Grundfos SQЕ 2-55 96510151 (96080188) [232/420] Technische specificaties

Grundfos SQ 1 - 50 (96510179) [232/420] Technische specificaties
Nederlands (NL)
232
3. Technische specificaties
Voedingsspanning:
1 x 200-240 V - 10 %/+ 6 %, 50/60 Hz, PE.
Generatorbedrijf: het vermogen van de generator
moet minimaal gelijk zijn aan die van de motor
P
1
(kW) + 10 %.
Aanloopstroom:
De aanloopstroom is gelijk aan de hoogste waarde
die op het typeplaatje van de motor staat vermeld.
Vermogensfactor:
PF = 1.
Motorvloeistof:
Type SML 2.
Motorkabel:
1,5 m, 3 x 1,5 mm
2
, PE.
Mediumtemperatuur:
Max. 35 °C.
Persaansluiting:
SQ 1, SQ 2, SQ 3: Rp 1 1/4.
SQ 5, SQ 7: Rp 1 1/2.
Pompdiameter:
74 mm.
Diameter bron:
Min. 76 mm.
Installatiediepte:
Max. 150 m onder een statisch waterpeil.
Zie ook par. 6.8.2 Installatiediepten.
Netto gewicht:
Max. 6,5 kg.
3.1 Opslag
Opslagtemperatuur: -20 °C tot +60 °C.
3.1.1 Bescherming tegen bevriezing
Wanneer de pomp na gebruik wordt opgeslagen,
dient dit op een vorstvrije plaats te gebeuren, of u
dient zich ervan te vergewissen dat de gebruikte
motorvloeistof vorstbestendig is.
De motor mag niet worden opgeslagen zonder met
motorvloeistof te zijn gevuld.
3.2 Geluidsdrukniveau
Het geluidsdrukniveau van de pomp ligt binnen de
grenzen als vermeld in de Richtlijn van de Europese
Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wet-
gevingen van de Lid-Staten betreffende machines
(2006/42/EG).
4. Voorbereiding
De MS 3- en MSE 3-onderwatermotoren van
Grundfos zijn voorzien van watergesmeerde glijla-
gers. Extra smering is niet vereist.
De onderwatermotoren zijn in de fabriek gevuld met
een speciale vloeistof van Grundfos (type SML 2),
die vorstbestendig is tot -20 °C en de groei van bac-
teriën voorkomt.
Het niveau van de motorvloeistof is doorslaggevend
voor de gebruiksduur van de lagers en derhalve voor
de levensduur van de motor.
4.1 Bijvullen van motorvloeistof
Als om wat voor reden dan ook de motorvloeistof is
weggelekt, moet de motor bijgevuld worden met
Grundfos motorvloeistof SML 2.
Hoe de vloeistof moet worden bijgevuld, staat hier-
onder beschreven:
1. Verwijder de kabelgoot en verwijder het pomp-
gedeelte van de motor.
Afb. 1
2. Zet de motor in verticale positie en houd de
motor enigszins scheef (ongeveer 10 °).
3. Verwijder de vulschroef met bijv. een schroeven-
draaier.
4. Injecteer vloeistof in de motor met behulp van
bijv. een vulspuit.
5. Beweeg de motor heen en weer, zodat er eventu-
eel lucht uit de motor kan ontsnappen.
6. Draai de schroef weer stevig vast.
7. Sluit het pompgedeelte aan op de motor.
8. Breng de kabelgoot weer aan.
De onderwaterpomp is nu gereed om te worden
geïnstalleerd.
TM02 9606 3504
10

Содержание

Похожие устройства

Скачать