Stiga 75 YEARS LIMITED EDITION [79/192] Aftappen

Stiga 75 YEARS LIMITED EDITION [79/192] Aftappen
79
NEDERLANDS
NL
Gebruik olie zonder additieven.
Vul niet teveel olie bij. Hierdoor kan de motor
oververhit raken.
Ververs de olie bij een warme motor.
Direct na het stoppen van de machine
kan de motorolie erg heet zijn. Laat de
motor daarom een paar minuten afkoe-
len voordat u de olie aftapt.
6.6.1 Aftappen
1. Breng de machine omhoog zodat het linker
achterwiel zich enkele centimeters boven de
grond bevindt. Zie 6.3.
Als de machine teveel omhoog wordt ge-
bracht, kan de olie niet vrij door de kanalen
in het chassis lopen bij het aftappen.
2. Verwijder het linker achterwiel. Zie 6.4.
3. Plaats een geschikte opvangbak onder de aftap-
opening (8:W) in het chassis van de machine.
4. Steek een 10 mm inbussleutel door de opening
(8:X) in het chassis en draai de olieaftapplug
(9:Y) uit de motor. Laat de olieaftapplug op zijn
plaats op de inbussleutel binnen het motorcom-
partiment.
Mors geen olie op de aandrijfriemen.
5. Breng nadat alle olie is afgevloeid de olieaftap-
plug (9:Y) weer aan.
Aanhaalmoment: 20 Nm.
6. Verwijder de peilstok (7:S) en vul nieuwe olie
bij. Oliehoeveelheid: 1,2 liter.
7. Plaats de peilstok (7:S) weer terug.
8. Gebruik een doek of iets dergelijks en veeg het
oliekanaal in het chassis schoon.
9. Breng het achterwiel weer aan en laat de ma-
chine zakken. Zie 6.3 en 6.4.
10.Start de motor en laat deze gedurende 30 sec-
onden stationair draaien.
11.Controleer op olielekkage.
12.Zet de motor af. Wacht 30 seconden en contro-
leer dan het olieniveau. Zie 5.3.
Verwijder gebruikte olie, met olie besmeurde
doeken etc. als chemisch afval.
6.7 BRANDSTOFFILTER (14:Z)
Vervang het brandstoffilter elk seizoen.
Controleer na het installeren van het nieuwe filter
op brandstoflekkage.
6.8 RIEM MAAIDEK (21:J)
Controleer na vijf bedrijfsuren of de riemen van de
machine in orde en onbeschadigd zijn.
6.9 DE AANDRIJFKETTING INSTEL-
LEN (AFB. 15)
Stel de snaarspanning in door elk seizoen het span-
wiel als volgt te verplaatsen:
1. Draai de moeren (15:T) iets los
2. Stel het spanwiel in door de schroef (15:U) met
de vingers vaster aan te draaien.
3. Draai de moeren (15:T) weer vast.
6.10 SMEREN
Alle in de onderstaande tabel genoemde smeer-
punten moeten elke 25 bedrijfsuren en na elke
reinigingsbeurt worden gesmeerd.
6.10.1Aandrijfketting
Smeer de aandrijfketting (15:U) met de ketting-
spray zoals hieronder beschreven. Gebruik uni-
versele kettingspray.
1. Breng het rechter achterwiel van de machine
omhoog zodat dit vrij kan draaien. Zie 6.3.
2. Verwijder vuil van de ketting met een draad-
borstel.
3. Draai het achterwiel met de hand en spray tegel-
ijkertijd de ketting zodat deze volledig wordt
gesmeerd.
4. Laat de machine zakken.
6.10.2Stuurkabel
Zie afb. 16. Smeer de stuurkabel met kettingspray
zoals hieronder beschreven. Gebruik universele
kettingspray.
1. Verwijder vuil van de ketting met een draad-
borstel.
2. Draai aan het stuur en spray tegelijkertijd de ka-
bel zodat deze volledig wordt gesmeerd.
6.10.3Spanarmen en koppelingen
Smeer de lagerpunten met een oliespuit terwijl u
het betreffende bedieningselement bedient.
Dit gaat het beste met twee personen.
Bedien en smeer de volgende bedieningsele-
menten:
Stuursysteem
Koppeling, rem
Maaidek omhoog brengen
Maaidek inschakelen
Maaihoogte instellen
Onderdeel Hoofdstuk hier-
onder
Afbeel-
ding
Aandrijfketting 6.10.1 15:U
Stuurkabel 6.10.2 16
Spanarmen en
bewegende koppe-
lingen
6.10.3 -
Gaskabel 6.10.4 17

Содержание

Скачать