Daikin UATYA180BFC2Y1 [206/534] Alarmen en storingen

Daikin UATYA180BFC2Y1 [206/534] Alarmen en storingen
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
206
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-1
6.5 Alarmen en storingen
Eventuele storingen hebben tot gevolg dat de beschermingen en beveiligingen van de eenheid in werking treden
voordat ernstige defecten optreden.
Alle "waarschuwingen" en "alarmen" zijn in het geheugen van de controle geregistreerd en worden op het display
van de eenheid weergegeven.
Alvorens een alarm te resetten, moet de oorzaak die ertoe geleid heeft opgezocht en verholpen
worden.
Het herhaald optreden van een alarm heeft in korte tijd ernstige defecten van de eenheid tot gevolg.
De eenheid voorzien van A2L licht ontvlambaar koelgas; er kan een potentieel brandbare atmosfeer
ontstaan in het geval van een koelmiddellekalarm.
Raadpleeg de handleiding van de controle voor de alarmen en de waarschuwingen die op het display van de eenheid
verschijnen.
Raadpleeg bij een anomalie die niet door de controle beheerst wordt de volgende tabel voor het opsporen van
defecten.
Deze tabel bevat niet de oorzaken die te wijten zijn aan opzettelijke ingrepen of sabotage of bijzonder ernstige
defecten, waarvoor een diepgaande analyse nodig is.
6.5.1 Algemene probleemoplossing
SYMPTOOM WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK MOGELIJKE OPLOSSING
De eenheid gaat niet van start, het
display is uitgeschakeld.
De netspanning ontbreekt.
Controleer of de
hoofdscheidingsschakelaar op "ON"
staat.
Controleer de aanwezigheid van
spanning op de voedingsleiding.
Geen spanning naar het hulpcircuit.
Controleer de intacte staat van de
beschermingen stroomopwaarts en
stroomafwaarts de transformator van
het hulpcircuit.
Herstel de in werking getreden
bescherming nadat de oorzaak die
daartoe geleid heeft, verholpen is
De eenheid start niet, het display
is uitgeschakeld, de controle wordt
correct gevoed.
De eenheid is uitgeschakeld
vanaf het display en het display is
afgesloten of defect.
Herstel de aansluiting van het
display of vervang het.
De eenheid start niet, het display
is uitgeschakeld, de controle wordt
correct gevoed maar de leds
knipperen niet.
De controle is defect. Vervang de controle.
De eenheid werkt correct, het display
is uitgeschakeld.
De aansluiting van het display op de
controle is onderbroken.
Herstel de aansluiting tussen het
display en de controle.
Het display is defect. Vervang het display.
De eenheid gaat niet van start, het
display is ingeschakeld.
De 230V-hulpvoeding ontbreekt
Controleer de intacte staat van
de secundaire zijde van de
230V-transformator.
Controleer de intacte staat van de
beschermingen stroomafwaarts de
230V-transformator.
Controleer de correcte fasevolgorde
en de intacte staat van het
fasevolgorderelais.

Содержание

Скачать