Stiga TITAN 26 B W. CABIN [115/250] Nederlands

Stiga TITAN 26 B W. CABIN [115/250] Nederlands
116
NEDERLANDS
NL
Kap aan achterzijde (6:L)
Openen:
1. Verwijder de schroeven (6:K) aan de bov-
enkant.
2. Trek de kap naar achter omhoog.
Sluiten
:
1. Haak de onderrand van de kap aan de machine.
2. Lijn de kap uit op de bovenste schroefgaten en
bevestig de schroeven (6:K).
3.4.22Comfortkoeling (geldt alleen voor
bepaalde modellen)
Met knop (1:AM) stelt u de cabinetemperatuur in
als er koeling nodig is.
3.4.23Verwarming
Met knop (1:AN) stelt u de cabinetemperatuur in
als er verwarming nodig is.
3.4.24Ventilatie
Met knop (1:AO) regelt u de ventilatorsnelheid.
De lucht wordt door de ventilatiesleuven (1:AK)
geblazen.
3.4.25Ruitensproeier
Schakelaar (1:AA) bevindt zich tegen het
dak en schakelt de ruitensproeier in.
De ruitenvloeistof bevindt zich in het re-
servoir (1:AP).
3.4.26Zwaailicht
Het zwaailicht is een optie.
Houd u aan de wetgeving voor het ge-
bruik van een zwaailicht.
Schakelaar (1:AB) bevindt zich tegen het
dak en schakelt het zwaailicht op het dak
in of uit.
3.4.27Werkverlichting
Houd u aan de wetgeving voor het ge-
bruik van werklampen.
Schakelaar (1:AC) bevindt zich tegen het
dak en schakelt de werkverlichting aan de
voorzijde van de machine in of uit.
3.4.28Ruitenwisser
Schakelaar (1:AD) bevindt zich tegen het
dak en schakelt de ruitenwisser in of uit.
3.4.29Interieurverlichting (1:AL)
De interieurverlichting (1:AL) bevindt zich in het
dak. Deze verlichting wordt in- of uitgeschakeld
door de lamp naar links of rechts te draaien.
3.4.30Deurhouder (1:AQ)
De deurhouder zorgt dat de deur een beetje ge-
opend blijft voor extra ventilatie.
Als de deurhouder niet in de deurop-
vang valt, wordt de cabine beschadigd.
Zorg ervoor dat de deurhouder tijdens het gebruik
correct in de deuropvang valt.
3.4.31Tankdop (4:D)
De tankopening voor het bijvullen van diesel be-
vindt zich achter de cabine.
3.4.32Brandstofmeter (1:K)
De brandstofmeter toont de hoeveelheid brandstof
in de tank.
3.4.33Handpomp (7:V) (26B, 26H)
Als de dieselpomp lucht heeft aangezogen, bi-
jvoorbeeld omdat de tank leeg was, kan de motor
niet zelfstandig diesel opnemen. Daarom moet u in
dat geval met de handpomp diesel naar de motor
pompen voordat u die probeert te starten.
3.4.34Borgpennen (9:L).
De machine heeft aan de voorkant en aan de
achterkant bevestigingspunten voor verschillende
accessoires (9:M). Na het monteren van een acces-
soire borgt u dat met twee borgpennen. Die pennen
worden automatisch in groeven vergrendeld.
3.4.35Hoofdschakelaar (10:Q)
De hoofdschakelaar bevindt zich links voor de mo-
torkap.
Schakel altijd eerst met deze hoofdschakelaar de
stroomvoorzienig uit voordat u onderhoud aan ele-
ktrische onderdelen gaat uitvoeren.
3.5 Indicatielampjes
3.5.1 Brandstoflampje (1:A)
Het brandstoflampje werkt alleen als de
motor wordt gestart.
Het brandstoflampje waarschuwt als er minder dan
2,5 liter diesel in de tank zit.
3.5.2 Oliedruklampje (1:B).
Als dit lampje oplicht moet de motor
onmiddellijk worden uitgezet. Bij een te
lage oliedruk kan de motor ernstige
schade oplopen.
Het oliedruklampje werkt alleen als de
ontsteking in de bedrijfsstand staat.
Het oliedruklampje waarschuwt als de oliedruk in
de motor zo laag wordt dat schade aan de motor
kan optreden. Dit lampje moet oplichten als de mo-
tor niet loopt, omdat er dan geen oliedruk is.

Содержание

Скачать