerd worden in een gespecialiseerd centrum.
9) Gebruik de machine om veiligheidsredenen nooit met versleten of be-
schadigde onderdelen. De onderdelen moeten vervangen en niet gerepa-
reerd worden.Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.Onderdelen van
een niet gelijkwaardige kwaliteit kunnen de machine beschadigen en kunnen
gevaarlijk zijn voor uw veiligheid.
1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overge-
held moet worden, is het noodzakelijk:
stevige werkhandschoenen te dragen;
–de machine vast te nemen op punten waar u een stevige greep hebt, reke-
ning houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht;
- beroep te doen op een toereikend aantal personen die het gewicht van de
machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel of
de plaats waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden.
2) Zet de machine tijdens het vervoer goed vast met touwen of kettingen.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
E) TRANSPORT EN VERPLAATSING

Содержание

Похожие устройства

Скачать