GRAPHITE Energy+ 18 V 58G020 [51/57] Werk instellingen

GRAPHITE Energy+ 18 V 58G020 [51/57] Werk instellingen
100 101
het vloeistof met gebruik van een zacht zuur, zoals citroensap
of azijn.
- bij contact van het vloeistof met de ogen, spoel deze met
een grote hoeveelheid van schoon water door tenminste 10
minuten en raadpleeg de arts.
Het is verboden om een beschadigde of gemodificeerde
accu te gebruiken. Beschadigde of gemodificeerde accu’s
kunnen op een onverwachte manier werken alsook brand,
explosie of letsels veroorzaken.
De accu mag niet aan de werking van vocht of water
worden blootgesteld.
Plaats de accu nooit in de buurt van warmtebronnen. Het is
verboden om de accu voor een langere tijd in een omgeving
waar hoge temperatuur is te laten staan (plaatsen met
sterk zonlicht, in de buurt van radiatoren of overal waar de
temperatuur boven 50°C is).
Stel de accu niet aan de werking van vuur of hoge
temperatuur bloot. Het blootstellen van de accu aan de
werking van vuur of temperatuur boven 130°C kan explosie tot
gevolg hebben.
LET OP! De temperatuur van 130°C kan ook als 265°F worden
aangegeven.
Volg alle instructies van het opladen op. Het is verboden om
de accu in de temperatuur boven het bereik aangegeven in
de tabel met typegegevens in de gebruiksaanwijzing op
te laden. Het onjuist opladen en in de temperatuur buiten het
aangegeven bereik kan de accu beschadigen en het risico van
brand vergroten.
REPARATIE VAN DE ACCU’S:
Het is verboden om de beschadigde accus te repareren.
Alle reparaties van de accu dienen alleen door de producent of in
een geautoriseerde servicedienst uitgevoerd te worden.
De afgedankte accu dient aan een inzamelplaats van
gevaarlijk afval geleverd worden.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN BETREFFENDE DE OPLADER
De oplader mag niet aan de werking van vocht of water
worden blootgesteld. Het doordringen van water in de oplader
vergroot het risico van de elektrocutie. De oplader mag alleen
binen droge ruimtes gebruikt worden.
Haal de stekker uit het stopcontact voor het uitvoeren van
enig onderhoud of reiniging van de oplader.
Gebruik nooit de oplader die op een brandbare ondergrond
(bv. papier, textiel) of in de buurt van brandbare stoffen
staat. Door verhoging van de temperatuur van de oplader tijdens
het oplaadproces bestaat er een risico van brand.
Telkens voordat met het gebruik te beginnen, controleer
de toestand van de oplader, leiding en stekker. Bij
constatering van beschadigingen – gebruik de oplader
niet. Het is verboden om de oplader te demonteren. Alle
reparaties moeten door een erkend bedrijf worden uitgevoerd.
Onjuiste montage van de oplader kan tot elektrocutie of brand
leiden.
Laat de oplader niet door kinderen en personen met fysieke,
emotionele of psychische beperking alsook personen welke
niet voldoende ervaring of kennis om de oplader veilig te
gebruiken hebben, gebruiken, tenzij dit onder toezicht van
een verantwoordelijke gebeurt. In een ander geval bestaat er
een gevaar dat het toestel onjuist bediend wordt wat het risico
van letsels met zich meebrengt.
Als de oplader niet gebruikt wordt, trek de stekker uit het
stopcontact.
Volg alle instructies van het opladen op. Het is verboden om
de accu in de temperatuur boven het bereik aangegeven in
de tabel met typegegevens in de gebruiksaanwijzing op
te laden. Het onjuist opladen en in de temperatuur buiten het
aangegeven bereik kan de accu beschadigen en het risico van
brand vergroten.
REPARATIE VAN DE OPLADER
Het is verboden om de beschadigde oplader te repareren.
Alle reparaties van de oplader dienen alleen door de producent of
in een geautoriseerde servicedienst uitgevoerd te worden.
De afgedankte oplader dient aan een inzamelplaats van
gevaarlijk afval geleverd worden.
LET OP! Het toestel is alleen voor binnengebruik bestemd.
Ondanks toepassing van veilige constructie, gebruik
van veiligheidsmiddelen en aanvullende beschermende
middelen altijd bestaat er een klein risico van lichaamsletsels
tijdens de werkzaamheden.
De Li-Ion accu’s kunnen uitlekken, in brand vliegen of
exploderen bij verhitting tot hoge temperaturen of bij
kortsluiting. Bewaar ze niet in de auto tijdens warme en
zonnige dagen. Open de accu niet. De Li-Ion accus bevatten
elektronische veiligheidsvoorzieningen die kunnen
ontploffen of ontbranden als ze beschadigd zijn.
Uitleg van de gebruikte pictogrammen
1 2 3 4
75
Max.
50°C
6 8
9 10 11
1. Lees de gebruiksaanwijzing, volg de waarschuwingen en
veiligheidsaanwijzingen op.
2. Gebruik veiligheidsbril en gehoorbescherming.
3. Laat kinderen niet in de buurt van het gereedschap komen.
4. Bescherm tegen regen.
5. Voor binnengebruik bestemd, bescherm tegen water en
vocht.
6. Recyclage.
7. Tweede veiligheidsklasse.
8. Selectief inzamelen.
9. Accucellen niet in het vuur werpen.
10. Ze vormen een bedreiging voor het watermilieu.
11. Het opwarmen boven 50°C niet toelaten.
OPBOUW EN BESTEMMING
De slagboorschroevendraaier is een elektrogereedschap door
de accu aangedreven. Het toestel wordt door een borstelloze
gelijkstroommotor met planeetwielmechanisme aangedreven.
De slagboorschroevendraaier kan met en zonder slag gebruikt
worden. Het is bestemd voor het vast- en losdraaien van bouten
en schroeven in hout, metaal, kunststoffen en keramiek alsook
voor het boren van openingen in de genoemde materialen
zonder slag.
Het boren in beton, steen, bouwstenen ezv. gebeurt met
ingeschakelde slag.
De draadloze elektrische gereedschappen, aangedreven
door accu’s, zijn vooral nuttig bij renovatie- en
bouwwerkzaamheden, timmerwerkzaamheden alsook andere
verbonden met het inrichten van interieurs, aanpassing van
ruimtes en allerlei werkzaamheden van een amateursmatig
karakter (knutselwerk).
Gebruik het elektrogereedschap alleen in overeenstemming
met het beoogde doel.
BESCHRIJVING VAN GRAFISCHE PAGINA'S
De onderstaande nummering heeft betrekking op de elementen
van het toestel weergegeven op de grafische pagina's van deze
gebruiksaanwijzing.
1. Snelle montage boorkop
2. Ring van de boorkop
3. Ring voor instellen van het krachtmoment
4. Versnellingsschakelaar
5. Draairichting schakelaar
6. Handvat
7. Accu
8. Blokkadeknop van de bevestiging van de accu
9. Hoofdschakelaar
10. Verlichting
11. LED diodes
12. Oplader
13. Knop van de INDICATIE VAN DE OPLAADSTATUS VAN DE
ACCU
14. Indicatie van de oplaadstatus van de accu (LED diode).
15. Werkmodi-knop.
* Er kunnen verschillen tussen de afbeelding en het product optreden.
OMSCHRIJVING VAN DE GEBRUIKTE GRAFISCHE TEKENS
LET OP
WAARSCHUWING
MONTAGE/INSTELLINGEN
INFORMATIE
WERKVOORBEREIDING
ACCU PLAATSEN / VERWIJDEREN
Plaats de draairichting schakelaar (5) in de midden stand.
Druk op de bevestigingsknoppen van de accu (7) en trek de
accu (8) naar beneden (afb. A).
Plaats de opgeladen accu (7) in het handvat zodat de knoppen
van de blokkade een geluid geven (8).
ACCU OPLADEN
UHet toestel wordt tezamen met gedeeltelijk opgeladen accu
geleverd. Het opladen van de accu dient in de temperatuur
tussen 4
0
C - 40
0
C te gebeuren. Een nieuw accu of een door
een langere periode niet gebruikte accu gaat de volledige
aandrijvingsvermogen na ong. 3 - 5 oplaadbeurten bereiken.
Verwijder de accu (7) uit het toestel (afb. A).
Steek de oplader in het stopcontact (230 V AC).
Schuif de accu (7) in de oplader (12) (afb. B). Controleer of de
accu juist geplaatst werd (tot het einde ingeschoven).
Na aansluiting van de oplader op het netwerk (230 V AC) gaat
de groene diode (11) op de oplader branden, wat het aansluiten
van de spanning weergeeft.
Na het plaatsen van de accu (7) in de oplader (12) gaat de rode
diode (11) op de oplader branden, wat het opladen van de accu
weergeeft.
Tegelijkertijd gaan de groene diodes (14) van de indicatie van
de oplaadstatus met een pulslicht in verschillende combnaties
branden (zie eronder).
Pulslicht van alle diodes - de accu is leeg en moet worden
opgeladen.
Pulslicht van 2 diodes - accu is gedeeltelijk leeg.
Pulslicht van 1 diode - accu is bijn volgeladen.
Als de accu vol is, gaat de diode (11) op de oplader met een
groen licht branden en alle diodes van de indicatie van de
oplaadstatus van de accu (14) gaan met een constant licht
branden. Na een bepaalde tijd (ong. 15 sec.) gaan de diodes van
de oplaadstatus van de accu (14) dimmen.
De accu mag niet langer dan 8 uur worden opgeladen. De
overschrijding van deze tijd kan een beschadiging van de
cellen van de accu als gevolg hebben. Na het volladen van de
accu gaat de oplader niet automatisch uit. De groene diode op
de oplader gaat steeds branden. De diodes van de indicatie
van de oplaadstatus van de accu gaan na een bepaalde tijd
dimmen. Voordat de accu uit de oplader weg te nemen,
onderbreek de verbinding met de spanning. Vermijd korte,
opeenvolgende oplaadbeurten. Laad de accus niet bij na een
kort gebruik van het toestel. Een aanzienlijke verkorting van
de tijd tussen de nodige oplaadbeurten houdt in dat de accu
verbruikt en uitgewisseld dient te worden.
Tijdens het oplaadproces raken de accu’s zeer heet. Begin nooit
met het werk als de accu pas opgeladen werd – wacht totdat
de accu tot de kamertemperatuur afkoelt. Op die manier
kunnen de beschadigingen van de accu worden voorkomen.
INDICATIE VAN DE OPLAADSTATUS VAN DE ACCU
De accu is voorzien van een indicatie van de oplaadstatus van
de accu (3 LED diode’s) (14). Om de oplaadstatus van de accu te
checken, druk op de knop van de indicatie van de oplaadstatus
(13) (afb. C). Het branden van alle 3 diodes geeft een hoog
oplaadniveau van de accu weer. Het branden van 2 diodes geeft
een gedeeltelijk lege accu weer. Het branden van alleen maar 1
diode geeft een lege accu en de noodzaak van het opladen weer.
SPILREM
De boorschroevendraaier heeft een elektronische rem die de spil
onmiddellijk na het loslaten van de hoofdschakelaar (9) stopzet.
Deze rem verzekert nauwkeurig schroeven en boren, en laat de
vrije rotatie van de spil niet toe wanneer het uitgeschakeld is.
WERK / INSTELLINGEN
AAN / UITZETTEN
Aanzetten – druk op de hoofdschakelaar (9).
Uitzetten – maak de hoofdschakelaar (9) los.
Elk indrukken van de hoofdschakelaar (9) laat de diode (LED)
(10) die de werkplek verlicht branden.
INSTELLEN VAN HET TOERENTAL
De boor- en schroefsnelheid kan tijdens het werk worden
ingesteld door het verhogen/verlagen van de druk op de
hoofdschakelaar (9). Toerentalregeling maakt trage start
mogelijk, wat bij het boren van gaten in gips of glazuur het
slippen van de boor voorkomt en bij schroeven/losschroeven
helpt het werk te controleren.
OVERBELASTINGSKOPPEL
Het plaatsen van de ring (3) in de gekozen stand veroorzaakt
het duurzaam instellen van de koppel op het bepaalde
krachtmoment. Na het bereiken van de waarde van het
ingestelde krachtmoment de overbelastingskoppel gaat
automatisch uitgezet worden. Op die manier gaat de schroef
niet te diep en de boorschroevendraaier niet beschadigd raakt.
INSTELLEN VAN HET KRACHTMOMENT
Voor verschillende schroeven en verschillende materialen
worden verschillende krachtmomenten toegepast.

Содержание

Похожие устройства

Скачать